"Hallo prinses." Ik draai me met een ruk om, en kijk recht in de ogen van de knapste jongen die ik ooit heb gezien. Hij kijkt me aan met een brede grijns. "Wat doe jij zo laat nog hier?" gaat hij verder. Zijn haar is donkerbruin en nét iets te lang, waardoor het op een schattige manier danst in het zachte briesje dat het bos doet ruisen. Zijn ogen zijn helder groen, ze houden mijn blik een tijdje vast. De jongen is zeker een kop groter dan ik, en ik schat hem ongeveer zeventien. Ik ben veel te beduusd om antwoord te geven, maar hij gaat onverstoorbaar door. "Ik had je wel verwacht natuurlijk, maar niet op dit tijdstip eerlijk gezegd." Ik staar hem met grote ogen aan. Ik zet alles voor mezelf even op een rijtje. Ik sta in een donker bos, ik ben de dansende lichtjes gevolgd. Nu sta ik te praten op een open plek, met de knapste gast die ik ooit heb gezien. Met een gast die ik dus midden in dit donkere bos heb ontmoet, midden in de nacht, realiseer ik me. "Je bent niet erg spraakzaam, hoor. Laten we dan maar gaan, Elise. Het is hier niet zo heel warm." Ik kijk hem verschrikt aan. "Elise?!" vraag ik verdwaasd. "Ja, je gaat me toch niet vertellen dat ik het verkeerde meisje dat de lichtjes is gevolgd voor me heb, hè?" Ik kan het niet helemaal bevatten. Hoe weet deze vreemdeling in het bos mijn naam? "Nou?" Hij kijkt me onderzoekend aan. "Ehh, nou, nee, maar.. hoe weet je mijn naam?" stamel ik een beetje onzeker. Hij grinnikt. "Ik weet alles, prinses." verteld hij me met een brede glimlach. "Maar, eh, wie ben jij eigenlijk?" probeer ik te vragen zonder al te hopeloos te klinken. "Mijn naam doet er niet toe, laten we gaan." Dan krijg ik iets meer zelfvertrouwen. "Ik ga niet mee met iemand die ik 's nachts heb ontmoet in het bos, die niet eens zijn naam wil geven." De jongen kijkt verrast. "Als ik je mijn naam geef, ga je dan mee?" "Ehh, misschien... Ik weet niet eens waar we heen gaan." "Dat maakt ook niet uit, maar mijn naam kan ik je geven. Ik ben Jonas." Hij stak zijn hand naar me uit. Een beetje verbaast schud ik zijn hand. Zijn hand is warm en behaaglijk. Ik kijk hem aan. Hij grijnst naar me. Dan pakt hij mijn arm en begint hij te lopen. "Kom, we gaan!" verkondigt hij. Zijn gespierde arm maakt dat ik niet anders kan dan hem volgen.
Na een tijdje lopen bereiken we een plek tussen de bomen. Op de grond zie ik een cirkel van kristallen. Jonas loopt om de cirkel heen, en elk kristal gloeit op tot een betoverend lichtje. Hij loopt de cirkel rond, tot hij weer aan mijn zij staat. Jonas glimlacht naar me, en ik glimlach onbewust terug. Dan pakt hij opnieuw mijn hand. Het voelt veilig, maar ik vind het toch vreemd dat ik hier sta met de eerste de beste vreemdeling die ik midden in de nacht heb ontmoet in het bos. Maar Jonas heeft iets behaaglijks, iets wat maakt dat ik niet weg wil rennen. Het midden van de cirkel begint ook op te lichten, het lijkt alsof de grond begint te draaien. Steeds meer aarde begint te draaien en licht te geven, tot ik met ogen als schotels kijk hoe de hele cirkel verandert is in een lichtgevende draaikolk. "Daar gaan we!" haalt Jonas me opeens uit mijn gedroom. Hij grijpt mijn hand wat steviger vast en trekt me de draaikolk in.

JE LEEST
Unexpectedly [Voltooid]
FantasíaHet leven van Elise (15) staat op zijn kop als haar ouders besluiten om te verhuizen naar het afgelegen Lakefield, aan de rand van het bos. Elise ziet het niet zitten, ze heeft haar hele leven in de stad geleefd en moet al haar vrienden achterlaten...