18 ~How do you now?~

307 23 12
                                    

Ik kijk verschrikt naar de rest die net zo geschrokken is als mij. Als hij het van mij weet lopen hun ook gevaar. Vooral Link. Als de politie weet wie PoesTijger is belandt Link sowieso in de gevangenis. 'Ik wist het! Bedankt hé TolMan. Dat je in je stress TraanMan hebt verraden.' Hij kijkt expres naar Harm. Hoe weer hij onze indentiteiten? Wat heeft Harm tegen Joost gezegd. Harm kijkt me verslagen en raar aan. 'Waar heb jij het in vredesnaam over?' Ik ga gewoon proberen er onderuit te komen, net zoals altijd. Ik stress enorm. Dit is anders dan als we er over praten en we moeten liegen als mensen ons niet goed verstonden. Nu weet hij het al. Enzo legt zijn hand op mijn schouder en sluit zijn ogen. Ook ik sluit mijn ogen. Een heerlijke warmte komt vanaf zijn hand. Het werkt als verdovend en meteen is mijn stress weg. Nou snap ik ook waarom Link zo snel van zijn stress af was. Ik open mijn ogen en kijk Enzo dankbaar aan. 'Dat weet je maar al te goed!' Zegt hij nog even vals. 'De TraanMan is ouder dan Jeremy. Dat zie je zo. En zie je het al voor je dat Jer bijvoorbeeld een PoesTijger verslaat? Nou, ik niet!' Steunt Link me. Ik ben hun zo dankbaar op dit moment. 'En bedankt hé.' Voeg ik er lachend aan toe. 'Graag gedaan vrieskast.' Lacht hij. 'Rot kat.' Mompel ik een beetje binnensmonds. 'Wat zei je vriezertje? Mijn must zit ervoor. Ik kon je niet goed verstaan.' Hij doet zijn must bij één oor omhoog en draai zich naar me toe. Op dit moment ben ik blij dat hij me zo noemt. Zo kunnen we ons eroverheen praten. 'Shut up!' Zeg ik lachend. 'Lul er maar lekker overheen.' Joost staat op en komt voor me op zijn knieën zitten. Hij pakt mijn kin vast en draait mijn hoofd naar hem toe. 'Zeg gewoon eerlijk. Ben jij de TraanMan?' Hij kijkt me in mijn ogen aan. Ik mag nu mijn concentratie absoluut niet verliezen. Als hij nu plots gaat huilen ben ik erbij.
'Hoe moet ik toegeven als ik niet kan toegeven? Ik heb geen zin om te liegen.' Hij weet dat ik lieg en dat is duidelijk te zien. Ik voel sterke irritatie. Hij laat me los en staat op. 'Wat jammer nou als straks de hele klas weet dat jullie TraanMan, TolMan en PoesTijger zijn. Grote fans zoals Femke, Julie en Roos zullen dat wel heel leuk gaan vinden. Hij loopt richting de deur. Link kijkt me met grote ogen aan. 'Wie gaat je geloven als je geeneens bewijs hebt?' Kaats ik terug naar Joost. BAM! Toen viel het stil. 'En beter, hoe moeten wij je geloven als je geen bewijs hebt?' Doet Enzo er nog bovenop. Joost kijkt me geïrriteerd aan. 'Tijd. Wacht maar af.' En hij loopt weg. Wij blijven verbijsterd achter. Harm en ik kijken elkaar aan. 'Nemen we hun mee naar De Plek om te praten zonder gevaar?' Ik schud mijn hoofd. De Cave is onze plek en niemand anders hoeft van het bestaan af te weten. En sowieso. Link was blijkbaar al negen jaar mijn vijand. Dan vertel je je
hang-out toch niet? 'Ik ga naar huis.' Zegt Link met een trillende stem. Ik sta op en loop naar Link. Ik ga achter hem staan en leg mijn handen op zijn schouders. Nu pas merk ik dat hij behoorlijk trilt. 'Hij heeft geen bewijs. Niemand komt achter ons geheimpje.' Probeer ik hem gerust te stellen. Ik kijk Enzo hulpeloos aan. Hij kijkt me echt aan van "succes" en staat op. 'Ik ga naar boven. Kom jij zo even naar mijn kamer Jer?' Ik knik. 'Dan gaan wij nu echt naar huis.' Zegt Harm. Iedereen staat op. Ik fluister nog snel iets in Harm's oor. 'Let even op Link. Hij trilde als een gek.' Harm knikt en loopt met Link naar de deur. Ik laat ze uit en loop de trap op naar Enzo's kamer. Hij zit op zijn bed en ik ga ernaast zitten. 'Ik ben het nog steeds niet vergeten. Wat is er met je droom waar je niets over wilt vertellen?' Hij kijkt me weer onderzoekend aan in mijn ogen. Ik kijk hem verbaasd aan. Ik had toch niks vertelt over de droom? 'Vertel nou maar gewoon. Ik kom er vroeg of laat toch wel achter.' Hij blijft me zo aankijken. Het is super stress opwekkend. Ik weet ook wel dat hij gelijk heeft. Waarom kan hij zulke dingen toch zo snel aan je zien? Hij grijnst. Waarom? 'Vertel of ik zorg dat je het vertelt.' Hoe wil hij dat dan voor elkaar krijgen? 'Ik ken je al lang genoeg om je zwakke plekken te weten. Daar ben ik je broertje voor.' Hij kijkt de andere kant op. Ik zwijg gewoon. Ik blijf volhouden dat ik het niet ga vertellen. Enzo zucht. 'Ik vraag het je maandag nog wel een keer.' Hij tovert een grijns op zijn gezicht. Soms snap ik hem echt niet. Ik sta op en loop naar mijn eigen kamer. Het is ondertussen al best laat. Honger heb ik niet door alle gebeurtenissen van nu. Ik douche en trek mijn pyjama aan. Als ik in mijn bed lig blijf ik piekeren over Enzo en Joost. Al piekerend val ik in slaap.

De kracht van TranenWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu