Indringers

84 13 2
                                    

Ik schrik wakker van aparte stemmen. Het zijn stemmen van mannen.

snel maak ik Evi wakker. 'wat is er Bloesem.' mompelt ze slaperig.
'Er zijn mannen buiten!' roep fluister ik. meteen is evi klaar wakker.
'Mannen?' vraagt Madelief die nu ook wakker is.
ik knik . 'Luister dan.'
'hoelang moeten we nog lopen tot we bij die ene zoo duistere god zijn.' hoor ik een mannelijke stem zeuren. 'We zijn er bijna ik voel de magie sterker worden.' Antwoord een andere stem.
Evi kijkt me geschrokken aan. 'Ze zijn opzoek naar jouw.' Zegt ze. 'Maar hoe komen ze binnen? De portaal was gesloten.'
'Ik denk dat er iets niet klopt er is met de wereld is geshoemelt .' Ze kijkt naar Madelief. Die lijks bleek is. 'Stt ik hoor geluiden uit die boom.' Zegt een van de mannen. 'Nee je verbeeld je het.' Zegt een ander. 'Ik weet het zeker !' Zegt de man nors. Ik hoor voetstappen onder ons. Evi en Madelief kijken me gespannen aan. 'Ik ga wel ze komen voor mij .' Zeg ik zelfverzekerd . 'Nee Bloesem je blijft hier.' Zegt Evi. Ik schud mijn hoofd. 'Wat moeten we als ze Madelief te pakken krijgen ze kan zich zelf niet beschermen.' En met dat gezegd te hebben laat ik de trap tevoorschijn komen en loop ik uit de boom. Er staan drie mannen . Eentje staat naast de boom en de andere twee op het pad. 'Zoeken jullie iets?' Vraag ik aan de man naast de boom.
'We zoeken de god der hel.' Zegt hij. 'Maar ik denk niet dat hij hier is het is hier te vredig niet duister ofzo.' Zegt hij er snel achteraan. 'Misschien is dat wel zijn dekmantel.' Antwoordt ik nuchter.
'Hoe weet jij dat nou snotaap.' Zeggen de mannen op het pad tegelijk.
'Dat het misschien wel zijn dekmantel is , een spreek me aan met u dankjewel .' Ik lach in mezelf om wat ik gezegd heb. 'Haha wat bazel jij nou weer .' Zegt de man naast de boom. 'Als je niks aardigs te zeggen hebt houdt je je mond.' Uit het niks slaat zijn hand voor zijn mond. Hij probeert zijn eigen hand weg te halen maar het lukt niet. De andere twee kijken me verbaasd aan.
' jullie zijn gewaarschuwd.' Zeg ik met een vals lachje . 'Dat kan niet.' Zegt een van de twee mannen hij is dik en heeft bruin stekeltjes haar. 'En of dat kan! Wat willen jullie?' Zeg ik met een valse grijns op mijn gezicht.
'Wraak.' Zegt de andere man die net zoals de ander dik is maar hij is kaal.
'En op wie en waarom?' Als ik weten mag?' Vraag ik. 'Op de witte wolvin.' Antwoord de gene bij de boom.
'Nou dan kan ik jullie niet helpen.' Zeg ik op een rustige toon en draai me om. 'Hoezo dan niet! Ben je bang ofzo!' Zegt hij uitdagend. Ik draai me om en zeg: 'Nee, maar als je zo nodig wil weten waarom. Ik kan toch onmogelijk wraak nemen op mezelf.' 'Maar wat ik dan ook wel wil weten is waarom willen jullie wraak op mij?' Ik vraag het met een serieuze blik. 'Nou we zijn onze krachten verloren en dat is u schuld!' Brult de slanke man bij de boom. 'Ik zou niet weten hoe ik dat gedaan zou moeten hebben.' Antwoord ik nors . 'Nou toen we een kind wouden vermoorden konden we onze wolf niet meer oproepen.' Zegt de dikke man met bruine stekeltjes . 'Lijkt me wel logisch je gaat toch geen kind vermoorden!' Ik brul het zowat uit. 'Weet je wat mij betreft hoeven jullie hem nooit meer op te roepen, tenzij jullie een eed opzeggen.' Ik zeg het en draai me om. Ik laat de trap weer verschijnen en loop naar boven. Halverwege de trap stop ik en draai me om. 'Hoe komen jullie hier trouwens?' We zijn hier naar toe gezapt na we er achter kwamen dat onze krachten weg waren.' Bromt de slanke man die nu ook op het pad staat . 'Oke vreemd, jullie kunnen nu gaan en je weet het je kan allen als je eed zegt jullie krachten terug krijgen. Fijne avond verder.' Ik draai me om en hoor een zacht plofje. Ik kijk om mijn schouders en zie dat ze verdwenen zijn. 'Wat moet ik nou ?' Mompel ik en loop de boom binnen.

BloesemWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu