24. De stad van heer Haèmir
Alles was wit, toen Ashley haar ogen opende. Voor één ogenblik meende Ashley dat ze de geest had gegeven, maar toen hoorde ze een verrukte kreet en vloog iemand haar om de hals. Ze schudde haar hoofd en zag dat Emily haar lachend aan keek. ‘Je leeft,’zei ze met tranen in de ogen.
Ashleys lichaam was uitgeput. Ze voelde zich alsof ze onder een wals had gelegen. ‘Nog wel,’zei ze glimlachend. ‘Waar ben ik?’
Een zwaardere doch muzikale stem antwoordde: ‘Je bent nu in de stad van heer Haèmir, jonge Amazone.’
Ashley keek om Emily heen en zag toen het gouden licht dat ze gezien had, voordat ze haar bewustzijn verloren had. Het gouden licht was niets meer dan het goudblonde haar van een elf, zag ze nu. Hij droeg zijn haren half los en half vast in een vlecht, wat zijn puntoren goed zichtbaar maakte. Twee grasgroene ogen keken haar minzaam aan in een bleek gezicht. Hij droeg nog steeds zijn legergroene mantel en zijn boog, maar verder leek hij niet van plan om haar aan te vallen.
Emily zag haar gezichtsuitdrukking en zei vlug: ‘Dit is Maedas Lumièl. Je hebt met hem gevochten in het Claraèlwoud.’
‘Mijn oprechte excuses,’zei Maedas en hij boog zijn hoofd. ‘Ik wilde je niet laten schrikken. Mijn taak was je veilig hierheen te escorteren en toen je me aanviel, wilde ik je eerst kalmeren, alvorens ik uitleg zou geven wat ik kwam doen. Het moet wellicht geleken hebben of ik je pijn wilde doen, maar ik kan je verzekeren dat dit niet mijn intenties waren.’
Ashley herinnerde zich haar pijn weer en Maedas’ kalme stem, die haar vrede bracht. ‘Je hebt me gered,’stamelde ze.
Hij schudde spijtig zijn hoofd en zei: ‘Ik heb je slechts wat kruiden gegeven om de pijn te verzachten. Ik ben niet in staat om je te genezen. We hebben hier gedaan wat we voor je konden, maar we kunnen je wee niet voorkomen.’
Ashley sloeg haar ogen neer. Stiekem had ze gehoopt dat zo’n magisch volk als de elfen haar konden genezen. Het zag er echter naar uit dat deze kwaal voor altijd deel van haar bleef. Maedas bewoog sierlijk naar haar bed toe en legde een koele hand tegen haar wang. ‘Het spijt mij.’
‘Jullie hebben je best gedaan.’
‘En je er deze keer weer bovenop geholpen,’beurde Emily haar op.
Ashley glimlachte slap en vroeg: ‘Waar zijn Clarus en Emilia?’
‘Die worden door de elfen ondervraagd. Vandaag is de dag. Ze worden of schuldig of onschuldig bevonden.’
Ashley streek over haar voorhoofd. ‘Ik heb het gevoel dat ik ontzettend veel gemist heb. Hoe lang was ik buiten bewustzijn.’
Emily wierp een blik op Maedas, die berouwvol zei: ‘Het is vier dagen geleden dat wij het voorportaal van de stad achter ons gelaten hebben.’
‘Vier dagen?!’riep Ashley uit en het begon haar te duizelen. Haar blackouts werden steeds langer. ‘Dit kan toch zo niet doorgaan! Is er echt niets wat ik kan doen om dit te voorkomen?’
Twee paar ogen keken Maedas hoopvol aan, maar hij schudde zijn hoofd. ‘Niet zo ver ik weet. Ik kan je pijn wegnemen met Axeras, een krachtig kruid. Ik kan echter niet bepalen hoe je lichaam zal reageren op de aanvallen. Wellicht dat, wanneer je lichaam sterker wordt door training, hij meer kan weerstaan.’
‘Dus mijn training is mijn enige hoop? Dat is niet echt een zonnig vooruitzicht, gezien het feit dat ik juist bij grote krachtinspanningen een aanval oproep.’