-18-

88 8 1
                                    

Ik wordt wakker in bed. Mijn frêle lichaam ligt onder zachte dekens die me niet bekent voorkomen. Mijn ogen vernauw ik tot kleine spleetjes wanneer mijn ogen moeite hebben bij het wennen aan het licht. Mijn ogen wennen zich stilletjes aan, aan het licht en het eerste dat ik zie is het wit plafond boven me. Ik zie het plafond voor een fractie van een seconde voor dat ik plotseling regen zie neervallen. De druppels vallen langzaam naar beneden en spatten neer op mijn gevoelige huid. Ik kan mijn huid voelen branden. Ik neem een kleine hap adem, Bang dat als ik een te grote neem, mijn longen zullen barsten.

Ik keer mijn hoofd voorzichtig om naar mijn zij. Ik kan Alfredo in de hoek naast het raam op zijn computer zien tippen. Hij lijkt heel moe te zijn alsof hij uren heeft zitten werken aan een stuk. Hij is iets te veel met zijn hand door zijn haar geweest en zijn das hangt los en het huid onder zijn ogen ziet iets donkerder dan normaal. Mijn ogen gaan dan naar Lorenzo die vlak naast mijn bed zit op een zetel. Ook hij heeft een laptop op zijn schoot. Maar hij zit in tegendeel met zijn hoofd in zijn handen te kijken naar zijn scherm.

Abrupt verdwijnt alles en bevindt ik me opnieuw in de witte kamer. Alfredo zit niet meer op een zetel bij het raam. Er is geen zetel of een raam meer. De sterke kleine man zit nu in de hoek te kijken en te lachen met een camera in handen. Raphael zit er vlak naast. Mijn spieren spannen aan en verspreiden de pijn door mijn lichaam. Ik kijk rond opzoek naar Lorenzo. Mijn ogen landen op Romano. Zijn ogen kijken naar me. Ze bekijken me aandachtig. Ik probeer weg te kruipen maar het doet teveel pijn. Al mijn lichaamsdelen wegen een ton.

Romano staat op met een wrede lach op zijn gezicht. Hij neemt een baseball bat op. Mijn ogen worden groter. Ik probeer weg te kruipen. Mijn poging mislukt jammerlijk wanneer hij mijn pols vast neem. Ik schreeuw. 'Blijf van me af! Raak me niet aan! Ik weet niets! Ik zweer het!' Ik schreeuw de woorden opnieuw en opnieuw. Bij het zien van zijn ogen donkerder worden, krijs ik mijn longen uit mijn lijf en beweeg zo wild mogelijk met mijn benen. Ik probeer de pijn te negeren. Tranen vloeien over mijn wangen van de pijn en toch stop ik niet.

Mijn hart wordt overbelast. Ik kan het horen kloppen. Veel te snel naar mijn smaak. Ik probeer mijn ademhaling onder controle te krijgen maar dat is moeilijk. Ik blijf hulpeloos schreeuwen en bewegen.

'Kenna,' hoor ik dan. Romano's stem is hard en ruw. Hij gaat met zijn hand over mijn wang. 'Kenna, het is allemaal wen droom,' ik sluit mijn ogen en pers mijn lippen tegen elkaar pm me stil te krijgen. 'Kenna, mia cara, alles gaat goed. Je bent veilig,'

Ik open mijn ogen opnieuw en ontmoet die van Lorenzo. Paniek is te lezen in zijn expressie. Ik adem diep in en tracht de tranen die opwellen tegen te houden. Het was een dagdroom. Ik was gewoon aan het dagdromen. Romano is hier niet. Ik barst uit in tranen. Ik kan de warmte van Lorenzo's hand tegen mijn wang voelen. Hij veegt mijn tranen weg en kijkt dan naar Alfredo die nu ook rechtop staat. 'Wat hebben met je gedaan?' Vraagt Lorenzo. Zijn stem kraakt heel even. Het is heel kort. Bijna niet te horen maar ik heb het wel gehoord.

Alsof zijn vraag me wakker maakt uit mijn gedachten, keer ik mijn hoofd naar de andere kant van de kamer zodat ik zijn hand niet meer moet voelen. Wat is er met haar gebeurt? Kenna werd gelagen, gemarteld, ondervraagt en had bijna seksuele relaties gehad met een man die even goed haar vader had kunnen zijn. Al dat omdat Lorenzo naar iets opzoek is en Alfredo had gestuurd om een ring om mijn ringvinger te plaatsen. Lorenzo plaatst opnieuw zijn hand op mijn wang. Ik trek mijn gezicht weg met veel moeite. 'Raak me niet aan,' fluister ik zacht.

'Wat hebben ze je aangedaan Kenna?' Ik bijt op mijn onderlip en sluit mijn ogen. Zodra mijn ogen sluiten open ik ze weer bang dat ik Romano weer voor me zie staan.  Ik wil er niet over spreken. Ik wil niet spreken over wat er me is gebeurt. 'Hebben ze je iets anders aangedaan?'

Lorenzo duwt mijn gezicht mijn richting heen. 'Kenna,' fluistert hij. Ik blijf staten in zijn ogen. Ik open mijn mond niet. Ik vertoon geen enkele emotie. Ik blijf kijken. Lorenzo klemt zijn tanden op elkaar en spant zijn kaken aan. Hij kan de leegte in mijn ogen zien en het maakt hem boos. Zijn blauwe ogen worden zo donker dat ik zijn donker blauwe ogen van ver zou kunnen verwarren met zwart. Ik blijf uitdagend met mijn glaze ogen in de zijne kijken. Ik ben lang niet even bang van Lorenzo als van Romano.

'Kenna! Wat hebben ze je nog aangedaan! Ver domme!' Lorenzo slaat zijn hand tegen de witte naast hem. Ik zou geschrokken zijn als ik niet zoveel pijn had. Lorenzo neemt zijn vuist van de muur. Ik weet dat hij pijn heeft door het beetje bloed dat uit zijn gebraste knokkels op de muur zijn achter gebleven.
'Niets,' zeg ik afstandelijk. 'Helemaal niets,'  ik lieg.

'Kenna, lieg niet tegen me,' Lorenzo klinkt telkens weer bozer, zelf al schreeuwt hij niet meer. Hij maast mijn bed gaan staan waardoor hij zo groot lijkt. Gewoonlijk zou hij nu lachen door de angst die hij kan zien in mijn ogen. Maar er is geen angst in mijn ogen en hij vindt deze situatie niet prettig.

'Wat zou het veranderen? Het werd toch al gedaan,' zeg ik zacht. 'Bovendien is het niet alsof ze jou iets aan heb gedaan,' ik scheur mijn ogen van Lorenzo weg en kijk naar Alfredo die weer is gaan zitten.

'Je bent mis, nummer 35.  Wat Romano je aan heeft gedaan was alsof hij Lorenzo bedreigde. Je afzetten voor de deur van zijn bedrijf was een waarschuwing om te stoppen. Maar wat? Dat weer we niet,' zegt hij zonder zijn ogen van zijn computer te nemen.

'Ze zeiden dat Lorenzo naar iets opzoek was en ze dachten dat ik het wist,'

'Is het daarom dat ze je geslagen hebben?' Vraagt Lorenzo. Ik sluit mijn mond. Ik zou Lorenzo moeten haten. Het is allemaal zijn schuld. Maar ik haat hem niet. De haat die ik tevoren voelde is verdwenen.

'Wat dacht je dat ze gingen doen? Me kittelen? Knuffelen?' Ik lach zo goed mogelijk. Mijn lach klinkt als gehoest en niets meer. Mijn hand neemt mijnandere hand vast onder de dekens net boven mijn buik. Ik kan het verband tegen mijn huid voelen schuren. Het verband bedekt mijn hele buik tot net onder mijn bh. 'Je wist dat ze me iets zouden aandoen en je bent me niet komen halen,' fluister ik. Ik speel met de ring om mijn vinger.

'We wisten niet waar je was,'

'Dus de ring om mijn vinger was een gewone ring. He bevat geen gps of micro?' Spuug ik eruit.

'Kenna,' zegt Lorenzo. ' We hebben jou locatie gevolgd naar een achtergelaten fabriek. We hebben naar je gezocht,'

'je had harder moeten zoeken!' Schreeuw ik bijna en hoest bloed uit.

'Het spijt me Kenna,' fluistert hij en ik kan hem naast me boelen zitten. Hij kijkt in mijn ogen vol medelijden. 'Ke zei dat ze dachten dat ik naar iets opzoek was? Wel ik was niet naar iets opzoek maar nu ben ik wel opzoek een specifiek persoon,'

Ik  frons mijn wenkbrauwen en bekijk Lorenzo aandachtig.

'Ze zullen spijt hebben voor wat ze je hebben aangedaan,'

***

(A/N)

Zeer korte hoofdstuk, ik weet het. De volgende keer zal de hoofdstuk veel langer zijn beloofd.

Comment

Share

En vergeet niet te VOTEN

Doelstelling 5 votes


HeavenlyWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu