7. Stalker
Hoewel de jongens het er al gauw over eens waren dat Ashleys handreflex en kracht erg bijzonder waren, maar niet iets om over door te zeuren, bleven Abbey en Kristen er vol verbazing over door praten. Dus al snel wist Meredith er ook van en die was er niet gecharmeerd van dat Ashley opnieuw alle aandacht –ondanks dat het onwillig was- naar zich toe trok.
Ze was dan ook in de pauze zwaar geïrriteerd en zei bijna niets, waarin Ashley haar volgde. Het bleek al vlug dat Meredith een uitlaatklep nodig had en ofschoon Ashley dit ook verzocht, reageerde ze zich niet af op onschuldige voorbijgangers, zoals Meredith dit met genoegen deed. Naarmate ze dan ook meer mensen afsnauwde, was duidelijk te zien dat ze zich beter begon te voelen. Aan het eind van de pauze kon er zelfs een geniepig lachje vanaf.
Ze begon weer met Abbey en Kristen te praten, maar hield Ashley extra buiten het gesprek. Zodra zij binnen gehoorsafstand was, hield Meredith extra haar mond en keek haar dan verwaand aan. Ashley hoorde slechts een woord: Emily.
Maar wat ze over Emily zei, kon Ashley niet horen. Ze kwam hier dan ook pas achter na school. Ze liepen over het schoolplein richting de fietsenstalling, toen ze Emily daar tegen kwamen. Toen zij hen opmerkte, friemelde ze snel haar slot open en pakte haar fiets met de bedoeling om meteen weg te rijden.
Ze kreeg hier echter geen kans voor, want de jongens –en tot Ashleys grote teleurstelling ook Olivier- gingen voor haar staan en vormden een ondoordringbare muur van lichamen. Andere scholieren begonnen het schouwspel ook op te merken en al gauw kwamen ze nieuwsgierig in een grote cirkel om hen heen staan.
Ashley, die hier absoluut niets mee te maken wilde hebben, boog zich over haar fiets heen en haalde hem van het slot. Het was echter niet genoeg om Merediths triomfantelijke stem te onderdrukken.
‘Hallo, Emily,’zei ze verwaand en haar stem drukte al volop uit dat ze iets van plan was. ‘Waar ga je zo snel heen?’
‘Wat dacht je van naar huis?’zei Emily kattig. ‘Of is dat voor jou misschien te voor de hand liggend?’
‘Zeg je geen ‘hoi’ meer tegen ons? We waren ooit vriendinnen.’ Grijnzend keek ze achterom naar Abbey en Kristen, die opgewonden giechelden.
‘Je zegt het perfect! We wáren ooit vriendinnen. Nu dus niet meer.’
‘Nee, in godsnaam niet!’riep Meredith uit in een vreugdeloze lach. ‘Na alles wat je ons hebt aangedaan!’
Emily’s gezicht vertrok en ze smeet haar fiets neer. ‘Wat ík júllie heb aangedaan?! Val dood, man!’
‘Hoor ik daar een vervloeking, heksje?’vroeg Meredith treiterig. ‘Ik weet dingen van jou, juffie, die je voorgoed…laten we zeggen bijblijven. En anders ons wel,’voegde ze er nog aan toe en ze giechelde.
‘Wat wil je?’vroeg Emily, die diep in- en uitademde.
‘Ik wil dat deze school weet wie ze tegenover zich hebben!’
‘Doe dit niet, Meredith. Als je ook maar een greintje fatsoen hebt, doe dit niet.’
‘Want anders? Vervloek je me, zoals je Jerry hebt vervloekt?’
Het schoolplein barstte in lachen uit en Jerry joelde Emily uit, die woest Meredith aan keek. ‘Ik heb hem nooit vervloekt,’zei ze knarsetandend.
‘Beweer je dat ik lieg? Ik hoorde het met mijn eigen oren, net zoals vele anderen. Nietwaar?’ Er klonk instemmend gemompel om hen heen en Meredith vervolgde: ‘Je bent een freak, Emily Green! Je gelooft dat je iets kunt, wat helemaal niet bestaat! Oké, misschien kun je drankjes brouwen, maar je hebt geen gave! Helemaal niets! Je bent gewoon doorgedraaid, nadat wij je uit de groep hadden gegooid. Je bent een mislukking en dat weet je.’