20 ~Samenwerken~

298 25 4
                                    

Zoals ik vorig hoofdstuk al zei: drie weken later. Op woensdag.

Ik word wakker van een krakende deur. Voorzichtig doe ik mijn ogen tot spleetjes open. Enzo sluipt mijn kamer binnen met een bus slagroom. Ik doe mijn best om niet te lachen. Ik pak hem zo wel terug. Ik draai me om en leg mijn hand open. Alsof ik draai in mijn slaap. Enzo grinnikt zacht en doet slagroom in mijn hand. Precies zoals ik had verwacht. Hij haalt een stukje wol uit zijn zak en gaat over mijn gezicht. Het kriebelt enorm. Ik doe net alsof ik naar mij gezicht ga met de hand waar slagroom in zit. Als mijn hand bijna bij mijn gezicht is maak ik een snelle beweging zodat de slagroom bij Enzo in het gezicht komt. Hij schrikt en ik begin keihard te lachen. 'Nare man dat je bent! Hoe lang was je al wakker?' Vraagt Enzo terwijl hij een zakdoekje pakt om de slagroom uit zijn gezicht te vegen. 'Sinds jij binnen kwam en die deur liet kraken.' Lach ik.
'Voortaan doe ik de deur gewoon op een kiertje en laat ik water op je vallen. Dan hoef ik tenminste niet naar binnen.' Zucht mijn broertje. 'Je brengt me op ideeën.' Lach ik. Stiekem haal ik water uit de kraan van de badkamer tegen over mijn kamer. De deur staat open en mijn ouders zijn al op werk dus ik kan gewoon mijn krachten gebruiken. Ik laat de bubbel boven Enzo los. Hij schrikt zich kapot waardoor ik al weer helemaal in een deuk lig. Voordat ik het weet valt er ook een grote bubbel water op mij.
Lachend stap ik uit bed. 'Ik vraag Harm zo wel weer om mijn bed te drogen.' 'Graag gedaan hoor. Als je nog een keer een nat bed wil roep je me maar!' 'Zal ik doen.' Zucht ik en Enzo loopt mijn kamer uit. Ik pak een setje kleding en glip snel de badkamer binnen voordat Enzo er is. Ik pak een handdoek uit de kast en trek mijn shirt uit de helemaal doorweekt is. Ik droog me af en kleed me verder om. Als ik klaar ben in de badkamer gaat Enzo gelijk naar binnen en ik loop snel naar beneden.
Sinds mijn broertje en ik geen ruzie meer hebben klieren we elkaar veel met onze krachten. Wanneer onze ouders er wel zijn doen we dingen achter hun rug of we nemen controle over de ander.  Wanneer onze ouders er niet zijn gebruiken we onze zichtbare krachten eerder op elkaar. We blijven wel oppassen dat niemand van buiten het ziet.

Als Enzo beneden komt eten we wat en halen we onze tassen weer van boven tot de bel gaat. Snel sprint ik naar de deur en doe hem open. 'Goeiemorgen!' Zegt Harm super vrolijk. 'Hé. Heb je zin om je krachten te gebruiken?' Vraag ik. Achter me schiet Enzo in de lach. 'Is het weer eens zo ver? Moest je weer bezig zijn Enzo?' Vraagt Harm lachend. 'Alsjeblieft wil je m'n bed drogen?' Vraag ik terwijl ik een poging doe om hem met puppy ogen aan te kijken. 'Misschien.' Zegt hij grijnzend. 'Plies Harm. Doe het voor mij.' 'Wat heb je er voor over?' Een diepe zucht verlaat mijn mond. 'F*ck you Harm.' 'Liever niet.' Lacht hij. Ik stap naar buiten en pak mijn fiets. 'Ik zeg niks meer tegen jou. Ik vraag Link straks wel.' 'Ik fluister hem wel wat in.' Lacht Enzo. Lachend fietsen die twee naast elkaar naar school. Ik fiets er een beetje mokkend achteraan.

Eenmaal op school parkeren we onze fietsen naast elkaar in de fietsenstalling. Als we de school in lopen zie ik Link meteen al staan. Als hij ons opmerkt komt hij ook naar ons toe. 'Hé jongens!' Zegt Link vrolijk. 'Yo poes.' Begroet Enzo. 'Jer wil je wat vragen Link.' Lacht Harm waardoor Enzo ook in de lach schiet. Link kijkt hun vragend aan en dan naar mij. 'Ja. Die klojo's zitten tegen mij te werken en hebben water over mijn bed heen gegooid. Harm wil niet helpen en anders heb ik pas een droog bed als ik morgen ga slapen. Wil je straks misschien mee naar huis? Dan kunnen we ook weer eens gamen.' Leg ik uit. Hij grijnst. 'En waarom zou ik dat doen?' Ik zucht weer diep. 'Begin jij nou ook al? Ik probeer hem zelf wel te drogen.' Ze lachen alle drie. Dan gaat de bel. Gelukkig hebben we maar een korte dag. We zijn rond twaalf uur al uit.

Skip schooldag. School is saai om over te schrijven.

Ik kijk op mijn horloge. Nog een minuut en dan gaat eindelijk de bel. Wiskunde is altijd zo saai. Je snapt nooit iets van al die getallen en wij hebben dan ook nog eens zo'n docent die het ao uitlegt dat hij zichzelf nog niet begrijpt en we het gewoon moeten uitzoeken. Ik begin alvast met opruimen. Over een paar seconden gaat toch de bel. Net als ik mijn tas heb ingepakt gaat inderdaad de bel. Snel sta ik op en loop richting de kluisjes. Nu is het nog een beetje rustig omdat ik al klaar was. Ik haal mijn jas uit mijn kluisje en ga snel naar buiten. Als ik bij mijn fiets sta komt Link naar buiten gerend. 'JER, WACHT!' Ik kijk naar hem tot hij bij me is. 'Als je... even wacht... ga ik mee.' Hijgt Link. 'Is goed. Ik wacht bij de poort op je.' Antwoord ik. Link knikt en loopt weer naar binnen om zijn jas te halen. Ik haal mijn fiets van het slot af en fiets naar de poort. Aan de kant wacht ik tot Link aan komt fietsen. 'Zullen we eerst even naar het centrum om wat te drinken?' Ik knik en stap op mijn fiets op weg naar het dorp. Gelukkig is het letterlijk tegenover de school dus we zijn er snel.
Als we in het dorp zijn lopen we door naar een café. We bestellen wat te drinken en kletsen wat. Als het drinken op is betalen we en lopen we terug naar de fietsen om richting mijn huis te gaan. Onderweg zitten we verschrikkelijk te klieren en raken onze sturen in elkaar. We vallen bijna maar kunnen ons nog maar net overeind houden. Een paar scholieren die langs fietsen lachen ons uit. We fietsen toch maar wat voorzichtiger verder om ongelukken te voorkomen.
Thuis zetten we de fietsen op de oprit en doe ik de deur open. 'BEN THUIS! LINK IS OOK MEE!' Roep ik naar boven. Ik verwachtte reactie terug van Enzo maar die kwam niet. 'Die is vast bij een vriend ofzo.' Zeg ik hardop tegen mezelf. 'Zal wel. Kunnen wij ook wat in zijn kamer doen.' Zegt Link grijnzend. Ik schrok een beetje want ik was Link helemaal vergeten. Hij dacht natuurlijk dat ik tegen hem praatte. Ik loop naar boven en Link komt achter me aan. Als ik mijn kamerdeur open doe schiet een partypopper af die op mij gericht was. Ik deins van schrik achteruit tegen een lachende Link aan. Voor me liggen Harm en Enzo bijna op de grond van het lachen. 'Bedankt jongens. Kan ik vannacht nog zonder zorgen slapen of hoe zit dat?' Ik loop mijn kamer binnen en val languit, op mijn rug, op mijn bed. 'Wacht. Mijn bed is droog! Toch nog een pluspunt aan jullie.' Realiseer ik me nu pas. 'En daar kom je ook nu pas achter? Zo graag wilde je het dus ook weer niet.' Lacht Link.
Ruw wordt hun pret bedorven door Harm's en mijn horloge die piepen. We kijken elkaar aan. 'Wat nu weer? Het was zo lekker rustig toen Link stopte met slecht zijn.' Zucht ik. 'Wat is er dan?' Vraagt Link nieuwsgierig. 'Er is iemand, ik denk ManOMan Man, bezig. Heb je zin om te helpen?' Link kijkt bedenkelijk. 'Weet je het zeker?' Vraagt hij onzeker. 'Ja, jij hebt toch even met hem samengewerkt?' Link knikt. 'Dan weet je al meer over hem dan dat wij weten. Allemaal info die wij kunnen gebruiken.' Probeer ik hem over te halen. Ik wil zo graag dat hij nooit meer het slechte pad op gaat. Ik zou nog steeds graag een keer willen weten waarom hij dat deed. Na de vorige keer durfde ik er eigenlijk niet meer over te beginnen. Link was toen zo van slag geraakt.
Link zucht diep. 'Oké. Heb je een punt om af te spreken? Dan kleed ik me eerst even om in Het Oude Fabriek.' 'Hoe weet zeker dat hij daar niet zit? Jij was zo slim om hem die plek te laten zien.' Bemoeit Enzo zich ermee. 'Niet. Het wordt een gok en heel veel geluk hebben. Als hij er is en me ziet ben ik de sjaak, maar ik denk dat ik geen keus heb. Ik wil namelijk wel helpen door redenen.'
Wat voor redenen? Heeft ManOMan Man iets bij Link gedaan? Ik vraag later wel of ik kom er dan achter. Eerst bedenken of Link veilig naar Het Oude Fabriek kan.
Dan bedenk ik een heel slim plan. 'Als jij dicht bij Het Oude Fabriek in de buurt wacht, dan gaan Harm en ik naar onze plek. Daar zijn schermen waardoor we overzicht houden over de stad. Ik kijk wel waar hij is en app je zijn locatie. Als hij er niet is ga je naar Het Oude Fabriek en kleed je om. Als je klaar bent kom je naar die locatie.' Link knikt en we lopen naar beneden. Enzo blijft thuis. Hij heeft geen vermomming of iets dus voor hem is het te gevaarlijk.

Harm en ik fietsen richting de Cave en Link gaat dicht bij Het Oude Fabriek rond hangen. Aangekomen bij de Cave nemen we ieder onze eigen ingang. In mijn "kamer" kleed ik me om naar TraanMan. Di is best lang geleden. Als ik helemaal klaar ben loop ik naar de beeldschermen om de locatie de zoeken waar ManOMan Man is. Als ik hem vind haal ik opgelucht adem. Hij is op een afgelegen stuk terrein en niet bij Het Oude Fabriek. Snel app ik Link dat hij gewoon naar de fabriek kan en stuur hem de locatie van het afgelegen terrein. Ik zie de vinkjes blauw worden en dat Link meteen offline gaat. Die is al op weg naar Het Oude Fabriek.
Als ik me omdraai staat Harm er ook al als TolMan. 'Is Link veilig?' Vraagt Harm. Hij heeft dat blokje al weer in zijn mond waardoor zijn stem is verdraaid. 'Ja. Kom je? Ik weet waar ManOMan Man is.' Antwoord ik. 'Op naar de Traan-20!' Zegt TolMan bijna vrolijk. Stiekem heb ik er ook wel weer zin in. Het is zo lang geleden dat we iets hebben gedaan in het helden leven. Gelukkig hoef ik nu niet meer te vechten met Link. Ik had het er soms nog wel moeilijk mee ik wist dat Link PoesTijger was. Het was wel mijn vriend, maar ook mijn vijand. Verwarrend! We stappen in de Traan-20 en rijden de Cave uit richting de plek waar ManOMan Man zich als het goed is moet bevinden.
Ik kon op de beelden niet zien wat hij deed, maar schurken kennende deed hij niet veel goeds. Al snel komen we aan op de plek die ik op de camera's zag. Het is een verlaten parkeerplaats met een klein gebouwtje wat vroeger een winkeltje was. Alleen is er geen spoor van ManOMan man te bekennen. Ik parkeer de auto en we stappen uit. Ik houd de omgeving constant in de gaten. Ik weet zeker dat ManOMan Man hier nog is en dat hij ons in de gaten houd. Harm en ik kijken beide richting het huisje. Ik krijg het geniale idee om mijn speciale kracht te gebruiken. Ik doe mijn polsen op elkaar en sluit mijn ogen. Ik focus me op ManOMan Man om hem te kunnen vinden. Ik krijg het beeld met dunne, blauwe lijnen weer voor me. Ik draai me rustig rond om te kijken of ik hem kan vinden. Zoals ik inderdaad had verwacht zie ik een blauwe vlek in het huisje zitten.
Ik open mijn ogen weer en gebaar naar Harm dat hij mee moet lopen. Als we bijna bij het huisje zijn struikel ik. En nee, niet over mijn voeten. Ik viel over een heel dun visdraadje dat gespannen was zodat iemand erover zou vallen.
Met een smak raak ik de grond en een pijnscheut gaat door mijn lichaam. Naast me hoor ik ook een klap. Harm is dus ook gevallen. Even hoor ik hem kreunen en dan is het stil. 'Gegroet, TraanMan.' Hoor ik iemand rustig, maar dreigend boven mij zeggen.
Ik keek omhoog en zag ManOMan Man staan. Snel probeer ik op te staan. Als ik op de grond lig heeft hij meer macht over mij. Als ik bijna een knie op de grond heb word ik weer naar beneden geduwd. 'Dacht het dus even niet TraanMan.' Lacht ManOMan Man vals. Hij zet zijn knie op mijn rug en drukt hard. Ook pakt hij mijn polsen vast en duwt ze naast me tegen de grond. Het doet behoorlijk veel pijn. Ik kijk naast me naar TolMan en schrik. Hij ligt beweegloos op de grond en op zijn blonde haren zijn deels rood gekleurd.

TolMan is een beetje te hard gevallen...
Morgen ben ik een complete dag weg waardoor ik niet kan schrijven. Het volgende hoofdstuk komt grote kans 1 of 2 dagen later. Alvast mijn excuses.
En dan zeg ik...
Laters!

De kracht van TranenWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu