16. Michaghs terugkeer
Net voor zonsopgang waren ze weer terug bij Michaghs huis. De gebeurtenissen van die nacht hadden Ashley uitgeput, maar toch was ze vol enthousiasme. Ze had een draak! Toen ze voor het eerst door de klerenkast in Païndrolesia was aangekomen, had ze nooit voor mogelijk gehouden dat zij -stille Ashley- ooit iets kon bereiken. En kijk nu eens! Ze had gevochten met de Glaerogh, ze ging op weg naar de elfen en ze had een draak. Dingen die eerst onmogelijk leken, waren nu binnen handbereik. Ze zouden nu binnen een dag bij de elfen zijn en op Xena’s rug zou ze ook Heshtra’s vesting vinden, daar was ze overtuigd van.
Ashley keek Xena aan, die haar afwachtend gadesloeg. Het voelde raar om iets te denken naar haar draak, maar toch dacht ze: ‘Waar slaap jij?’
‘Gabrum en ik maken het ons wel gemakkelijk in de schuur.’
‘Michagh zal zo terug zijn. Hoe denk je dat hij reageert?’
‘Hij zal er niet bij staan te springen dat twee van zijn draken weg gaan, maar daar heeft alleen-loper niets over te zeggen. Dit is de keuze van mijn broer en mij.’
‘Ik ben best kwaad op hem. Hij had ons moeten inlichten. Stel dat jullie gevaarlijk waren geweest.’ Xena snoof verontwaardigd. ‘dan hadden jullie ons opgepeuzeld zonder dat wij überhaupt wisten van jullie bestaan. Hij nam ons niet in vertrouwen.’
‘Kun je het hem kwalijk nemen? De jongen kon nota bene zijn eigen moeder niet vertrouwen! Denk je dat hij twee meiden, die hij nauwelijks kent, inlicht over zijn grootste geheim met het risico dat jullie zijn draken stelen voor op de zwarte markt?’
Ashley zuchtte. ‘Daar heb je gelijk in.’
Emily riep haar en ze keek schuldbewust naar Xena. ‘Ik wil eigenlijk bij jou blijven. Er is nog zo veel dat ik van je wil weten en ik kan me voorstellen dat dit geheel wederzijds is.’
Xena zakte door haar voorpoten en legde vertederd haar snuit tegen Ashley’s voorhoofd. ‘We hebben zeeën van tijd, Ashley. We leren ons snel genoeg goed kennen. Maar nu moet ik voor je zorgen, mijn zieldeelster. Ik zie dat je staat te wiebelen op je benen van vermoeidheid. Ga slapen. Ik ben hier morgen ook nog, als je weer fit en uitgerust bent.’
Ashley dacht na en grijnsde toen. ‘Ik denk dat ik een beter idee heb. Wacht even.’ Ze wendde zich tot Emily en vroeg: ‘Zullen we wraak nemen op Michagh?’
Emily trok een wenkbrauw op en zei: ‘Ik ben het niet eens met het feit dat hij dit voor ons verzwegen hield, maar ik kan zijn beslissing wel begrijpen.’
‘Ik ook en het is daarom ook geen erge wraak. Ik wilde gewoon even een lolletje trappen.’
Emily was nog niet helemaal overtuigd, maar luisterde toch. ‘Nou, ik wilde bij onze draken overnachten. Als Michagh dan thuis komt en ziet ons niet, dan zal hij naar ons op zoek gaan. Als hij ons dan tussen de poten van een draak ziet, zal hij de schrik van zijn leven krijgen. Dat is dan zijn soort van straf voor het niet inlichten van ons.’
Emily dacht even na en zei toen: ‘Dat lijkt me onschuldig genoeg.’
Ashley keek Xena aan, wiens ogen geamuseerd stonden. ‘Je bent een snuggere meid, zieldeelster.’
‘Je moet toch wat, hè?’
Ze draaiden zich om en liepen naar de schuur toe. Xena en Gabrum pasten er met een beetje gewring net in en zakten vermoeid door hun poten. Ashley kroop naar Xena toe en ging tussen haar voorpoten liggen, met haar rug tegen diens buik. Xena’s warme ademhaling schroeide haar kruin, maar hield haar wel warm tegen de koele buitenlucht.