=9=

1K 76 0
                                    

Kaitlyn

Ik word wakker op een matras. De kamer waar ik in lig is van cement. Waar ik ben weet ik niet. Ik ga rechtop zitten. De deur is van tralies gemaakt. Ik loop ernaar toe en raak ze aan. Mijn handen doen pijn. Ik laat los en kijk naar mijn handen. Ze zijn rood. De tralies zijn dus gemaakt van zilver. Geweldig. ik mindlink Jarret: 'waar zit je?'

'In een cel. Jij?'

ook.'

'Waarom zijn we hier?'

'Dat is ook een raadsel voor mij.'

Zit jij vast met zilveren kettingen?'

'Nee, jij wel.'

'Ja.'

Ik grom zacht. 'Wie dit ook doet is niet goed bezig' zeg ik tegen hem .

'Inderdaad.'

Ik hoor een deur opengaan en ik hoor voetstappen die mijn kant op komen. Er komt een man voor de tralies staan. Ik grom. Het is de man die bij de bosrand stond. 'Wie bent u?!'

Hij grinnikt, ik ben een oude vriend van je vader. Zoals ik al zei.'

'Wat is uw naam?'

'Jack.'

Ik schud langzaam mijn hoofd, 'komt me niet bekend voor.'

Hij fronst, 'echt niet?'

'Nee. Het is niet alleen dat mijn vader me achterhoud voor iedereen maar ook dat hij dingen voor mij achterhoud. Zo loop ik geen gevaar. Maar blijkbaar wist iemand dus wel van mijn bestaan.'

Jack grijnst, 'klopt. Ik. Je vader en ik waren nog bevriend toen jij werd geboren. Ik wilde dat hij iemand uit de roedel zette die mij niet zinde. Hij deed het niet en ik zwoer wraak.'

'Maar waarom heb je me dan ontvoerd?'

Omdat ik wil dat je vader ons weer opneemt in de roedel. Dus heb ik jou ontvoerd. En je mate.'

'Hoe weet u dat hij mijn mate is?'

'Ik ben je gevolgt. Naar school. Naar je huis. Naar zijn huis. Overal waar jij ging, ging ik.'

Ik grom. 'Mijn vader zal nooit toegeven.'

'En daarom heb ik jou dus. Als ik jou heb dan doet hij ons niks. Hij heeft alles over voor zijn familie.'

Ik snuif. 'En als mijn vader erachter komt waar ik ben zal hij me zo snel mogelijk komen halen.'

Hij grinnikt. 'Dat weet ik' zegt hij grijnzend 'maar hij zal je niet vinden. Je weet zelf niet eens waar je bent.'

'Vertel maar.'

'Ken je het gebied wat niemand gebruikt.'

'Het verboden terrein?'

'Ja. Daar ben je nu.'

Shit. Dat is niet goed. Om bij het verbodenterrein te komen is moeilijk. Je moet over de bergen heen. Allen de beste strijders lukt dat. Het verboden gebied. Is ook echt verboden voor alla wolven. Het licht vlakbij het mensengebied. Je mag hier absoluut niet transformeren. Niemand komt hier. Er zijn wel geruchten dat de rogues hierheen komen omdat ze zijn verstoten door hun roedel. Of omdat ze niet naar een andere roedel willen. Niemand weet hoeveel rogues er zijn. Ik hoop niet veel. De man laat me weer opschrikken uit mijn gedachten, 'en hoe heet je mate?'

'Waarom zou ik dat vertellen' vraag ik bits.

'Omdat je toch geen andere keuze hebt.'

Ik zucht, 'Jarret.'

Ik hoor hem grommen. 'Hoe lang' vraagt hij.

'Wat?'

'Hoe lang weten jullie dat jullie mates zijn?'

'Een maand geleden.'

'En hoe reageerde je vader?'

'waarom wilt u dit allemaal weten?!'

'Ik ben nieuwsgierig naar je vader. Hoe hij is geworden sinds hij mij verbande uit de roedel.'

Ik rol met mijn ogen. 'Hij reageerde eerst boos totdat ik zei dat hij mijn mate was.'

Hij knikt langzaam. Er komt een andere man naast hem staan, 'baas. De silvermoon Alpha is al opzoek.'

'Zo snel' vraagt hij verbaast.

'Ja natuurlijk' zeg ik 'ik heb u al gezegd dat hij alles voor zijn familie over heeft.'

Ze kijken me beide aan. 'En zij is zijn dochter' vraagt de ander.

Jack knikt.

'En wie is hij' vraag ik.

'Dat is Adam. Adam dit is Kaitlyn.'

'En wie is die ander?'

'Die ander is mijn mate' grom ik.

Beide grinniken ze. 'Ze kan echt net zo zijn als haar vader' zegt Jack.

'Mooi' zeg ik.

Adam grinnikt.

'Adam' zegt Jack 'breng die Jarret naar mijn werkkamer. Ik breng haar er wel heen.'

Adam knikt en loopt weg. Jack kijkt mij aan. 'Als je niet gaat tegenstribbellen sluit ik je niet meer op in een cel. Maar in een normale kamer, deal?'

Ik knik, 'deal.'

Hij grijnst en doet de celdeur open. 'Kom.'

Ik loop de cel uit. Hij pakt mijn arm beet. 'Ik vertrouw mensen niet als ze los lopen.'

Ik rol met mijn ogen. Hij trekt me mee langs de cellen naar een trap. Ik hoor gegrom van boven. Wanneer we bovenkomen proberen meerdere mannen Jarret onder controle houden. 'Jarret' zeg ik.

Hij kijkt mijn kant op en rent naar me toe. Hij gromt tegen Jack, die me loslaat. jarret trekt me naar zich toe. Sommige mannen komen om ons heen staan. Jarret gromt, 'één stap en jullie zijn er geweest.'

Ik moet een glimlach onderdrukken. Jack rolt met zijn ogen, 'en één dode betekend één dode vriend van jullie.'

Ik schrik en pak de hand van Jarret. Ik mindlink hem: 'ik denk niet dat hij een grapje maakt.'

Jarret kijkt mij aan, 'wat wil hij van ons?'

Ik haal mijn schouders op.

'Zeg' zegt Jack 'kunnen jullie alsjeblieft niet over de mindlink praten.'

We kijken hem aan. 'Waarheen moeten we lopen' zeg ik.

'Jongens begeleid ze even' zegt hij grijnzend.

Twee mannen pakken Jarret beet en trekken hem mee. Jack pakt mij beet en trekt me mee.

Tegen de muren zitten planken. Het lijk alsof het een schutting is. Af en toe zit er een deur in. De mannen duwen Jarret als eerste een kamer in. Jack duwt me achter hen aan. Tegen de muren zitten weer planken. Op de vloer ligt een kleed. Er staat een bureau op. Voor het bureau staan twee stoelen. Jack gaat aan het bureau zitten. De andere twee mannen lopen weg. Jarret kijkt mij aan, 'gewond?'

Ik schud mijn hoofd. 'Jij?'

'Ook niet.'

'Fijn om dat te weten' zegt Jack 'en als jullie nu willen gaan zitten zal ik uitleggen waarom ik jullie heb ontvoerd.'

Jarret en ik gaan zitten. 'Goed' zegt Jack 'waarom ik dus helemaal mijn leven hebt gewaagd om naar de silvermoonroedel te komen. Omdat ik wil dat Sebastiaan me weer opneemt in de roedel.'

in love with my mateWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu