2

435 34 3
                                    

Ik wordt wakker met een misselijk gevoel. Ik kijk om me heen. Ik ben in een schemerige kamer. Ik lig op een bank. Ik ga rechtop zitten. Waar ben ik in hemelsnaam?! Ik sta op en loop naar de deur. Die is zwart en van hout. Ik probeer of die open is. En natuurlijk is dat niet zo! Jammer genoeg!

Ik loop naar het raam en kijk naar buiten. Buiten komt de zon net op. Het lijkt alsof we in de wolken zitten. Donkere wolken. Alsof het onweer wolken zijn.

Ik hoor iets achter me en draai me om. Er komen twee mannen binnen. Beide dragen ze zwarte kleding. Hun haren zijn ook zwart. De één heeft blauwe ogen en de ander grijze. Maar wat me het meest verbaasd is dat ze vleugels als van een engel hebben. Al zijn ze zwart. Ik deins achteruit. 'W-w-wie zijn jullie' vraag ik.

Ze grijnzen beide, 'speel maar geen spelletje hoor.'

'Spelletje? Dat doe ik niet! Wie zijn jullie?! Waar ben ik?!'

'Wij of de koning' vraagt de man met de blauwe ogen.

'De koning' zegt de ander.

Ze lopen beide naar me toe waardoor ik nu tegen het glas sta. Ze pakken me beet en trekken me mee. 'Laat me los!'

Ze trekken me mee de gang op. Overal vliegen of lopen van die vage mensen. Droom ik dit?! Dat moet wel! Er zijn geen enkele trappen. Een van hen pakt me beter beet en begint te vliegen. Ze brengen me naar een grote zaal. Hij laat me los en ik val op de grond. Ik rol door. 'Auch' zeg ik.

Ik steun op mijn armen. De twee trekken me omhoog. We staan voor een jonge man. Hij kijkt mij aan. Zijn ogen zijn blauw. Echt knalblauw! Hij heeft zwart haar waar af en toe wat haartjes uitpieken. En hij heeft een kroon op.

'Sire' zeggen de twee mannen

Deze afbeelding leeft onze inhoudsrichtlijnen niet na. Verwijder de afbeelding of upload een andere om verder te gaan met publiceren.

'Sire' zeggen de twee mannen.

Ze buigen en trekken mij mee. 'Ronald' zegt de man 'Marco. Wie is dit?'

'Sire' zeggen ze tegelijk, 'de ketting om haar nek.'

De jongen pakt mijn ketting beet. Hij draait hem om. 'Serafina' zegt hij fronsend.

'Is mijn naam' zeg ik.

Hij kijkt mij aan. Daarna kijkt hij de jongens aan, 'haal die rooie.'

Ze laten me los en lopen weg. Ik zet een stap achteruit. Hij loopt een rondje om me heen. 'Waar kom je vandaan' vraagt hij als hij weer voor me staat.

'Weet ik niet' zeg ik, 'ik ben opgegroeid in een weeshuis. Nu een vraagje van mij. Waar ben ik?'

'Je bent in het land Ater' zegt hij 'en ik ben de koning. mijn naam is Mellan.'

De twee mannen komen binnen. Ze gooien weer iemand op de grond. Deze beland op haar knieën. Ook zij heeft vleugels. Alleen zijn ze wit. Ze heeft rood, kort haar en groene ogen. Ze staat op. 'Wat wilt u' vraagt ze bot 'o hoogheid?'

Mellan grijnst en pakt mijn arm. 'Ik hoop dat je haar zal herkennen' zegt hij.

Ze kijkt mij aan en slaat een hand voor haar mond. 'Jullie... jullie...' stamelt ze, 'laat haar gaan!'

'Dus wel' zegt Mellan grijnzend.

'Wat' vraag ik 'wat is er aan de hand?'

'Leg maar uit' zegt Mellan grijnzend 'Alydah.'

De vrouw rolt met haar ogen. 'Serafina' zegt ze 'weet je wat die ketting betekent?'

'Nee.'

'Je bent een dochter van een koning en koningin. Koning Ludovic en koningin Carolina. Jij bent de kroonprinses van het land Lumen. Tot er oorlog kwam tussen dit land en ons land. De koningin wilde dat jij veilig was dus droeg ze me op om je naar de mensen te brengen. En toen werden we verslagen en ik kon jou niet de waarheid vertellen.'

'Dus u beweert dat ik een prinses ben' vraag ik.

'Ja.'

'Oké' zeg ik 'ik droom echt of zo.'

'Nee' zegt Mellan 'je droomt niet. Hoe oud is ze nu Alydah?'

'Morgen wordt ze achttien.'

'Dus kan krijgt ze haar vleugels.'

'Vleugels? Wat?! Wacht... jullie houden me hier!'

'Natuurlijk' zeggen ze alle drie grijnzend 'jij bent de prinses.'

'En onze koning heeft nog een koningin nodig' zegt een van de mannen 'niet Sire?'

'Klopt' zegt Mellan 'en die heb ik nu gevonden.'

wingsWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu