Hoofdstuk 16

2.9K 175 1
                                    

Ik voel hoe ik wordt opgetild van de grond. We schieten met een rotvaart de lucht in. We stijgen hoger en hoger, tot we boven het bladerdak vliegen. Ik kijk voorzichtig omlaag, om niet te erg te schrikken van de hoogte. Ik zie dat onder ons ook Jonas is opgestegen. Mijn ogen beginnen te tranen van de wind, maar het deert me niet. Ik heb nog nooit zoiets gaafs gedaan! Het is een heerlijk gevoel, hoog in de lucht met de wind door mijn haren. Ik klamp me nog iets steviger aan Julian vast. Jonas komt naast ons vliegen. "Wow! Dit is gaaf zeg!" roep ik, terwijl ik iets meer ontspan op Julians rug. "Zolang je je maar stevig vasthoudt, prinses!" roept Julian vrolijk. Ik ben een soort van verbaasd om zijn stem te horen uit de snavel van de gigantische vogel. "Een stuk sneller dan jouw gedrentel, denk je niet?" lacht hij. Ik kan me nu best voorstellen dat de tweeling me langzaam vond. "Eerlijk gezegd wel, ja.." zeg ik zogenaamd beschaamd. Ook Jonas moet nu lachen. Ik geniet van de geweldige ervaring. "Vertrouw je me, prinses?" Ik kijk Julian vragend aan. "Vertrouw je me?" Ik aarzel. Dan knik ik. Julian maakt een enorme duikvlucht, ik klamp me angstig vast als we door de lucht zoeven. Dan gaan we weer om hoog. Ik haal opgelucht adem. "Jemig! Je laat me schrikken!" roep ik geschokt. Dan glimlach ik. "Maar het was wel heel cool." "Ja, hè?" zegt Julian stralend. Ook Jonas maakt een duikvlucht en komt daarna weer naast ons vliegen. "Hoe ver moeten we eigenlijk vliegen?" vraag ik de broers, die helemaal in hun element zijn. "Niet zo ver meer, straks komen we bij de bergen, en dan zijn we er al." Ik schud mijn hoofd. Julian zei net dat het niet ver lopen meer was. Als we dit stuk hadden moeten lopen waren we minimaal nog een dag onderweg geweest. "En dit wilden jullie nog gaan lopen?" vraag ik. "Zo ongeveer." lacht Jonas. Ik sla mijn handpalm tegen mijn voorhoofd, terwijl ik mijn hoofd nogmaals schud. Dan merk ik dat ik één arm heb losgelaten van Julians dikke verenkleed. Ik schrik eerst, maar merk dan dat het prima gaat zo. Heel voorzichtig laat ik mijn andere arm ook los, terwijl ik me stevig vastklamp met mijn benen. Even voelt het onwennig, maar dan overspoelt een golf van adrenaline mijn lichaam. Ik spreid mijn armen wijd. Het voelt alsof ik zelf vleugels heb gekregen. Ik slaak een vrolijke kreet. Ik sluit mijn ogen. Dit moment is volmaakt. "Doe je wel voorzichtig, Elise?" vraagt Jonas bezorgd. Ik lach om zijn bezorgdheid. "Dit gaat prima hoor!" roep ik plagerig. Julian gaat nog iets sneller vliegen, ik merk dat Jonas moeite heeft om hem bij te houden. Ik laat mijn armen weer zakken, nu Julian zo snel gaat vind ik het toch wel een beetje spannend. "Kom je nog, broertje?" roept Julian om Jonas te pesten. Die slaat een paar keer hard met zijn vleugels, maar gaat meteen daarna weer langzamer. "Je moet iets langzamer vliegen Julian, hij kan je niet bijhouden." zeg ik. Julian lacht alleen maar, hij past zijn tempo niet aan. Ik kijk achterom. Jonas vliegt nu een eindje achter ons. Ik heb medelijden met hem. "Wacht nou even op Jonas!" dring ik aan. Julian luistert niet naar me. In plaats daarvan slaat hij nog een paar keer extra hard met zijn vleugels. Jonas vliegt steeds verder achter ons. "Hou op, Julian!" roep ik boos. Dan zie ik dat Jonas het niet langer aankan. Hij stort naar beneden, door het dichte bladerdak heen.

Unexpectedly [Voltooid]Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu