37. Twijfel
Ze hadden nu al bijna een dag gevlogen en iedereen was doodop. Ze waren flink opgeschoten die dag en hielden halt aan het Aishmeer, dat als een donker glinsterend oog hen constant gadesloeg. Ashley rilde opnieuw. Ze voelde zich de hele dag al kwetsbaar. Ze had het idee dat iemand hen in de gaten hield. Ze hield zichzelf maar voor dat ze spoken zag. Hoewel de magie van elfen hen nu niet meer beschermde, betekende dat niet automatisch ook dat het gevaar weer op de loer lag. Toch miste Ashley de bescherming die het Claraèlwoud hen geboden had.
Emily legde met haar gave een vuurtje aan en Emilia viste wat eten uit hun tassen, dat de elfen aan hen geschonken hadden. Ashley schoot haar te hulp en samen maakten ze een sobere maaltijd klaar. Het viel Ashley op dat er weinig gezegd werd en of dit kwam door het verdriet dat allen gevoeld moesten hebben bij het achterlaten van de elfen of dat dit kwam door het onheilspellende gevoel dat Ashley al de hele dag kwelde, kon Ashley niet zeggen.
Ze keek hoopvol naar de lucht die langzaamaan donker werd en wenste dat Xena weer snel bij hen was. Na een lange discussie - Xena weigerde Ashley alleen te laten- was zij toch met haar broer gaan jagen. Ashley wist dat haar jacht langer zou duren dan normaal, omdat niet veel dieren zich om het meer ophielden. Er was te weinig beschutting en dat was precies wat Ashley ook tegen geworpen had, toen Emilia voorstelde hier te landen. Ook dit had een lange discussie opgeleverd, maar uiteindelijk had Ashley aan het kortste eind getrokken.
Ashley knabbelde op haar laatste stuk brood en dacht aan Maedras. Wat was ze blij geweest dat hij toch in het geheim nog afscheid van haar was komen nemen. Ze vroeg zich alleen af wat dit betekende. Het was voor haar duidelijk geworden dat ze bepaalde gevoelens voor haar mentor had ontwikkeld de afgelopen weken. Gold dit ook voor Maedras? Hij was een elf, wat hem sowieso vele malen ouder maakte dan haar. Daarbij was hun relatie vooral zakelijk geweest, met uitzondering van de avond naar Lunaë Blancae. Hij had haar mee uitgevraagd. Dat moest toch iets betekenen?
Ashley schrok op, toen Clarus hen bij zich roep voor het vervolg van zijn magielessen. Nu ze hun eigen gaven redelijk konden oproepen, had Clarus besloten dat het tijd was dat ze leerden om magische aanvallen te ontwijken. Dit was uitputtender dan leren hoe jij je gave moest oproepen, want je moest constant duiken en ontwijken om niet geraakt te worden.
Ashley was mogelijk nog vermoeider, toen ze klaar waren met Clarus’ les. Ze was er deze dag niet echt bij geweest en had dit moeten verduren met vele brandplekken en natte kleren. Ashley kneep haar doorweekte haren uit en viel bekaf neer op een stuk mos. Even later merkte ze dat ze niet langer alleen was.
Emily zat in kleermakerszit tegenover haar en keek haar bedenkelijk aan. ‘Gaat het met je?’vroeg ze. ‘Je leek afwezig vandaag.’
‘Niets bijzonders. Ik mis de elfen.’
‘Ja, daar kan ik in komen. Ik mis hen ook ontzettend.’ Ze beet op haar onderlip. ‘Dat lijkt me echter niet het enige dat je bezig houdt of wel?’
Ashley zuchtte en hief zich op een elleboog op. Ze tekende ongemakkelijk in de natte bodem en zei: ‘Ik ben gewoon onrustig. Ik voel me zo naakt, als je snapt wat ik bedoel.’
Emily knikte en keek om zich heen. ‘Er is hier niets aan beschutting op een paar bosjes na. We moesten echter ergens halt houden. We waren te moe om verder te vliegen.’
‘Ik weet het. Ik neem jullie ook niets kwalijk. Ik voel me gewoon niet veilig.’ Ashley lachte wrang. ‘Hoor mij nu. Ik klink wel panisch.’
‘Ik snap je zorgen, maar ik denk niet dat er iets achter ons aan zit. Denk je niet dat onze draken ons anders al gewaarschuwd hadden? Ze vliegen honderden meters boven de grond. Als iemand een eventueel gevaar tijdig op kunnen sporen, zijn zij het.’