Plotseling wordt ik van achteren beetgegrepen. Ik slaak een bloedstollende kreet. "Elise!" roept Julian geschrokt. Vier ijskoude klauwen prikken ruw in mijn huid. Ze klampen zich vast in mijn vlees en trekken me met een wilde ruk van de grond. Schoppend en gillend probeer ik me uit de benarde positie te bevrijden. "Julian!" schreeuw ik in paniek. Ik zie hoe ik steeds verder van de grond geraak. Twee duistere strijders proberen me mee te nemen, ik begrijp niet waarom. Ze hadden me meteen kunnen doden. Ik schreeuw mijn keel schor, ik blijf Julians naam herhalen. Hij kijkt wanhopig om zich heen, maar moet een nieuwe schim afweren en verliest me uit het zicht. Ik wordt hoger en hoger opgetild, de klauwen in mijn huid zijn zo koud dat het brand. Om me heen zie ik zwarte rook terwijl we sneller dan het licht vooruit schieten. De lucht wordt uit mijn longen geslagen door de plotselinge druk. Ik heb geen idee hoe lang we zweven, hoe ver we gaan. Het voelt voor even alsof ik direct in de hel ben beland. Mijn huid schroeit en ademen gaat lastiger dan ooit. De schimmen maken afschuwelijke sissende en krijsende geluiden. Ik kan niks zien, tot we met een smak op de grond terecht komen. Ik begin te hoesten en te proesten. Met tranende ogen van de wind kijk ik rond. Ik ben in een enorme hal die zo donker is, dat het lijkt of alles van dezelfde materie is gemaakt als de duistere strijders die me nog steeds in hun ijzige greep hebben. Het gebouw heeft een sfeer als dat van een enorm kasteel of slot. Er hangt een duistere atmosfeer, en de lucht is weeïg. Ik wordt er misselijk van. En al is het voor de hand liggend aangezien ik hier heen ben gebracht door krijsende wezens gemaakt van zwarte mist, heb ik absoluut geen goed gevoel over de plek waar ik terecht ben gekomen. Het enige licht in de hal lijkt te komen van een zwak gegloei zonder een duidelijke afkomst. Het ruikt naar dood. Het moment wordt onderbroken als de krijgers me ruw vooruit duwen, door de reusachtige ruimte. We naderen een grote, dreigende stoel die vermoedelijk een troon moet voorstellen. Vanzelfsprekend is deze glanzend zwart. De troon lijkt gehakt uit donker kristal. Iets zegt me dat ik de eigenaar niet wil ontmoeten. Een zwarte rook als die van de strijders schiet over mijn hoofd naar de troon, waar hij dikker wordt en verdwijnt, om een angstaanjagende gestalte achter te laten. Helena. Ze is een beeldschone verschijning, in een met donkere kristallen bezaaide jurk. Duister en dreigend. Prachtig en overweldigend. Lang, golvend bruin haar omlijnt haar gezicht. Haar ogen zijn groen als smaragden. Meteen voel ik me een zwakke nietsnut. "Welkom." spreekt Helena met een misselijkmakend zoete stem. Haar gezicht produceert een hagelwitte glimlach, maar haar ogen zijn ijskoud. "Elise, toch?" vraagt ze, alsof ze er niet zeker van is. Onwillig knik ik. "Mooi. Je kunt wel raden waarom ik je hierheen heb laten halen, neem ik aan." gaat ze verder met haar zoetgevooisde stem. Ik ben te overrompeld door haar verschijning om antwoord te geven. "Kom op!" sist Helena plotseling fel. Ik zou zweren dat ik haar ogen even paars zag worden. "D-de voorspelling." stotter ik snel. "Juist." antwoord ze goedkeurend. De neppe glimlach keert terug. "En die ken je, toch?" Ik besluit dat de vriendelijke stem nog angstaanjagender is dan de boze. Ik knik zacht. "Jij," gaat Helena verder terwijl ze me spottend opneemt, "zou mij verslaan." Haar stem druipt van minachting. "Dat is natuurlijk niet wat ik in gedachten had." Ze kijkt naar me alsof ik braaf hoor te knikken, begripvol alsof ze zojuist een rekensommetje heeft uitgelegd. Beschaamd kijk ik naar mijn voeten, ik voel me een nul. "Dus besloot ik er een stokje voor te steken." zegt Helena. "Al weet ik niet of dat nodig was." Plotseling wordt ik kwaad. Ze hoort bang voor me te zijn, ik ben toch degene die haar te gronde zal richten? Ik hef mijn hoofd op en kijk haar woedend aan. Meteen verschieten Helena's ogen van groen naar paars, waarbij een sissend geluid uit haar keel komt. "Dit lijkt me niet het moment om brutaal te doen." snauwt ze. Het feit dat ze me behandeld alsof ik niks waard ben doet mijn bloed koken. Ik haar een paar keer diep adem en voel dat mijn huid begint te gloeien. Krijsend schieten de schimmen die me nog altijd in hun klauwen hadden achteruit. Meteen staat Helena op uit haar stoel terwijl haar haren woest om haar gezicht wapperen alsof er plotseling een storm is komen opzetten. Met een krachtig gebaar steekt ze haar arm naar me uit, waarbij ik een onzichtbare kracht om mijn keel voel drukken. Helena brengt haar hand met een ruk omhoog, zodat ik wordt opgetild tot een paar meter boven de grond. Ik probeer spartelend lucht te krijgen. "Dat was geen slimme zet." zegt Helena doodkalm, maar haar ogen zijn nog steeds gloeiend paars. De kracht verplaatst zich van mijn hals naar mijn middel, waardoor ik weer lucht krijg. Het voelt alsof ik wordt opgetild door de hand van een enorme reus. Of een boa constrictor, want Helena's hand balt zich tot een vuist waardoor ik fijn wordt geknepen. De macht die ik zojuist voelde is verdwenen als sneeuw voor de zon. Ik probeer mijn krachten terug te vinden en me te herpakken, maar er is geen beginnen aan. Ik verslap in de onzichtbare hand. Helena krijgt een duivelse grijns op haar gezicht. "Het verbaast me hoe gemakkelijk dit gaat. Ik zou je zonder moeite kunnen doden. Dat klopt niet, toch?" zegt ze vals. Toch zie ik oprechte twijfel in haar ogen, het is te simpel als de voorspelling er zo naast zit. Daarom gebruik ik de enige tactiek die ik kan bedenken: bluffen. "Je hebt geen idee waar ik toe in staat ben." zeg ik langzaam. Meteen hoor ik dat het een verloren zaak is, ik klink geenszins overtuigend. Helena's holle lach vult de ruimte. Ze lacht me uit. De withete woede is op slag terug in mijn lichaam. Vuur brand in mijn aderen. Met alle kracht die is teruggekeerd bevrijd ik me uit de machtige greep, waardoor ik met een smak op de grond plof. Ik voel bijna niks en sta meteen op. "Kijk nou eens, heb ik je onderschat?" grijnst Helena. Ze houdt haar hoofd schuin.
Hey iedereen,
Na een lange tijd weer een hoofdstuk, ik moet er toch een keer een eind aan breien ;)
Nadine
![](https://img.wattpad.com/cover/68290945-288-k128486.jpg)
JE LEEST
Unexpectedly [Voltooid]
FantasíaHet leven van Elise (15) staat op zijn kop als haar ouders besluiten om te verhuizen naar het afgelegen Lakefield, aan de rand van het bos. Elise ziet het niet zitten, ze heeft haar hele leven in de stad geleefd en moet al haar vrienden achterlaten...