Hoofdstuk 59

1.8K 120 19
                                    

"Dat zóú geweldig zijn." zegt Hilde. Aan de nadruk op 'zou' is te horen dat ze niet weet of dat mogelijk is. Ik denk diep na. Hoe zou ik dat moeten doen? "Zou ik het kunnen proberen? Mijn krachten gebruiken op een patiënt?" vraag ik uiteindelijk. "Weet je hoe je ze moet gebruiken?" Ik haal mijn schouders op. "Ik denk het wel, maar ik weet niet zeker of ik het ook bij iemand anders kan." zeg ik. "Het is de moeite waard om het te proberen." zegt Jonas. Ik staar naar het dichtstbijzijnde bed. De zieke kucht klaaglijk. Hilde knikt naar me, ze weet wat ik denk. Zonder iets te zeggen sta ik op en ga ik naast het bed staan. De zieke kijkt verward. Het is een faunaat met donker haar en een stoppelbaard, ik heb hem wel eens bij het kampvuur gezien. Hij zag er toen een stuk krachtiger uit dan nu. Zijn ogen zijn nog niet rood, maar zijn huid is bleek en ik kan duidelijke zwarte lijnen over zijn huid zien lopen. De man stelt geen vragen als ik mijn handen op zijn borstkas leg. Ik sluit mijn ogen. Ik zei toch dat je het kon. De stem is terug. Het geeft me een warm gevoel vanbinnen, als de stem me helpt moet ik het kunnen. Je weet nu hoe het moet. Ik verzamel mijn krachten langzaam tot een grote bundel, zoals de stem me heeft geleerd. Heel goed. Ik voel het bekende gouden licht gloeien binnen in mij. Ik gluur door mijn oogleden en kan duidelijk de schaduwen zien die de man in een stevige greep houden. Ze lijken naar me te sissen, alsof ze het deze keer niet zomaar zullen opgeven. Laat geef het nu aan hem. Laat het overvloeien. Ik knik als antwoord op de stem. Ik stel me voor dat het gouden licht door mijn armen naar het lichaam van de man toe stroomt. Ik voel de kracht door mijn armen vloeien, ik voel hoe mijn vingertoppen het licht afgeven aan het lichaam van de man. Ik doe nieuwsgierig mijn ogen open en kijk naar de man, die van binnenuit lijkt te gloeien van goud licht. De schaduwen deinzen achteruit, maar gaan niet weg. Ik vraag me af hoeveel Jonas en Hilde hiervan meekrijgen, maar ik kan me niet omdraaien. Ik laat een nieuwe golf van kracht door mijn armen glijden. De gloed van goud om de man heen wordt groter, ik zie hoe gouden tentakels uithalen naar de schaduwen en ze doorboren. Langzaam verdwijnen ze allemaal. Dan trekken de gouden tentakels zich terug en voel ik opnieuw de opluchting door me heen gaan. Ik haal mijn handen weg en kijk naar de man, die in zijn glazige ogen knippert terwijl hij zich afvraagt wat er is gebeurt. Ik wil hem vertellen wat ik heb gedaan, maar ik kan de juiste woorden niet vinden en daarom glimlach ik naar hem. Er verschijnt een dankbare glimlach op zijn gezicht die me herinnert aan hoe ik me voelde toen de schaduwen me eindelijk verlieten. Hilde en Jonas zijn opgestaan toen ik mijn handen terugtrok en turen over mijn schouders mee wanneer de bleke kleur en de zwarte aders verdwijnen. "Ik ben beter, is het niet?" vraag de man. Ik knik. "Jij bent een engel. Jij bent gestuurd door om ons te redden." zegt de man met een brede glimlach. Ik bloos. "Min of meer." lacht Jonas. Hilde heeft de man ondertussen losgemaakt, hij komt overeind terwijl hij over zijn kapotte polsen wrijft. Voor ik het weet krijg ik een stevige omhelzing van de faunaat. "Ik ben je eeuwig dankbaar." zegt hij. "Misschien moet je je vrouw maar eens opzoeken, Harold." zegt Jonas grijnzend. De man knikt en loopt langs ons de tent uit terwijl hij nog een bedankje mompelt. Ik krijg een warme glimlach van Hilde en Jonas. "Jij hebt zojuist de meest gevreesde en dodelijkste ziekte ooit overwonnen." zegt Hilde. Ik glunder.

Na nog twee patiënten ben ik compleet uitgeput. "Ik denk dat je moet stoppen voor vandaag." zegt Jonas. Ik val bijna om en ga op het klapstoeltje zitten. "Zo gaat het niet snel genoeg. Dit gaat nooit lukken en er zullen mensen blijven sterven." zeg ik verslagen. "Als je nu door gaat kost het je jouw even leven." zegt Hilde. Dat moet ik toegeven. "Er moet iets anders zijn wat ik kan doen." zeg ik. "Wat je ook doet, je doet het niet vandaag. Jij hebt rust nodig." Ik laat me door Jonas naar zijn tent brengen. Het is niet nodig om weer bij hem te slapen, maar het voelt goed, dus ik stel geen vragen en ga uitgeput op het bed liggen. "Ik moet iets anders proberen." zeg ik tegen Jonas, die tegenover me zit. "Wat je doet is geweldig." zegt hij. Ik schud mijn hoofd. "Met dit tempo zullen er steeds mensen ziek blijven worden en sterven. Dit gaat niet snel genoeg." spreek ik hem tegen. "Daar heb je gelijk in." zegt Jonas peinzend. "Maar wat zou je kunnen doen? Je hebt gezien hoeveel kracht het vergde om deze mensen te genezen." Hij heeft gelijk. "Toch geef ik niet zomaar op. Ik zal een manier vinden, dat moet." zeg ik hem, maar ik kan moeilijk mijn ogen open houden. "Je moet eerst rusten." zegt hij. Ik weet dat hij gelijk heeft, dus ik sluit mijn ogen.

"Elise? Ben je al wakker?" klinkt Jonas' zachte stem. Ik open mijn ogen en grijns. "Nu wel." zeg ik met een ochtendstem. Ik kom overeind. "Ik heb nagedacht over wat je zei." zegt Jonas. Ik denk aan gisteren, aan de zieken die ik heb genezen. En het probleem in snelheid. "Ik ben naar Hilde gegaan, ik heb even met haar gesproken over ideeën." gaat Jonas verder. Ik voel genegenheid, hij is zo zorgzaam. Ik kan aan zijn gezicht aflezen dat hij er alles aan doet om te helpen. "Ik denk dat ik een oplossing heb gevonden, maar volgens Hilde is het niet makkelijk. Je moet zeker weten dat je het aankan." Ik vraag me af wat hij bedacht heeft. "Hilde vertelde me dat je als levenself kracht kunt putten uit andermans bloed." zegt Jonas. De glimlach verdwijnt van mijn gezicht. Ik weet wat hij gaat zeggen. "Als je mijn bloed neemt heb je misschien genoeg kracht om meer mensen tegelijk te genezen." Hij kijkt me verwachtingsvol aan, als een kind dat een tekening laat zien. "Ik wil.." Ik stop halverwege mijn zin. Ik wil zijn bloed niet nemen. Maar het is wél een kans om alle zieken te helpen. Ik weet dat de keus om het niet te doen egoïstisch is en ik de zieken moet helpen. Ik zucht. "Oké."

Hallo allemaal!
Eerst wil ik even zeggen dat de reacties altijd het leukst zijn om te lezen, dus zouden jullie willen reageren wie je favoriete karakter is en waarom? Alvast bedankt! Verder weer een promo, dit keer voor mijn lieve vriendin  xtjitskejurgens die net is begonnen aan een nieuw verhaal: Dans van de Liefde.

Dans van de Liefde gaat over de jonge Nadia Steenbergen, ook wel Nanna genoemd. Ze danst al haar hele leven en wordt eindelijk toegelaten op de Dansacademie Lucia Marthas. Ze ontmoet daar Jonah, op wie ze verliefd wordt. Maar als de relatie afzwakt maakt Nanna het uit en verruild ze Jonah voor de stagiair Liam. Hij blijkt echter niet zo perfect als hij lijkt, maar liefde maakt blind. Liam bedreigd Nanna en laat haar opdrachten uitvoeren, doet haar pijn als ze weigert.

Lees vooral het boek als je wilt weten hoe het afloopt! Op dit moment staat er pas één hoofdstuk en een proloog online, maar dat wordt snel meer.

Xx Nadine

Unexpectedly [Voltooid]Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu