-16-

73 6 0
                                    

'Ik heb helemaal niets gezien buiten een paar documenten die hij in de auto las en op zijn bureau lagen,' zeg ik. Ik had helemaal niets gezien. Zelf al zou ik iets gezien hebben. Ik zou niet  weten waarover hij het ging. Lorenzo heeft me nooit iets gezegd. Ik ben er enkel om hem te vermaken. Mijn handen nemen de stoel stevig vast bij het zien van de man van achter me opduiken. Ik kan metaal op metaal horen. Ik kan zijn wilde ademhaling horen.

Ik probeer me te concentreren op één enkel punt in de kamer. Ik onderdruk mijn op hol geslagen hart en tracht mijn ademhaling onder controle te krijgen. Het laatste dat ik wil doen is tonen dat ik van ben. Als ik iets heb geleerd met Lorenzo is dat hij krijgt wat hij wil door het bang maken van mensen. De man komt voor me staan en verbergt mijn concentratiepunt. Mijn ogen zoeken dringend naar een andere punt maar snel wordt mijn aandacht aan getrokken door iets dat links van de man beweegt. Ik tracht weg te kijken maar mijn nieuwsgierigheid overwint.

De man smeekt met een mes tussen zijn vingers. Ik slik mijn speeksel in en kijk op naar de man. Zijn ronde ogen kijken neer naar me met een kleine hint plezier. Ik adem diep in en span mijn kaken aan. 'Ik weet niets,' probeer deze keer veel overtuigender te zeggen. Een klein lachje kruipt op zijn gezicht.

'Hoe heet je?' Zegt hij en duwt mijn gezicht op. Ik kijk overrompeld op naar de man. Ik had die vraag niet verwacht. Ik ga in mijn hoofd over een hele lijst redenen waarom hij mijn naam zou willen weten. Ik bijt op het binnenste van mijn kaak. Hij zou het adres van mijn ouders kunnen met enkel mijn naam. Hij zou ook even goed gewoon mijn naam kunnen weten. Het tweede schrap ik van mijn lijst.

Ik aarzel. Ik aarzel veel te lang. De man neemt een vuist vol haar en duwt mijn gezicht ver naar achter zodat ik met moeite naar zijn gezicht kan kijken en meer het plafond zie dan iets anders. De man zoekt naar iets in mijn ogen. Ik weet niet waarnaar. Angst? Spijt? Pijn? Woede? Haat? De man lijkt niet te vinden wat hij wil. Hij slaat met zijn vuist tegen mijn gezicht. De man laat mijn gezicht net op tijd los zodat mijn hoofd weg zwiert. Ik kan het bloed door mijn kaak voelen spurten.

'Ik zal het niet herhalen Puttana! Hoe weet je?' Vraagt hij bitter.

'Waarom vraag je het niet aan je lieve vriend die me hier heen bracht?' De man heeft geen geduld meer. Al het lieve dat nog over bleef, hoe klein dan ook, verdwijnt. Een wrede man die ik hoopte te vermeiden. De man gaat dreigen met het puntje van zijn mes over mijn arm. Ik onderdruk mijn gilletjes tot dat ik hem harder kan voelen drukken. Iets warms vloeit over mijn huid. Ik kan het horen druppen op de grond eens dr man zijn mes van mijn arm neemt.

Een traan rolt over mijn wang maar ik voel hem niet. Mijn kaken voelen niets meer van de pijn. 'Kenna,' zeg ik door mijn tanden heen. Het klinkt als gefluister maar het is luid genoeg om gehoord te worden.

'Je hele naam,'

'Kenna Delaney,' fluister ik.

'Goed zo,' de man neemt er mijn gezicht weer recht zodat ik recht naar hem kijk. Zijn ogen dwalen over mijn lichaam. Dan stoppen ze op mijn borst. Ik durf zijn ogen niet te volgen. Ik blijf zo zitten, afwachtend. 'Dit is jou straf,' mijn ogen gaan wijd open staan. De man brengt zijn mes naar mijn huid net onder mijn sleutelbeen en drukt het metaal mijn huid in. Ik probeer mijn geschreeuw in te huiden en mijn lichaam zo ver mogelijk van zijn mes te houden.

Één van zijn handen grijpt mijn schouder vast en drukt me tegen de stoel leuning terwijl de andere het metaal mijn huid verder in duwt. Ik schreeuw. Ik kan de wonden voelen branden en het bloed over mijn huid voelen stromen. Ik adem diep in en uit. Mijn borst heft zich hoog op en zakt diep neer. Ik laat mijn hoofd voorover vallen en bungelen. Mijn ogen kijken neer naar mijn schoot zonder werkelijk te kijken naar mijn schoot. Mijn ogen lijken door mijn schoot, stoel, grond en wat er ook onder me ligt, te kijken.

HeavenlyWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu