-6-

108 11 1
                                    

Bloed is overal. Alle kasten zijn besmeurd met bloet en alle doekjes die ik kon vinden, liggen op de grond vol bloed. Ik bijt op mijn onderlip en pers mijn ogen dicht om de duizelingen te onderdrukken. Ik laat mijn hoofd op mijn arm leunen die op zijn beurt ook leunt tegen het toilette naast me.

Ik voel de pijn niet meer. Ik durf mijn schouder niet aan te raken maar de pijn is er niet meer en dat maakt me ongerust. Ik heb veel te veel bloed verloren om geen pijn meer te voelen of is het juist normaal? Ik heb de drang om te roepen voor mijn moeder maar ik weet dat ze er niet is. Ik kijk neer naar mijn benen. Zelfs als ze er was zou ik niet schreeuwen om help. Niet omdat ik het niet wil. Ik kan het gewoon niet. Ik vind de kracht niet meer om te bewegen.

 Mijn ademhaling blijft stokken wanneer ik een deur hoor open gaan. 'Kenna!' Schreeuwt een diepe stem. Lorenzo. Ik trek mijn hoofd op met veel moeite en moet hem leunen tegen de muur achter me om hem recht op te houden. Ik slik mijn speeksel in en probeer door de hitte en de pijn te spreken. Ik begin te hijgen en krijg geen woord uit mijn mond. Een traan rolt over mijn wang. Mijn traan verdwijnt even snel als het tevoorschijn is gekomen.

Ik dwing mezelf van de muur en strek mijn armen zo ver mogelijk uit. Als ik gewoon de hendel naar beneden kan trekken om hem te laten weten dat ik hier ben. Mijn ogen sluiten net als elektriciteit stopt met stromen bij een kortsluiting. Ik voel heel mijn lichaam in elkaar storten en op de grond vallen. Ik maak me schrap voor de stoot en dan voel ik het. Mijn hoofd raakt de grond eerst. Ik wil kreunen van de pijn. Ik wil schreeuwen. Ik heb de kracht niet.

Ik open mijn ogen opnieuw na wat ik denk enkele seconden te zijn. Mijn ogen sluiten weer voor dat ik iets weet te zien.

Ik voel iets hard onder me. Ik denk terug aan hoe ik ben ingestort in de badkamer en weet dan dat ik nog steeds in de badkamer zit. Ik frons mijn wenkbrauwen. Ik heb de vage herinnering dat de deur werd open gesmeten en ik werd opgegeven maar weet niet wat er daarna is gebeurt. Ik adem diep in. Het is duidelijk een droom. Ik bevind me nog steeds op grond in de badkamer.

Mijn hand gaat bezorgd naar mijn schouder en ben verwonderd dat ik niets voel. Ik voel iets maar geen pijn. 'Wie heeft je dat aan gedaan Kenna?' Een stem klinkt achter me en ik duw mijn boven lichaam zonder moeite op. Mijn ogen ontmoeten die van Lorenzo en ik verstar bij het zien van tralies. Ik wen mijn aandacht naar de tralies rondom me.  Een kooi!

'Wat is dit?' Vraag ik tussen mijn op elkaar geklemde tanden. Met gebalde vuisten druk ik neer op de metalen vloer van de kooi. Ik druk er zo hard op dat ik mijn knokkels zie wit worden.

'Wie heeft je geschoten?' Hij negeert mijn vraag compleet en staat op van zijn bed. In enkele passen staat hij voor de kooi en hurkt hij zich tot dat hij op de zelfde hoogte als ik staat. Zijn grijze ogen bestuderen mijn hele lichaam opzoek naar iets. Een andere wonde misschien.

Ik kijk neer naar mijn vuisten. 'Wat maakt het uit? Hij is hier al lang weg. Ik ben er zeker van,' fluister ik. Lorenzo staat kreunend op en zijn lippen krullen op in een koude afstandelijke lach die me wantrouwig naar hem doet staren. Ik volg zijn passen van de kooi naar het bed en vervolgens naar de deur voor dat hij zich weer voor de kooi bukt. Zijn lach klinkt door de hele kamer. Hij gaat boos met zijn hand door zijn bijna zwart haar. Ik probeer weg te kruipen en net op dat moment grijpt hij een vuist vol haar en trekt mijn gezicht naar de tralies toe, dichter bij zijn gezicht.

'Luister goed ragazza,' sist hij en drukt zijn vingers in zijn handpalm waardoor ik mijn gezicht dichter bij de zijne moet brengen om pijn te vermeiden. 'Ik heb je een vraag gesteld en ik verwacht een antwoord anders zal het niet goed aflopen voor jou,' wat zal hij doen? Op me schieten. Dat werd al gedaan.

Plotseling springen ene heleboel zaken op die me kunnen overkomen en klap ik mijn mond dicht. Ik ben nog steeds maagd. Hij kan kiezen wanneer, hoe en waar hij dat wil veranderen. Hij heeft me gekocht, hij kan me zeker ook verkopen aan een redelijke prijs. 'Ik ben je vriend niet ragazza. Ik ben jouw eigenaar,' sist hij door knarsende tanden.

Hij laat mijn haar los en smijt me tegen de tralies achter me. Ik laat me zelf vallen hopend dat hij nu misschien de kamer uit zou stappen. Ik open mijn ogen om te zien dat hij er nog steeds staat te wachten. Hij heft afwachtend een wenkbrauw op. Ik open mijn mond onmiddelijk. 'Ik weet niet hoe hij heet,' ik weet niet wie hij is. what wal hij doen? Zal hij gaan zoeken voor iemand waarvan ik de naam zelf niet ken? Een klein lachje komt op mijn gezicht tevoorschijn. Hij zal hem nooit vinden. 

Lorenzo haalt een geweer van tussen wijn jas en zijn borst. Hij ademt diep uit en mikt zijn geweer op mij. 'Zou je het prettig vinden om een andere kogel door een lichaamsdeel te krijgen,' Zijn ogen worden donkerder, voor de rest zie ik niets meer. Zijn gelaadsuitdrukkingen  veranderen en spier.

'De laatste keer dat ik hem zag, had ik hem opgesloten in een lokaal vol met geweren op de zesde verdieping,' fluister ik.

Zonder me een tweede blik te sparen staat hij op en verlaat de kamer. Ik blijf immobiel liggen, bang dat hij terug keert. Het is te laat. Hij zal de man niet terug vinden en wat kan het hem zelfs schelen. Ik ben een product dat zomaar kan vervangen worden door een ander als er me ooit iets overkomt. Mijn ogen blijven op de hendel van de deur rusten. Ik tel tot tien en besef dat Lorenzo niet snel zal terug keren. Zonder er een tweede keer over na te denken, trek ik aan de tralies. De deur, de enige weg uit de kooi is oplost en ik heb niets om hem open te krijgen.

Ik duw mezelf tegen de tralies tegen over de ingang tot dat ik de tralies over heel mijn rug kan voelen en ik trek mijn knieën naar mijn borst. Dit zou moeten werken. Ik slik mijn speeksel in en onderdruk mijn angst gevoel. Ik kijk snel nog eens terug naar de deur die Lorenzo achter hem toe smeet. Ik fixeer mezelf op de ingang en strek mijn benen zo hard als ik kan, uit. De ingang is geen milimeter bewogen. Ik trek mijn benen nogmaals terug en stoot mijn voeten tegen de tralies. Ik herhaal mijn actie meerdere keren tot dat ik er moe van word.
 
'Dit is gewoon super,' fluister ik.

Ik ga gaan liggen en kan de pijn weer voelen in mijn schouder. Ik geef er niet veel belang aan. Het is wel het laatste waaraan ik nu wil denken. Ik zou mijn ogen kunnen sluiten en proberen slapen. Ik zou heel even kunnen vergeten wat er aan de hand is.

Als ik in één woord zou moeten beschrijven wat ik nu voel, zou ik niets kunnen zeggen. Een woord zou te weinig zijn. Een woord zou enkel een fractie zijn van wat ik werkelijk voel. Een woord zou niets betekenen. Helemaal niets.

***

(A/N)

korte hoofdstuk ik weet het. Sorry daarvoor.

theowyblablabla je zou da beter lezen!!!! 

doelstelling nog steeds 5 votes





HeavenlyWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu