"En? Hoe gaan we nu verder?" vraag ik. "Nou, vliegen wordt hem voorlopig niet geloof ik." zegt Julian sarcastisch. Ik ben nog boos op hem. "Laten we maar te voet verdergaan, voor even." zegt Jonas. Ik kijk hem meelevend aan. Hij loopt nog een beetje mank. Ik loop tussen de broers in verder. Jonas merkt dat ik nog kwaad ben. "Het is al goed. Het is niet echt zijn fout. Ik had moeten aangeven dat ik te zwak was om te transformeren." Ik denk na. Waar zouden faunaten hun kracht om te transformeren vandaan halen? "Hoe komt dat dan?" probeer ik. "Hij heeft niet genoeg gegeten de afgelopen dagen. Ik heb meer gevangen dan hij." antwoordt Julian voordat Jonas iets kan zeggen. "Gevangen?" ik vraag me opeens af of de jongens soms jagen om te overleven. "Faunaten drinken bloed om te overleven en halen daar hun kracht vandaan om te transformeren. Een beetje als de vampierverhalen waar jullie wereld van stikt." legt Julian uit. "Op dit moment leven we van het bloed van kleine wezens in het bos." vult Jonas aan. "Maar voor een faunaat is het krachtigste bloed dat er bestaat elfenbloed." zegt Julian. Jonas kijkt hem boos aan. "Wat?" vraagt Julian zo onschuldig mogelijk. "Ik ben heus niet vergeten dat ons prinsesje een elf is, hoor. Maar ze mag het toch wel weten?" "Dan moet je mijn bloed nemen, Jonas." zeg ik vastberaden. Jonas schudt zijn hoofd. "Daarom wilde ik dus niet dat je het haar vertelde!" verwijt hij Julian. Tegen mij zegt hij: "Gaat niet gebeuren, prinses. Als elfengroentje heb jij je bloed hard nodig." "Een beetje is toch niet erg? Zo kun je niet het hele eind lopen!" probeer ik hem over te halen. "Het gebeurt niet. Punt." zegt Jonas stug. Hij probeert natuurlijk te doen alsof hij het niet nodig heeft, denk ik. "Het zou geen slecht idee zijn, broertje. Kijk hoe je erbij loopt." valt Julian me bij. Maar Jonas verandert niet van gedachten. "Hou op, Julian! Ze gaat nog denken dat je het meent."
Na een lang stuk lopen bereiken we de voet van een berg. Dit moeten de bergen zijn waar Julian het over had. Als we hier overheen zijn komen we dus eindelijk aan bij waar we dan ook de hele tijd zo'n moeite voor doen. "Als we daar overheen moeten kan het nog wel even duren." zegt Julian. Ik ben het met hem eens. "Maar vliegen gaat nu niet." leg ik uit. Jonas knikt. "Ik denk niet dat dat een goed idee is." zegt hij. "Dan wordt het lopen." zucht Julian. We lopen via een paadje de bergen in. Het is een steile klim. "Altijd leuk, zo'n stukje wandelen door de bergen." zegt Julian sarcastisch. Ik kijk hem aan. "Heel leuk.." Ik voel dat Jonas zich schaamt omdat we dankzij hem moeten lopen. "Jullie kunnen ook alvast gaan vliegen. Ik zie jullie daar wel." stelt hij voor. Ik kijk Julian aan, maar die schudt zijn hoofd. "Ik denk dat het veiliger is als we met zijn allen bij elkaar blijven." verteld hij. "Veilig waarvoor?" vraag ik. "Deze bergpas wordt soms gebruikt door de koboldtroepen." legt Jonas uit. Tuurlijk, kobolden.. Alsof het allemaal nog niet raar genoeg was. "Kobolden.." mompel ik. Julian moet lachen. "Het moet wel erg raar klinken allemaal, voor iemand die haar hele leven in de grote stad heeft gewoond." Ik knik. Door zijn opmerking moet ik opeens denken aan mijn ouders. Ik voel een steek in mijn buik. Ik mis ze enorm. En wat zullen ze denken, ze zijn vast enorm ongerust! Hoe lang ben ik al weg? "Ik moet opeens denken aan mijn ouders. Ze zullen vast vreselijk ongerust zijn!" zeg ik tegen de broers. "Geen zorgen," verzekert Julian me, "tijd verloopt hier iets anders dan waar jij vandaan komt." Ik denk na over zijn woorden. Zou er helemaal geen tijd verstreken zijn sinds ik weg ben gegaan? "Het is inderdaad wel erg moeilijk te bevatten, dit hele gebeuren." beken ik aan Julian. Hij glimlacht naar me. Als hij zo naar me kijkt voel ik heel even vlinders kriebelen in mijn buik.
Het begint alweer donker te worden, merk ik. Jonas heeft het ook door. "Misschien dat we hier moeten overnachten." zegt hij. Ik knik. "Dat is misschien wel het beste." stem ik in. Julian weet het niet zeker. "Denk je dat het hier veilig is?" vraagt hij zijn broer. "Ik denk dat we het best een eindje van het pad beschutting kunnen zoeken." legt Jonas voor. Julian en ik zijn het met hem eens. We vinden een kleine grot in een rotswand, een eindje van het pad af. Het is vanaf het pad niet te zien, wat gunstig is. Ik ga in de grot op mijn zij liggen, en krul me op. Julian neemt zijn wolvengedaante aan en gaat warm tegen me aan liggen. Jonas moet zijn krachten sparen. Hij gaat bij de opening van de grot tegen de wand zitten. Hij laat zijn hoofd hangen, terwijl hij zijn ogen sluit. Langzaam vallen we allemaal in slaap.
![](https://img.wattpad.com/cover/68290945-288-k128486.jpg)
JE LEEST
Unexpectedly [Voltooid]
Viễn tưởngHet leven van Elise (15) staat op zijn kop als haar ouders besluiten om te verhuizen naar het afgelegen Lakefield, aan de rand van het bos. Elise ziet het niet zitten, ze heeft haar hele leven in de stad geleefd en moet al haar vrienden achterlaten...