Hoofdstuk 14

3K 181 9
                                    

Als ik weer wakker wordt duurt het even voordat ik me herinner waar ik ben. De warme flanken van Jonas en Julian helpen me gauw uit dat moment. Ze hebben meteen door dat ik wakker ben geworden, drukken hun snuit tegen me aan. Ik kom rustig overeind en rek me uit. Ik heb heerlijk geslapen, gek genoeg. Ik sta op en ga op de boomstronk zitten waar ik de afgelopen avond koppig ben neergeploft. De broers strekken ook hun poten en schudden de kleine plantjes van de bosgrond van zich af. Ze zien er best schattig uit, zo naast elkaar als twee mooie wolven. Dan veranderen ze weer terug naar hun menselijke vorm. "Lekker geslapen, prinses?" glimlacht Jonas. Ook Julian kijkt me vrolijk aan. "Prima." antwoord ik opgewekt. Dan hoor ik opnieuw mijn maag rommelen. Meteen reikt Julian me één van de vreemde vruchten aan die hij gisteren uit het bos heeft gehaald. De harde schil van de vrucht loopt over van zachtroze naar lichtoranje. Op de schil zitten kleine stekeltjes. Julian maakt de vrucht voor me open. De binnenkant van de vrucht heeft een smeuïg, paars vruchtvlees met kleine pitjes erin. Het smaakt iets bitterder dan de andere vrucht, maar het is toch lekker. Na de vrucht zit ik best vol. Ik vraag me plotseling af of Jonas en Julian in de tussentijd niks hebben gegeten. "Moeten jullie niks eten?" vraag ik de broers. "Daar zorgen we zelf wel voor, maak je niet druk." antwoordt Jonas geruststellend. Plots valt het me op dat ook op de plek waar ik op de grond heb gelegen bloemen zijn ontpopt. Ik herinner me de woorden van Julian. "Kan iemand me alsjeblieft uitleggen waar die bloemen vandaan komen?" vraag ik. "Tja, ik moet eerlijk bekennen dat ik het ook niet zou weten." geeft Julian lachend toe. "Ik gok dat het iets te maken heeft met het 'geheimpje' waar jullie zo geheimzinnig over doen?" Julian kijkt naar Jonas, die rolt met zijn ogen. "Dat zou best kunnen, ja." zegt Julian. "Oké Julian, haal alsjeblieft je broer over om me te vertellen waar dit allemaal over gaat." Julian kijkt Jonas opnieuw aan. Jonas zucht. "Oké, goed!" zegt hij verslagen. Julian grijnst. "Laat mij maar, broertje!" zegt hij vrolijk. Dan went hij zich tot mij. "Als de voorspelling klopt, ben jij misschien anders dan je denkt." "Welke voorspelling?!" roep ik, verward door weer een nieuw raadsel. "Ho ho, rustig aan prinses! Één verhaal per keer, hoor! Waarschijnlijk ben je een elf." Hij kijkt me triomfantelijk aan, hij geniet van mijn verwarring. "Haha, grappig hoor. Ik dacht dat je me eindelijk het serieuze verhaal zou vertellen!" zeg ik boos. Waarom moet hij nou weer zo lastig doen? "Pardon? Trek je nou mijn woord in twijfel?" zegt Julian gespeeld verontwaardigd. "Komt niet heel geloofwaardig over, vindt je wel?" bijt ik hem toe. Maar dan bedenk ik me dat ik hier lopen met twee tweeling-faunaten, in een waarschijnlijk magisch bos in een vreemd land dat Arcana heet. Ik begin te twijfelen. Eigenlijk kan dit er ook nog wel bij. "Ik zou graag willen, prinses. Maar als je in Arcana geboren bent kun je niet liegen. Dat is een ding hier, zeg maar." zegt Julian, opeens serieus. Ik vraag me af of hij een grapje maakt. Maar een compleet andere toon in zijn stem doet me vermoeden dat hij de waarheid spreekt. "Wow.. Dat is irritant!" zeg ik, plotseling vrolijk. Ik snap nu waarom de tweeling mijn vragen steeds heeft ontweken. Ze kunnen niet tegen me liegen! Jonas valt zijn broer bij. "Behoorlijk irritant, ja." Ik grinnik. Nu ik dat weet kan ik het ze lastig maken. "Dus, ik ben een elf?" Julian trekt zijn gezicht weer in de plooi. "Dat denken wij inderdaad, prinses!" roept hij, nu weer opgewekt. "Wat weten jullie daar dan over?" De broers kijken elkaar voor de zoveelste keer aan. Ik vermoed dat ze een soort telepathie gebruiken als ze elkaar zo aankijken. "Er was een voorspelling.." begint Jonas. "Laat mij het maar vertellen, broertje!" roept Julian vrolijk. "Jij maakt er altijd zo'n saai verhaal van." verwijt hij zijn broer lachend.

Unexpectedly [Voltooid]Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu