46. Epiloog
Ze was nog steeds moe, maar Ashley kon voelen hoe langzaam maar zeker haar lichaam weer aan kracht won. Ze kon niet dood zijn, als ze zich zo krachtig en levend voelde, toch? Het laatste wat zij zich herinnerde, was de oneindige blauwe lucht om zich heen en de snelnaderende grond die op haar af kwam. Toen was ze flauw gevallen zowel van vermoeidheid als van het grote verschil in luchtdruk als gevolg van haar val als de pijn die ze tussen haar schouderbladen had gevoeld. Had iemand haar toch opgevangen? Ze betastte haar lichaam met haar handen. Hoewel deze beurs aanvoelde, was hij er toch nog. Ze was dus niet dood?
Toch opende ze haar ogen niet meteen, bang voor wat ze zou aantreffen. Het stond haar nog goed voor de geest wat er allemaal was gebeurd, voordat ze haar bewustzijn had verloren. Emilia, die hen alsnog verraden had. Valentina die al uitgeput was van maanden van marteling en ook nog eens een flinke magische inspanning had moeten verrichten. Emily die door een magische straal geraakt was en hevig bloedde. Zij mocht dan wel nog in leven zijn, maar wat was er met haar vriendinnen gebeurd?
Er klonk een gezoem in haar hoofd en het duurde even voordat Ashley door had dat haar draak contact met haar legde. Ze opende haar gedachten voor haar en meteen klonk Xena’s bezorgde stem: ‘Zieldeelster? Ben je wakker?’
‘Ja, ik ben weer bij kennis.’
‘De goden zij dank! Hoe voel jij je?’
‘Alsof een kudde draken over me heen gemarcheerd is.’ Dat veroorzaakte een goedkeurend gegrinnik in haar hoofd. ‘Wat is er gebeurd?’
‘Ik weet het niet precies. Het ging allemaal zo snel. Volgens mij wilde je Emily helpen - wat trouwens een geheel dappere doch roekeloze actie van jouw kant was- en toen werd je geraakt door de duistere magie van die tirannieke-moordenares-heks! Ineens tuimelde je naar beneden en ben ik meteen achter je aan gedoken. Ik was maar net op tijd om je op te vangen.’
‘Bedankt, opnieuw dank ik mijn leven aan je.’
‘Niets te danken. Ik deed het graag. Laat me echter nooit meer zo schrikken! Voor een fractie van een seconde vreesde ik dat ik je kwijt was!’
‘Ik ben een stugge, zeker met jou aan mijn zijde.’ Xena snoof ongelovig en Ashley vervolgde vlug: ‘Heb jij me ook genezen?’
‘Uiteraard, zodra ik daar de kans toe zag. Gabrum en ik hebben jullie eerst zo snel als we konden in veiligheid gebracht. Daarna hebben we jullie genezen en zijn we acuut verder getrokken. We bevinden ons nu ergens ter hoogte van Zoarmindan in de Primus Montes. We laten jullie hier op krachten komen, alvorens we het Willon Bos in zullen trekken.’
Ashley slikte. ‘Hoe is het met de rest?’
Het bleef verontrustend stil in haar hoofd, alvorens Xena schoorvoetend zei: ‘Iedereen is in leven.’
‘Maar?’
‘Emily is flink geraakt. Het heeft dagen geduurd eer ze buiten levensgevaar was. haar leven is nu veilig gesteld, maar het is nog een lange weg voor haar eer ze weer volledig genezen is. Gabrum en ik bundelen elke dag onze krachten om haar te genezen, maar veel zal ze zelf moeten doen. Er zijn dingen die zelfs drakentranen niet kunnen helen.’
Ashleys ogen vulden zich met tranen, toen ze hoorde van de conditie van haar vriendin. Emily, die haar trouw was gebleven en die zij daarom onvoorwaardelijk vertrouwde. Ze kon zich niet voorstellen hoe ze zou reageren, mocht Emily niet de kracht vinden om verder te gaan. Ze schudde die onaangename gedachte van zich af en vroeg: ‘En Valentina?’
‘Valentina gaat gelukkig met rappe schreden vooruit. Ze eet en drinkt goed, waardoor ze langzaam maar zeker aansterkt. De martelingen die ze heeft ondergaan, achtervolgen haar echter in haar slaap. Het zal lang duren eer zij mentaal hersteld is.’