29

284 21 2
                                    

'Laat haar met rust' roept Florian die binnen komt vliegen en hem aanvalt.

Ze rollen over de grond. Ik vlieg baar Alydah toe en maak haar kooi open. Dat doen we ook bij de rest. Florian zit uiteindelijk op Mellan. 'Laat haar met rust' roept Florian.

'Waarom zou ik?! Ze is van mij!'

'Dat is ze niet!'

Ze rollen nog even over de grond en dan slaat Florian per ongeluk zijn broer bewusteloos. Daarna draait Florian zijn broer op zijn rug en bind zijn handen achter zijn rug vast met zijn riem. Hij staat op en sleept Mellan naaar een kooi. Hij stopt hem in de kooi. Daarna land hij op de grond en veegt wat bloed van zijn lip. Hij kijkt mij aan, 'ga.'

'Nee' zeg ik, 'niet zonder de rest. En zonder jou. Je hebt me geholpen en Mellan zal woedend zijn. Ga mee alsjeblieft.'

'Goed, maar dan moeten we nu weg.'

'Nee, niet zonder de rest.'

'Goed, kom mee.'

We rennen achter hem aan. Het gekke is dat er geen zwarte Engelen rond vliegen. We gaan echt naar de cellen. Florian zegt ons te wachten op wat wachters met de rest. We wachten om de hoek en overvallen de wachters die de rest bewaken. 'Prinses' vragen ze.

'David' zeg ik 'hoe komen we hier weg?'

'Tweede gang in' zegt Florian.

'Je gaat mee toch?'

'Jaja. Kom mee anders is Mellan wakker voordat wij hier weg zijn.'

We vliegen voorzichtig achter hem aan naar de poort. We vliegen snel naar de grot toe. Als we in ons land komen staan alle witte wachters er weer. 'Prinses' zeggen ze met een buiging.

'Waar zijn mijn ouders?'

'In de schuilplaats.'

'Kun je ons naar hen toebrengen?'

'Natuurlijk majesteit.'

We vliegen achter ze aan naar een schuilplaats. Sommigen van onze witte engelen lopen kleine stukjes aangezien Mellan ze niet liet vliegen dus eigenlijk konden ze hun vleugels niet strekken. Maar nu kunnen ze eindelijk weer vliegen!

We komen bij een hele grote schuilplaats onder de grond. Mijn moeder zit in een stoel en ze leest een boek. 'Schat' roept ze hard, 'we hebben bezoek.'

Ze staat op en we lopen naar elkaar toe. We omhelzen elkaar. De rest komt binnen. Mijn vader komt aanlopen en omhelst me ook. Daarna kijken we naar de rest. Ze buigen diep. 'Uwe hoogheden' zeggen ze tegelijk.

Zelfs Florian buigt. 'Alydah' zegt mijn moeder terwijl ze naar haar toeloopt. 'Ik bedank je nogmaals voor het veilig brengen van mijn dochter. Onze dochter.'

Alydah glimlacht. Florian kijkt naar het gat waar we doorkwamen. Ik loop naar hem toe en zeg: 'jij blijft.'

'Maar Sera ik kan niet...'

'Niet wat? Je hebt mij geholpen. Daar ben ik je dankbaar voor. Je beschermde me tegen Mellan.'

'Sera' zegt mijn vader, 'dit is?'

Ik trek Florian mee naar mijn vader. 'Dit is Florian. De broer van Mellan en hij heeft me beschermd tegen Mellan.'

'Tegen Mellan' vraagt hij verbaasd.

Ik knik, 'Mellan wilde me... me een soort van aanranden.'

Er steekt weer een wind op. Ik spreid mijn vleugels een heel klein beetje, 'pap. Florian heeft me beschermd tegen hem.'

'Ik ben hem dankbaar daarvoor' zegt mijn vader 'maar Mellan gaat hiervoor boeten!'

'Dat zeker Sire' zegt Ailisa, 'hij heeft nog stees mijn boog!'

Mijn ouders gniffelen. 'Heren' zegt mijn vader, 'breng iedereen naar een kamer. Behalve, prins Florian, Alydah en degenen waarbij mijn dochter een tijdje was.'

De mannen buigen hun hoofd en lopen weg met iedereen die niet hoefde te blijven. 'Goed' zegt mijn vader, 'de namen van degenen waarbij mijn dochter een tijdje heeft gezeten?'





wingsWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu