in love with my mate

=1=

'Jarret' hoor ik Börn zeggen 'wakker worden. We moeten naar school.'

Ik kreun en draai me om naar mijn wekker. Die zoek ik en pak hem beet. Ik hou hem voor mijn gezicht en zie dat het al tien voor half negen is. Ik spring op en kleed me razendsnel aan. Börn kijkt grijnzend toe, 'had je ook maar je wekker moeten zetten.'

'Mond houden' zeg ik boos 'jij had me eerder wakker kunnen maken.'

'Ik roep al sinds acht uur naar je. Alleen je valt telkens in slaap. Je bent echt een slaapkop.' Ik zucht, pak een broodje en eet het snel op.

'Kom' zegt hij 'we moeten naar school. Nog één te laat briefje en we hebben corvee.'

Ik grom en loop achter hem aan naar beneden. We rennen naar school. We wonen op kamers. Niet heel ver van school af. Twee minuutjes lopen. En een minuutje rennen. Als we daar aankomen zie ik dat we de eerste twee uur vrij zijn. Ik geef Börn een duw. 'Jezus man' zeg ik 'dat wist je.'

'Ja dus? Nu heb je tijd om opzoek te gaan naar je mate. Je bent achttien gast. Ze moet hier ergens rondlopen.'

'Misschien woont ze wel in een andere roedel' zeg ik terwijl ik neerplof op een van de banken. 'Dan kom ik haar nooit tegen.'

'Ze woont hier' zegt hij terwijl hij naast me komt zitten. 'Hannah liep hier ook rond. Remember?'

Ik zucht. Börn had zijn mate al gevonden. Hannah. Ze was zo lief en aardig. Echt de perfecte mate voor hem. En ik had nog nooit een meisje ook maar leuk gevonden. Ik was altijd bezig met school of ik zat op mijn computer. Lola, Hannah en Julie komen aanlopen. 'Hey schatje' zegt Hannah. Ze gaat naast Börn zitten en geeft hem een kus. Ik rol met mijn ogen. Julie en Lola giechelen. Vroeger waren Börn en ik alleen. Alleen wij tweeën. Sinds hij zijn mate heeft gevonden zijn we met zijn zessen. Ik, Börn, Hannah, Julie, Lola en Finn. Finn is de mate van Lola. Ze zijn net een maand samen. Börn en Hannah ongeveer een half jaar. Ik ben blij dat hij zijn mate heeft gevonden maar dat hij erover doorgaat dat ik mijn mate nog niet heb gevonden vind ik irritant. Ik kan er niks aandoen. Ja opzoek. En dan precies op de verkeerde plaats zijn. Soms denk ik dat de Maangodin me haat. Echt heel erg haat. Alle meisjes die mooi zijn hebben al een mate. Lola heeft een mate. Julie heeft ook al een mate maar die is al van school af. Ze woont bij hem en zijn familie. Ze wonen dicht in de buurt. Hij heet Dexter. Dex is zijn roepnaam voor hem. Aangezien we nog een jongen kennen die Dexter heet. Dex is erg aardig en ook nog eens heel sterk. Heel sterk. Ik word opgeschrikt door een geweldige geur die mijn neusgaten vult. Ik ga rechtop zitten en kijk rond. Er loopt een meisje door de cafetaria. Er loopt een man achter haar aan. Een grote man met een pak aan. Hij is ongeveer twee meter. echt zo'n man voor een uitsmijter. Ze blijft stilstaan, draait zich om en begint tegen hem te praten. Haar gezichtsuitdrukking verteld me dat ze boos is. Ze heeft mooie blauwe ogen en donkerblond. Ze draagt het in een vlecht. De man kijkt haar kalm aan. Wanneer hij iets zegt. Heft ze haar handen en loopt door. Ze gaat door de klapdeuren. Ik kijk Börn aan, 'ik moet even naar de wc. Ben zo terug.'

Ik sta op voordat hij verder iets kan zeggen. Ik loop achter haar aan. Ik volg haar geweldige geur. Ik kom in een gang waar ik nog nooit ben geweest. Ik loop naar de deur die aan het einde zit. Er is een bordje op gespijkerd. kantoor Alpha Sebastiaan. Ik moet maken dat ik hier wegkom. Ik draai me om om weg te lopen maar opeens staat zij achter me. Ze is iets kleiner dan mij. Ze neemt me in haar op. 'Ehm... hoi' zeg ik.

Ze kijkt me aan en glimlacht, 'hoi. Wat is je naam?'

'Jarret. En jouw naam?'

'ehm.... mijn naam is....'

Ze kan haar zin niet afmaken want ze word weggeduwd door een jongen. Hij heeft zwart haar en blauwe ogen. Qua gezicht en lengte lijkt hij heel erg op haar. 'Wie ben je' gromt hij.

'Jarret' zeg ik.

Hij kijkt me met samengeknepen ogen aan, 'en wat doe jij bij mijn zusje?'

'Collin' roept ze 'hou op!'

Ze gaat tussen mij en haar broer in staan. 'Stop' zegt ze 'Collin. Mate.'

Hij fronst, 'weet je dat zeker?'

'Ja. En nu wegwezen.'

'Ik zal vader waarschuwen dan...'

'Nee! Ik doe het wel. Maar niet nu. Eerst wil ik hem leren kennen.'

Hij fronst, draait zich om en loopt weg. Ze draait zich om naar mij en glimlacht, 'sorry van mijn broer. Hij is nogal beschermend.'

'Heet hij Collin' vraag ik verbaasd.

Ze knikt, 'waarom?'

'Zo heet de zoon van de Alpha toch?'

Ze houd haar adem in. Dan laat ze het langzaam los, 'kom even mee. Ik wil je iets vertellen, Jarret.'

---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

Wat wil Kaitlyn hem vertellen? Waarom is Collin zo beschermend?

Alsjeblieft comments en votes zijn atlijd welkom. Als ik mijn schrijfwijze kan verbeteren of andere dingen, vertel gerust. Ik zal kijken of ik er iets mee kan doen.

xxx mairin

ps: dit is de eerste keer dat ik in de tegenwoordige tijd schrijf dus er kunnen wat fouten inzitten.