36. Nieuw begin
‘Wat?’bracht Ashley moeizaam uit. ‘Ik ben niet krankzinnig.’
Haar ouders luisterden niet meer en zochten gehaast wat spullen bij elkaar, terwijl ze driftig met elkaar overlegden. Hulpeloos keek Ashley naar de zussen, die haar ouders verbijsterd gade sloegen. ‘Doe iets!’smeekte ze zachtjes.
‘Meneer en mevrouw, Ashley liegt niet,’probeerde Emilia.
Haar ouders keken haar aan, alsof ze een insect was. ‘Het lijkt me beter dat jij en je zusje vertrekken,’zei Ashleys vader bruusk. ‘Jullie hebben genoeg gedaan.’
‘Pap, dat zijn mijn vrienden!’zei Ashley boos.
‘Mooie vrienden zijn dat! Vullen je hoofd met broodje aap! Ze hebben je gek gemaakt, besef je dat?’
Ze gingen door met hun verwoede zoektocht naar hun spullen en Ashley keek haar vriendinnen radeloos aan. Ineens zei Emily: ‘We laten het zien.’
‘Ja,’zei Emilia nu ook. ‘We laten hen onze magie zien!’
‘Werkt dat hier?’
‘Obscurus en Clarus konden het.’
‘Ashley, we gaan,’zei haar vader en hij pakte haar ruw bij een arm. Ashley wist zich los te trekken en zei fel: ‘We zijn niet gek! We kunnen het bewijzen!’
‘Waar heb je het over, lieverd?’vroeg haar moeder wanhopig. ‘Je bent een speciale meid, lieverd. Dat ben je altijd geweest, maar je bent niet afkomstig van een of ander krijgersras. Dat moet je toch ook inzien? Het is een mythe uit de Klassieke Oudheid, niets meer.’
Ashley ging tussen Emily en Emilia instaan en zei: ‘Mythes zijn gebaseerd op waarheid, mam.’ Ze keek haar vriendinnen beurtelings aan, die vastbesloten knikten. Vervolgens sloten ze alle drie hun ogen en riepen de magie op. Ashley was bang dat ze haar magie niet kon vinden nu er een enorme druk op haar lag. Vrij snel vond ze echter toegang tot het magische bolletje van licht diep binnen in haar en ze raakte het met haar geest aan. Ze opende haar ogen en produceerde een bol vuur in elke hand. Naast haar zag ze dat Emily en Emilia hetzelfde deden.
Haar ouders waren krijtwit geworden en staarden ongelovig naar de handen van de drie meiden. ‘Dit moet een of andere goocheltruc zijn,’bracht Ashleys vader ineens uit. ‘Dat kan niet anders.’
Emilia gromde. ‘Je ouders zijn wel hardleers. Zouden ze ons wel geloven als ik de boel eens onder water zou zetten?’
Ashleys ouders sidderden en kropen bijna geluidloos achter de bank, alsof deze hun bescherming zou bieden tegen Emilia. De angst in hun ogen deed Ashley bijna nog meer pijn dan hun geloof dat zij krankzinnig was.
‘Mam, pap,’zei ze voorzichtig en ze kromp ineen, toen ze zag dat haar ouders nog wat verder weg stapten. ‘Wees niet bang. Ik begrijp dat dit veel is om te verwerken, maar het is nu eenmaal de waarheid. Ik heb het er ook moeilijk mee gehad. Jullie weten hoe graag ik normaal wil zijn. Ik ben er echter achter gekomen dat ik niet normaal ben en daar heb ik mee leren leven. Ik ben er nu trots op om een Amazone te zijn, want ik kan met mijn gaven prachtige dingen doen.’ Haar ouders deden nog een stap terug. ‘Alsjeblieft, ben niet bang voor ons. We zijn geen monsters. We doen niemand kwaad. We gebruiken onze gaven voor het goede. Ik zal jullie geen pijn doen. Ik vraag jullie alleen om wat te zeggen. Jullie stilte jaagt me angst aan.’
Haar ouders bleven haar als versteend aankijken en Ashley vreesde dat ze in een shock verkeerden. Emily tikte haar minzaam aan en zei zachtjes: ‘Ons uur is bijna om. We moeten er een eind aan breien.’