2 ~Begin van Traanman~

614 42 6
                                    

Ik denk terug aan hoe ik mijn krachten kreeg 9 jaar geleden. Ik weet het nog als de dag van gister. Ik heb het tot nu toe nog tegen niemand vertelt. Dat ben ik ook niet van plan. Zelfs niet tegen Joost, Link en Harm. Ook al zijn het mijn beste vrienden sinds die tijd. Kijk waar ik ben gekomen met die krachten. Ik ben nu de TraanMan. De redder van de stad!

Toen ik na de vakantie terug was gingen we naar de bank. Toen er in eens een overvaller met een wapen binnen stapte. Iedereen moest zijn geld inleveren. Wij ook. Ik was zo boos op die man. Ik zag dat er een jongetje van ongeveer mijn leeftijd achter stond. Hij had een poezen masker op. Het jongetje liep naar mij toe. 'Geef al je geld aan de PoesTijger!' Zei hij tegen mij. Eerst weigerde ik. Toen hij een proef schot deed naast me op de grond en er een echte kogel uit kwam gaf ik het toch maar.
Toen die twee weg liepen wou ik er achter aan. Ik wou mijn krachten gebruiken. Alleen niemand mag me herkennen. Ik keek rond en zag een papieren zak liggen. Goed genoeg. Had ik gedacht. Ik trok stiekem de zak over mijn hoofd en liep naar buiten. Ik zag de jongen en de man weg lopen. Ik liep er achter aan. Later liepen ze een houten hutje aan de rand van de stad. Ik liep naar het raam. En keek naar binnen. Ik zag alleen de man staan.
'Wie ben je en wat doe je hier?' Hoorde ik een stem achter me zeggen. Als ik me omdraaide zag ik die jongen staan. Ik richtte me op de jongen. Hij had het wapen op mij gericht.
'Geef dat wapen maar aan mij!' Zei ik tegen de jongen die zich de PoesTijger noemde. Ik stak mijn hand uit en er kwam een water straal uit mijn hand. Dat had ik kort er voor ontdekt dat ik dat kon. Hij schrok en ik trok het wapen uit zijn handen. Met mijn 2de hand deed ik ook een waterstraal en zorgde ik dat het wapen voor de neus van PoesTijger kapot gemaakt werd. Onderschat water niet! Ik keek hem diep in zijn ogen en hij begon te huilen. Met de controle over zijn lichaam liet ik hem op zijn knieën zakken.
'Dan ben je niet meer zo stoer he. PoesTijgertje.' Ik hoorde de politie al aan komen. Ze keken verbaast toe hoe ik de PoesTijger onder controle huilend en zonder hem aan te raken naar de politie bracht. Andere agenten liepen naar binnen. De man werd ook opgepakt en in de wagen gegooid.
'Bedankt jongeman, mag ik vragen hoe je PoesTijger onder controle had? Hij wordt al lang gezocht met zijn vader en dit is nog nooit iemand gelukt.' Zei een politie man tegen mij.
'Sorry, maar dat is mijn geheimpje.' Antwoordde ik.
'Mogen we dan weten wie je bent?' Vroegen ze. Ik voelde dat de agent best teleurgesteld was, ook al liet hij het niet blijken.
'Mijn naam?' Ik dacht even na. Ik zou niet mijn echte naam zeggen. Toen bedacht ik hoe ik de PoesTijger versloeg.
'Mijn naam is TraanMan. Ik ben de TraanMan.' Antwoordde ik.

Ik was toen zo trots. Ik werd door de politie gevraagd om de stad te beschermen. Ik had een vermomming gemaakt. Een lange, licht bruine jas. Ook had ik de zak gehouden. Alleen dan wat aangepast. Er zitten nu ook betere kijk gaten in voor mijn ogen en onder 1 oog is een traan getekend en er zitten wat speciale dingen in die zorgen dat hij steviger is.

Ook al had ik nog geen rijbewijs, van de regering mocht ik een auto toen ik wat ouder was. 15 jaar, om precies te zijn. Het was een blauwe auto. Hij is super snel en als je het wist kon je het geluid van de auto op afstand al horen. Ik heb de auto de "Traan-20" genoemd. Zo bestrijd ik het kwaad. Met PoesTijger heb ik nog steeds ruzie. De vader, oftewel die man, van PoesTijger is al overleden dus hij is alleen.
Ik ben moe. Ik heb een lange dag school gehad als normale jongen en Ik heb een controle ronde gedaan door de stad als TraanMan. Het is best vermoeiend om 2 mensen in 1 te zijn. School en superheld zijn is een slechte combinatie. Ik ga in mijn bed liggen en val al spoedig in slaap.

---:-:-:-:-:---

Het irritante gepiep van mijn wekker galmt door mijn kamer heen. Ik doe mijn best om hem uit te doen. Ik ben nog steeds heel moe, maar moest wel mijn bed wel uit gaan. Straks staan de jongens alweer op de stoep.
Ik doe snel mijn ochtend routine en zit al spoedig aan tafel. Enzo komt ook naar beneden. Sinds die vakantie lijkt hij meer respect voor me te hebben. Mooi zo! Toch weer hij niks van mijn krachten af. Of misschien had hij een vermoeden?
Als ik m'n eten op heb gaat de bel. Ik sta op en doe hem open. De andere jongens zijn er al.
'Goedemorgen slaapkop.' Zegt Joost.
'Sorry, heb gister tot best laat nog dingen moeten doen.'
'Minder sorry, meer fietsen.' Gaat Harm er tussen door. We stappen op de fiets en fietsen naar school. Link fietst niet mee want die woont ergens verder weg.

Leuk dat jullie mijn boek lezen! Ik had niet verwacht dat ik al zo snel lezers zou krijgen. Hebben jullie nog tips of dingen die jullie zijn opgevallen? Zeg het alsjeblieft!
En dan zeg ik...
Laters!

De kracht van TranenWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu