Hoofdstuk 48

2K 139 12
                                    

Jonas strijkt met zijn hand door mijn haar. Hij tilt mijn kin een stukje op en brengt zijn lippen naar de mijne terwijl hij zijn ogen sluit. Dan komt Levia plotseling de tent binnen. We kijken haar betrapt aan en ik verschuif ongemakkelijk een stukje van Jonas af. "Ik zie dat ik ongelegen kom? Sorry, maar heeft iemand Julian gezien? We zouden trainen, maar die lummel komt niet opdagen." zegt ze bars. Ik buig mijn hoofd als ze Julians naam noemt. "Levia, ehm.. Julian komt niet trainen denk ik." zegt Jonas ernstig. Levia trekt één wenkbrauw omhoog en zet haar hand in haar zij. "Luister, Levia, Julian is weg." Het laatste woord komt er aarzelend uit. "Weg?" vraagt Levia. Jonas knikt. "Weg." Verbazing speelt in Levia's gezicht. "Hoe bedoel je, 'weg'?" vraagt ze nors. Is duidelijk niet gecharmeerd van het nieuws. "Het is een lang verhaal." zeg ik vlug. "Ik heb tijd zat, nu ik niet kan trainen." antwoordt Levia. Ze kijkt me strak aan. "Gisteravond heeft Julian Elise... gebeten." zegt Jonas met een pijnlijk gezicht. "Hij is ziek. Ik heb met hem gevochten en daarna is hij het bos in gerend. We weten niet waar hij nu is." Levia weet even niet wat ze moet doen. Ze kijkt ons aan. Dan knikt ze kort en loopt ze met grote passen weer weg. Ik blijf beduusd zitten. "Waarom is ze altijd zo?" vraag ik na een tijdje. "Ze is niet altijd zo geweest. Na de dood van haar broer James is er iets geknapt van binnen." antwoordt Jonas. Ik herinner me de naam James van toen ik net aankwam in het kamp. "Hoe is hij overleden?" vraag ik voorzichtig. "James dacht sterker te zijn dan iedereen. Het was een geweldige jongen, met een goed hart. Hij was geliefd bij alle faunaten, het meest bij Levia. Maar hij was ook egoïstisch en overmoedig, hij dacht dat hij Arcana zonder hulp van Helena en haar duistere strijders kon bevrijden. Levia heeft hem altijd geprobeerd tegen te houden, maar op een nacht is hij er vandoor gegaan om in zijn eentje tegen de duistere strijders te vechten. Dat heeft hij niet overleefd. Het ergste was dat de schaduwen hem aan de vlag van het faunatenkamp hebben gehangen, met de stok door zijn lichaam geboord. Sindsdien is Levia niet meer de oude." legt Jonas uit. Ik slik. Plotseling begrijp ik Levia een stuk beter. "Wat.. erg." zeg ik meelevend. Jonas knikt. "James was alles voor Levia." Daarom is Levia dus altijd zo boos. Ze mist haar broer. "Het feit dat jij er nu bent om ons te bevrijden van het duistere rijk doet haar pijn, omdat je in haar ogen te laat bent." voegt Jonas eraan toe. "Te laat wás." zeg ik kalm. "Was?" Ik knik. "Ik kan jullie niet meer helpen, weet je nog? Het zal niet lang duren voor ik ook ziek word." Jonas schudt zijn hoofd. "Dat kan gewoon niet. De voorspelling gaat over jou, het kan nooit zo zijn dat je overlijdt voor je ons hebt geholpen." Ik kijk hem aan. "Jonas, misschien gaat de voorspelling niet over mij." Hij schudt nogmaals zijn hoofd. Ik leg me erbij neer en zucht diep. "Hoe lang zou het duren tot ik ziek word?" Vluchtig controleer ik mezelf op zwarte aderen. "Zou ik het merken? Aan het begin, bedoel ik." Jonas haalt zijn schouders op. "Ik weet het niet. Misschien niet." Ik word bang als ik denk aan het feit dat ik ziek word en dood zal gaan. "Jonas?" Ik kijk hem vragend aan. "Ja?" vraagt hij. "Als je iets aan me merkt, beloof je dan dat je me naar Hilde brengt? Niet denken dat het niks is, ik wil je geen pijn doen." Jonas kijkt me met pijn ik zijn ogen aan. "Ik... oké" zegt hij twijfelend. Ik weet dat hij het moeilijk vindt, maar hij mag me hem niet ziek laten maken. "Beloof het." zeg ik zacht. Jonas kijkt me smekend aan. "Beloof het." herhaal ik. Ik zie het verdriet op zijn gezicht. "Ik beloof het." zucht hij verslagen. "Maar alleen omdat ik van je hou." voegt hij eraan toe. Ik knik. "Als ik maar zeker weet dat je me niet laat gaan. Ik kan het niet aan om andere mensen pijn te doen, te vermoorden. Ik weet niet zeker of ik het zelf door zal hebben, dus moet je ervoor zorgen dat ik bij Hilde kom." leg ik uit. "Oké." zegt hij pijnlijk. Jonas vindt het duidelijk lastig. "En als ik dood ga.." "Je gaat niet dood." onderbreekt Jonas me. "Áls ik dood ga, beloof je dan dat je me zult vergeten en verder gaat? Dat je alle mensen die ik niet heb kunnen helpen helpt voor mij?" Jonas kijkt aarzelend. "Ik kan niet verder zonder jou." zegt hij uiteindelijk. "Dat kun je wel. Beloof me dat je dat zult doen, Jonas. Voor mij." Jonas krijgt tranen in zijn ogen, ik heb medelijden. "Voor mij?" vraag ik zacht, terwijl ik mijn hand langs zijn zachte wang laat glijden. Jonas slikt. "Voor jou." zegt hij dan.

Unexpectedly [Voltooid]Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu