Ik trek mijn benen op naar mijn borst en omhels ze. Ik had gehoopt dat ik eens boven in mijn kooi - waar het veiliger is dan ergens anders, zou stoppen met bibberen. Ik had gehoopt dat ik zou vergeten wat er gebeurt was. Ik sluit mijn ogen en probeer mijn huis in te beelden. Ik probeer mijn moeders lach te zien. Het enige dat ik zie is een geweer in mijn handen en een schreeuwende man recht voor me. Ik pers mijn lippen tegen elkaar. Al dagen wordt ik wezenloos uit mijn nachtmerries wakker en elke keer bibber ik zo hard dat ik denk dat ik mijn tong er eens klappertandend zal afbijten.
Elke avond weer wordt ik wakker maar onderdruk mijn geschreeuw omdat ik weet dat ik zal dood eindigen als Lorenzo me hoort. Ik adem diep uit. Mijn ogen bestuderen de tralies. Het beste dat ik nu kan doen is ze één per één tellen om me weer inslaap te krijgen. Mijn ogen bekijken mijn dunne vingers. Ik weet dat ik zou moeten eten maar het kan gewoon niet. Zodra ik een hap in mijn mond steek heb ik de drang om het er weer uit te spuwen. Met gebalde vuisten keer ik me om op mijn andere zij.
Wat zouden mijn ouders nu doen? Zouden ze nog steeds naar me opzoek zijn? Enkel een week is voorbij en toch heb ik het gevoel dat ik hier maanden zit. Elke dag zit ik in de zelfde kooi met open ogen, frezend dat ik weer dezelfde nachtmerrie zou hebben. Het was nu al dag maar voor mij veranderd dat niets. Dag of nacht, ik zat toch altijd in mijn kooi. Dag of nacht, ik zit toch altijd te denken aan de manier waarop de man in zijn stoel stierf. Dag of nacht, mijn gedachten flitsen telkens weer alle gebeurtenissen sinds het feest voor mijn ogen.
De deur gaat langzaam open en de geur van eten komt de kamer binnen. Alfredo legt een plateau neer naast de deur van mijn kooi. Ik blijf liggend naar hem kijken. '35, je zou echt moeten eten,' hij zei elke dag weer hetzelfde en elke dag antwoorde ik het zelfde. Ik antwoorde met stilte. Hij heeft zijn stoppelbaard laten groeien en de laatste tijd is zijn haar altijd wild door elkaar alsof hij uren aan een stuk werkt. Ik zou nu ook aan het werken zijn in mijn kamer als ik niet naar dat dom feest was gegaan.
Alfredo verliet de kamer altijd en liet zijn plateau altijd achter met een teleurgesteld gezichtje zoals vandaag. Mijn ogen volgen heb naar buiten en dan wen ik mijn aandacht weer naar het eten voor me. Ik blijf er uren naar staren. Ik kijk naar hoe het eten stilletjes aan koud wordt en al zijn geur verliest. Ik weet niet hoeveel keer ik dat al had gedaan sinds de avond dat de man werd gedood maar mijn eten koud zien worden houdt me bezig en houdt mijn ogen open.
'Kenna, mia cara, je moet eten,' mijn ogen openen en dan pas besef ik dat ik ze heb gesloten. Lorenzo's blauwe ogen kijken naar me. Ik kan zijn bezorgdheid zien in zijn ogen. Ik kan het alle dagen zien wanneer hij s'avonds terug komt en ziet dat ik mijn eten niet heb aangeraakt. Dagen lang had ik hem horen schreeuwen tegen personen in de gang omdat ze er niet in geslaagd waren om me te doen eten. Hij had me eens proberen doen eten door me daarna te laten bellen naar mijn ouders. Het had niet gewerkt omdat ik al het eten er vervolgens uit moest braken.
Lorenzo opent de kooi en glijdt zijn handen onder mijn knieen en rug.
Mijn hoofd valt neer tegen zijn stevige borst terwijl zijn sterke armen zich om mijn lichaam wikkelen. Ik kan zijn grote stevige passen voelen. Mijn ogen sluiten. Ik kan zijn ademheling horen versnellen samen met zijn hartslagen. 'Open je ogen mia cara,' fluistert hij bezorgt. Ik hou mijn ogen gesloten. mijn oogleden wijn vele te zwaar.
Hij zet me neer in de zetel en duwt een tafel voor me met een bord eten op. Ik blijf immobiel naal het eten staren - eten die ik niet wil eten. Ik duw het bordje weg en kijk recht voor me uit naar de witte muren die grijs lijken in het donker.
'Eet!' schreeuwt hij en slaat met zijn handpalm op de tafel. Ik schrik en net uit mijn gedachten wakker gemaakt, kijk ik op. Onze ogen ontmoeten en voor een keer kan ik hem echt boos zien worden. 'Kenna! Je zult eten, zelfs als je het niet wil!' ik adem diep uit en strek mijn armen uit om het bordje voor me terug mijn richting heen te trekken. Ik ben niet van plan om te eten. Ik zal niet eten. het beeld van de man in zijn stoel, flitst weer voor mijn ogen en ik laat mijn bord in een ruk los. Waarom zou ik moeten luisteren naar Lorenzo? Hij is de rede dat ik er zo slecht uit zie.
Hij laat zijn gespierde borst zien voordat hij zijn schoenen af neemt en zich tot mijn hoogte bukt. 'Kenna,' zegt hij schor. 'Het spijt me echt. Ik had het moeten weten dat als ik je naar de kelder bracht dat...,' zijn stem sterft weg.
'Ik zou je willen weg laten gaan maar dat kan niet meer Kenna. De man die ik heb gedood had een microfoon op zich. We vermoeden dat iemand aan het andere uiteinde luisterde en hij weet nu hoe je heet,'
Wie zijn schuld is dat? Een traan rolt over mijn. Hij is de rede dat ik hier ben. Mannen net woals hem, zijn de rede dat ik verkocht werd. Ik haat hem.
Ik haat hem.
Ik sta op en dwing mezelf om op mijn waggelende benen te gaan staan. Ik voel Lorenzo's ogen op me. ik werp hem een koude blik om te verduidelijken dat hij ver weg van mij moet blijven en stap naar mijn kooi. Mijn kooi. Ik herhaal de woorden opnieuw en opnieuw in mijn hoofd. Ik kruip met veel moeite mijn kooi in en sleut hem achter me. Ik ga gaan liggen op de koude metalen grond die ik al te goed ken.
***
De deur van de kamer gaat open en ik kan de deur hopen piepen. Ik open mijn ogen en kijk recht naar de deur die langzaam open gaat. Ik frons mijn wenkbrauwen en keer me langzaam om, om een beter zicht te hebben op de deur. Een meisje loopt de kamer binnen en sluit de achter haar.
Ze bestudeert haar omgevig voor dat ze mijn richting heen loopt. 'We moeten gaan,' fluistert ze haastig. haar ogen gaan telkens heen en terug van de deur naar mij. Ik duw mezelf langzaam op. Weg? ik schud mijn hoofd. Niemand kan hier weg. niet leven in eder geval. Ik kan hier niet weg. Iedereen heeft me in de gaten. Niemand zal ooit nog de fout maken om me in een lift te laten stappen. Zonder toezicht.
Ik kijk even naar het meisjes voor dat ik weer ga liggen. Ik kan haar horen kreunen en om eerlijk te zijn kan het me niet schelen. Ik kan de deur van mijn kooi horen open gaan en voel vingers zich op mijn boven arm vouwen. 'We hebben wenig tijd,' voegd ze er aan toe en trekt zo hard als ze kan om me uit mijn kooi te krijgen.
***
(A/N)
Ik vreesde dat vandaag geen tijd zou vinden om een hoofdstuk te schrijven omdat er vandaag zoveel is gebeurt maar het is gelukt!
Vote
Share
Doestelling 5 votes

JE LEEST
Heavenly
RomanceAls de wereld tot een einde zou komen of de wereld uit het niets een gigantische bom zou worden en zichzelf zou laten barsten in minder dan vijf seconden, dan had mijn hele leven voor niets geweest zijn. Wat als de wereld morgen overgenomen zou word...