14 ~Krachten kwijt?~

298 26 15
                                    

Ik draai me verschrikt om. Met grote ogen kijk ik naar wie er staat. Of nou ja, staan. Ik hoef al niet te zeggen wie het zijn. Ik wil me weer omdraaien en me richten op waar we mee bezig zijn. Het is nu of nooit. Er staat te veel op het spel om aandacht te geven aan die twee bemoeials. Alleen is mijn concentratie er niet bij met twee paar ogen die in mijn rug prikken. Wat gaan ze doen? Willen ze het verpesten? 'Waarom zijn wij niet uitgenodigd op dit feestje? Wij hebben toch ook krachten?' Zegt Link nog even vals en ik voel een pijnscheut in mijn rug dat door gaat naar de rest van mijn lichaam. Ik verkramp van de pijn en zak door mijn knieën. Ik sluit mijn ogen en hoop dat het weggaat. 'Ik ben jou en je kracht zat!' De pijnscheut wordt erger. Ik voel me super zwak worden. 'JER!' Ik open mijn ogen half en kijk naar Harm. Hij kijkt super bezorgd. De pijn wordt alleen maar erger. Ik sluit mijn ogen weer en het voelt alsof mijn lichaam verlamd is. Langzaam zak ik verder op de grond. Ik hoor Link vals lachen. 'Kap eens even heel snel!' Hoor ik Harm nog vaag zeggen. Dan wordt de pijn minder. Ik weer niet of het komt doordat Link zijn kracht terugtrekt of doordat ik verlamd ben door de pijn. 'Bemoei jij je er eens even niet mee! Enzo!' Ik weet niet meer wie het zegt. De stemmen zijn daar te vaag voor. Zacht hoor ik voetstappen. Ik merk steeds minder van wat er om ons heen gebeurt. Ik wil niet! Ik wil mijn krachten houden! Ik moet sterker zijn! Dan merk ik helemaal niks meer en wordt het zwart.

Het lijkt of er wat energie door mijn lichaam begint te stromen. De pijn van eerst is minder. Ik doe mijn ogen voorzichtig open en zie Harm struggelen tegen Link en Enzo. Ook die twee hebben moeite. 'Jer!' Zegt Harm met een beetje moeite. Hij zit gehurkt naast me en houd een hand op mijn zij. Langzaam voel ik me weer sterker worden en ga ik rechtop zitten. 'Snel. Als we onze krachten willen houden moeten we snel zijn. We hebben tot 5 over.' Zegt Harm zwak. Nu pas besef ik waarom ik me sterker voel. Harm geeft zijn energie aan mij! Snel kijk ik op mijn horloge. 00:02. 'Heb jij nog genoeg energie over dan?' Vraag ik bezorgd aan Harm. Hij knikte. Ik fluister iets in zijn oor. 'We houden beide iemand in bedwang zodat ze ons niet snel verstoren. Voor de rest doen we het gebeuren zo snel mogelijk.' Ik kijk hem aan en weer knikt hij. Ik sta op en merk dat het nog wel wat moeite kost. Snel draai ik mijn hand om naar Link zodat ik hem onder bedwang heb. Harm doet hetzelfde bij Enzo. Zo lopen we naar onze vakken. Als ik op de druppel sta komt wederom het blauwe licht naar boven. Ik kijk naar Harm en knik. Ik richt mijn vrije handig op de steen in het midden en dit keer gaat het zonder dat we gestoord worden. Ik zie ook dat Harm hetzelfde doet. Wel doet hij het met moeite. Hij heeft weinig energie over. Als beide stralen de steen raken lijken de kleuren zich te mengen. Dan komt de straal omhoog en raakt de steen midden boven. Wat is het toch een ingewikkeld systeem. Als alle vier de stralen samen komen in de middelste, bovenste steen gaat hij gloeien en komt er een soort van golf door de grot. De lichtstralen verdwijnen. Ik laat mijn krachten los. Is het gelukt? Vermoeid laat ik me op de grond zakken. Ik vergeet alles om me heen en sluit voor even mijn ogen en hijg om op adem te komen. Ik ben kapot. Dan bedenkt ik me iets. 'HARM!' Zeg ik als ik mijn ogen snel weer open en zijn richting op kijk. Harm ligt op zijn plek op de grond. Snel kijk ik even naar Enzo en Link, die er verbaasd bij staan. Ik laat hun maar even en loop snel naar Harm toe. Hij ademt rustig en volgens mij slaapt hij. Ik zucht van opluchting. Hij heeft veel energie gegeven, hij heeft rust nodig. Ik draai me om naar Enzo en Link maar die zijn hem al gesmeerd. Ik wend me weer naar Harm en probeer hem op te tillen. Het is zwaar omdat ik zelf ook al verzwakt ben. Ik loop met moeite naar de uitgang en leg Harm weer voorzichtig neer. Als ik de deur heb geopend pak ik Harm weer op en loop de grot uit. Eenmaal bij de Traan-20 aangekomen leg ik Harm op de achterbank. Hij slaapt nog vredig. Ik stap achter het stuur en rijd naar de Cave.

Eenmaal in de Cave klap ik de bank uit zodat we er beide op kunnen slapen. Als alles is gebeurd leg ik Harm op de bank neer dat nu dus een bed is geworden. Zelf ga ik ernaast liggen en val al snel in een diepe, onrustige slaap.
Langzaam doe ik mijn ogen weer open. Met bewegen doe ik even wat rustiger aan, want ik voel de steek in mijn rug heel erg. Ik kijk naast me en zie dat Harm nog slaapt. Gelukkig ziet hij er wel weer wat beter uit dan gisteren. Ik ga rechtop zitten en negeer de pijn zoveel mogelijk. Ik stap maar uit bed want slapen doe ik toch niet meer. Ik kijk op mijn horloge die ik nog om heb. De wijzers wijzen 9:38 aan. Dat Harm nog kan slapen. Hoe krijgt hij het toch voor elkaar om zo lang te blijven slapen? O ja, hij had wat van zijn energie aan mij gegeven zodat ik wakker werd. Ik begin honger te krijgen. Wat nou als ik brood haal zodat ik zo met Harm hier kan eten? Nog niet eens zo'n heel slecht idee. Ik loop naar mijn tas om er vervolgens een pijnstiller uit te halen voor mijn rug. Met een glas water slik ik hem in en trek ik mijn schoenen aan. Snel schrijf ik nog een briefje met:
je was in slaap gevallen en ik ben even eten halen.
voor als Harm eerder wakker wordt dan dat ik terug ben. Als ik naar mijn eigen kamer loop bedenk ik me dat we eigenlijk op school hadden moeten zitten. Zuchtend pak ik mijn telefoon zodat ik mijn moeder een berichtje kan sturen.

Gaat het goed in België? Hier wat minder. Lig ziek thuis en school wil altijd dat de ouders het melden als een kind ziek is. Zou je mij en Harm ziek willen melden? Harm ligt ziek in zijn bed maar zijn ouders zijn weg en onberijdbaar.
Groetjes Jeremy.

Ik stop mijn telefoon in mijn jaszak en loop door naar mijn fiets. Gelukkig zijn Harm zijn ouders ook op vakantie gegaan. Snel rijd ik naar het dorp om wat broodjes te halen die we makkelijk kunnen eten. Ik parkeer mijn fiets voor de bakker en voel mijn telefoon trillen in mijn zak. Het is een berichtje van mijn moeder.

Beterschap voor jullie beide. Heb jullie allebei ziek gemeld. Ziek lekker uit en als je je morgen niet fit genoeg voelt mag je nog even thuis blijven.
Xxx mam en pap.

Ik glimlach en stop mijn telefoon weer in mijn jaszak. Bij de bakker haal ik wat croissantjes en fiets weer snel terug naar de Cave. Ik maak de deur open en parkeer mijn fiets weer in mijn kamer. Als ik de hoofdkamer inloop zie ik dat Harm al wakker is geworden en op zijn telefoon zit. 'Zo slaapkop. Ben jij ook wakker?' Lach ik. Eigenlijk moet ik niet zeuren. Doordat hij wat van zijn energie naar mij doorstraalde heb ik mijn krachten nog. Ik had echt niet geweten wat ik had moeten doen als ik mijn krachten kwijt was. Dan had ik zo veel mensen teleurgesteld doordat de TraanMan "ineens" weg zou zijn. 'Moet jij nodig zeggen. Ik heb jou gister wakker moeten maken zodat we onze krachten zouden houden.' Ik knik. 'Inderdaad. Ik wil je nog super bedanken voor dat je wat energie naar me staalde. Anders waren we nu grote kans onze krachten kwijt.' 'Daarover wil ik je zo nog wat vragen. Maar hebben we onze krachten dan nog? Wie weet is het wel mislukt. Ik heb nog niet geprobeerd.' Zegt Harm terwijl hij in zijn ogen wrijft om goed wakker te worden. 'Euuhh. Ik ook nog niet. Maar we komen er snel genoeg achter.' Ik strek mijn arm zoals ik altijd doe zodat er een waterstraal uit mijn hand komt. 'WAT!' Zeg ik licht in paniek. Er komt helemaal geen water uit mijn hand. Snel vul ik een glas water en probeer ik of ik er een bubbel water uit kan halen. 'Ik denk dat we een probleem hebben.' Zeg ik zacht. Het werkt namelijk allemaal niet meer. Mijn krachten zijn weg...

TraanMan is neer! Nou ja, zijn krachten dan.
En dan zeg ik...
Laters!

De kracht van TranenWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu