19

315 24 0
                                    

Mellan kijkt haar aan. 'Ik doe wat ik met haar wil' zegt Mellan grijnzend, 'elf.'

Ailisa snuift. 'Sire' zegt een jongen, 'wat moeten we met hun wapens doen?'

'Mmh' zegt Mellan, 'neem het mee. Ik wil hun wapens wel eens zien. We gaan terug. Breng ze naar de troonzaal.'

Mellan trekt me mee naar het portaal. Hij trekt me vliegend mee naar het paleis. bij de troonzaal gaat hij op de troon zitten. Hij duwt me op mijn knieën half voor zich. Ik kijk hem bang aan. Hij grijnt, 'je hoeft nog niets te doen. Vanavond en de aankomende twee weken wel.'

Ik knik langzaam. De rest wordt binnengeduwd. Merijn hebben ze in een ton gezet. Allemaal zijn ze geketend. 'Dus dit zijn degene wie jouw zouden moeten beschermen' zegt Mellan grijnzend.

Ik sla mijn ogen neer en knik langzaam. 'Wat zijn jullie namen' vraagt Mellan terwijl hij opstaat en een stap naar ze toedoet.

'Waarom zouden we dat vertellen' zegt Dimitri kwaad.

Mellan gniffelt, 'omdat zij het anders moet vertellen en ik haar pijn doe als ze het niet doet.'

'Nee' zegt Dahlicia, 'doe haar niets!'

'Dan vertellen jullie me jullie namen.'

'Dahlicia' zegt Dahlicia, 'ik heet Dahlicia.'

'Merijn' zegt Merijn.

'Melody' zegt Melody.

dimitri en Ailisa blijven stil. Mellan trekt een wenkbrauw op, 'niets?'

'Nee' zegt Dimitri, 'we zeggen inderdaad niets.'

Mellan kijkt naar mij en loopt naar me toe. Hij trekt me omhoog aan mijn haar. 'Ah' zeg ik 'laat los!'

'Nu wel' vraagt Mellan.

Ik zie Dimitri en Ailisa twijfelen.

Mellan snuift en trekt iets meer aan mijn haar. 'Au' roep ik. 'Dimitri' zegt Dimitri snel.

'Ailisa' zegt Ailisa ook snel.

Mellan laat me los, 'mooi zo.'

Mellan duwt me weer op mijn knieën. 'Goed' zegt Mellan, 'jongens. De wolf half zilveren boeien omdoen. De vampier, knoflook bij de deur, de meerman in een droge kamer neerzetten in dat bad, De draak en het meisje gescheiden houden. De elf, goed boeien.'

De mannen trekken ze mee. 'Nee' zeg ik 'niet doen.'

'Wel doen' zegt hij 'ze probeerden weg te komen.'

'Wat zou jij gedaan hebben?!'

Hij kijkt me aan. Ik slik en krimp een beetje ineen. 'Sta op' zegt hij.

Ik sta op. 'Naar mijn kamer' beveelt hij.

Ik vlieg naar zijn kamer. Hij vliegt achter me aan en duwt me op het bed. 'Geen eten voor jou' zegt hij 'als straf voor wat je net zei. Die andere straf merk je vanavond wel. Tot zo.'

Hij sluit me op in zijn kamer. Ik val neer op het bed en begin te snikken. Ik wil dit niet! Ik wil hier weg! Waarom moet mij dit overkomen?! Waarom ik?!

Ik wordt opgeschrikt door iemand die vraagt: 'gaat ie?'

Ik kijk om. Florian staat in de deuropening. Ik ga rechtop zitten en veeg mijn tranen weg. Ik haal mijn schouders op, 'hoor jij niet bij je broer te zijn?'

'Ja' zegt hij 'maar ik dacht dat hij hier was. Hij is nog niet in de eetzaal.'

'Mmh, hij zei dat hij ging eten.'

'En hij sloot je op hier?'

Ik sla mijn ogen neer en knik. 'Mmh' zegt hij 'wil je dat ik met hem praat.'

Ik kijk hem aan, 'jij... je wil... je wil me helpen?'

'Natuurlijk, waarom zou ik dat niet doen?'

Ik haal mijn schouders op, 'je bent het broertje van Mellan en hij wil me pijn doen.'

'Hij is nu boos maar overmorgen niet meer.'

Ik knik langzaam. Hij glimlacht, 'da ga ik naar de eetzaal.'

Hij loopt weg maar sluit me wel op. Ik sta op en ga op de bank zitten. Ik trek mijn knieën op en sla mijn vleugels om me heen. Ik kijk naar buiten. Na een tijdje val ik in slaap. Vliegen is vermoeiend!

wingsWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu