Hoofdstuk 3

2K 37 2
                                    

Anniek: Waarom dan?!

U: Nou ehm je herkent Rein of niet soms?

Anniek: Ja.. zeg nou! Je maakt me nieuwsgierig pfft.

U: Rein was onze beste vriend weet je nog? Degene waar we vroeger altijd zo'n lol om hadden weet je wel? Rein, die uit mijn straat. Weet je het weer? Die arrogante sukkel die me heeft laten vallen, dóór mainstreet. Die, die nog altijd bij me in de klas zit.

U: Die jongen, waar ik net mee heb gezoend.

Anniek: Ah natuurlijk! Daar kende ik m dus van. Wat 'n domperr. Maaar even terug spoelen, gezoend? Leg uit!

U: Morgen, oke? Ik ben moe. By the way, je moet volgende week echt komen. I need u! Dikke kus

Anniek: Je probeert je er gewoon onderuit te lullen haha. Ik hoor het morgen! Slaap lekker schat, See yah x

Even voel ik me weer wat vrolijker van binnen. Anniek komt hier over een week. Wat heb ik háár gemist zeg. De laatste keer dat ik haar heb gezien was in de zomer.

Ik sluit mijn telefoon af en doe mijn pyjama aan. Stilletjes loop ik naar de badkamer en poets mijn tanden.
Als ik daarmee klaar ben, ren ik zo snel als ik kan terug naar mijn kamer.
Helaas staat mijn vader daar, voor mijn deur. Bijna was het me gelukt. Bijna. Hij staat in mijn deurpost en kijkt niet echt vrolijk. Hij kijkt boos, eh nee, kwaad is een beter woord.

'Mare waar ben jij in godsnaam geweest, godverdomme.'
Hij houd zich nog in. Ik merk het aan zijn houding. Hij zucht een keer diep. Oh nee daar zul je het krijgen.
'Je moeder was hardstikke ongerust, jij kreng. Het enige wat je doet is aan jezelf denken.'

Ik begin te hard lachen wanneer hij dat heeft uitgesproken.
'Ze.. Je zegt nu dat ze ongerust was?'
Ze zijn nooit ongerust. Misschien toen ik 4 was ja. Nu niet. Dit is allemaal bullshit.

Voor ik het weet voel ik een hand in mijn gezicht.
'Ja dat was ze, kreng'.
Aan zijn stem te horen is hij echt goed kwaad. Ik durf hem nu niet meer aan te kijken. Ja ik ben bang, doodsbang. Als ik er nu nog tegenin ga weet ik dat er nog veel ergere dingen kunnen gebeuren.

Ik sla mijn handen voor mijn ogen en zak tegen de muur aan naar beneden.

Na een paar minuten -gevoelsmatig waren dit uren- hoor ik dat hij vertrekt. Als zijn voetstappen steeds zachter worden, weet ik dat dit mijn kans is. Het is nu of nooit! Hij kan ieder moment weer terug zijn en hier weer voor mijn neus staan.

Ik schiet omhoog en loop zo snel als ik kan naar mijn kamer. Wanneer ik daar veilig en wel aankom duw ik de deur met een knal dicht en draai hem op slot. Om er zeker van te zijn dat ze niet binnen zullen komen schuif ik mijn bureau er voor. Vervolgens zak ik neer op mijn bed. Ik voel een stekende pijn in mijn wang. Auw! Waarom heeft Rein me tegen gehouden? Ze hadden allemaal van me af kunnen zijn.

Ik sluit mijn ogen en probeer de feiten -en gebeurtenissen van vandaag- op een rijtje te zetten.
Ik ben Mare Lahey. Ik woon in Waalre. Ik ben 16. Ik heb geen vrienden. Iedereen haat me. Ik word gepest, om.. Ik weet het eigenlijk niet. Vandaag hadden mijn ouders weer ruzie. Ik ben naar het park gegaan. Ik wilde dood. Ik heb mezelf gesneden. Rein hield me tegen. Rein zoende me. Daarna whatsapp'te hij me dat het niets was. Rein is een hufter. Mijn vader heeft me wéér geslagen. Nu zit ik hier.

De tranen komen weer op en daar ontstaat weer een huilbui. Dat ik mezelf nog niet een keertje leeg gehuild heb.

Ik woel wat door mijn bed, rustig slapen lukt nu echt nog niet. Mijn hersenen willen eerst alle narigheid weer verwerken. Zo val ik uiteindelijk -zoals haast iedere dag- weer in slaap.

Ik schik wakker van de wekker die afgaat. Shit vandaag weer school. Ik ben bang voor de roddels die vandaag weer verzonnen zijn. Wat is het nu? Mare snijd zichzelf. Óf Mare vind Rein leuk. Ik zou hier niet over moeten denken. Ik word er alleen maar depressiever van, maar toch doe ik het.

Ik spring uit m'n bed en stap op de koude vloer.
Brrr. Koud.
Ik ga plat op mijn buik liggen en kijk onder het bed of daar toevallig mijn sloffen liggen. Ja! Ik graai moeizaam met mijn hand onder het bed. Als ik ze eindelijk te pakken heb en ze aan m'n voeten zitten, loop ik naar m'n bureau. Wat ik vervolgens met veel moeite weer op zijn plek schuif. Ik trek de kastjes open en zoek de boeken voor vandaag. Daarna trek ik mijn kleren aan. Een gewone spijkerbroek met een wit bloesje met roezeltjes. Daarover doe ik mijn donkerblauwe sweater aan. Ik borstel mijn haar en pak de stijltang.

Als ik na eventjes klaar ben met stijlen - ik heb vrij stijl haar, maar als ik ze niet stijl gaan ze pluizen- prop ik snel mijn spullen weer weg en pak de laatste dingen die ik nodig heb voor school.

Ik sprint nog even naar de badkamer en doe mijn dingetjes. Daarna loop ik naar beneden en pak een kom met cornflakes. Ik pak mijn lunch pakketje voor school en doe het in mijn tas. Meestal eet ik in m'n eentje, op het toilet of zo.

Ik eet mijn eten op. Zo traag als mogelijk is. 's Ochtends rek ik mijn vertrek altijd net zolang uit, totdat ik bijna te laat kom.
Gelukkig zijn mijn ouders beide al aan het werk 's ochtends. Dan hoef ik ze tenminste niet te zien.

Zo lang mogelijk blijf ik op de bank zitten en luister wat muziek. Maar de tijd begint nu toch te dringen. Als ik nu niet vertrek kom ik echt veel te laat, dan zullen alle ogen MIJ aanstaren als ik het lokaal in loop. Ik sta op van de bank en loop naar buiten.

Joehoe. Laat de hongerspelen beginnen. En mogen de kansen immer in uw voordeel zijn. Nee. Voor mij zijn de kansen nooit in mijn voordeel. Nog iets waar ze me om zouden kunnen pesten. Ik ben gek van films en series kijken, vooral the Hungergames.

Ik ben een paar minuten onderweg als ik achter me iemand mijn naam hoor roepen. Ohjee niet nu al toch? Ik hoor het nog eens.
'Mare'.
Ik kijk om een paar meter achter me fietst de enige persoon die ik nu niet wilde tegenkomen. Rein. Waar is de groep waar hij altijd mee fietst? Is dit een valstrik? Nee, dat niet. Hij rijd als een gek naar voor en komt naast me fietsen.
'Rein wat moet je? Heb je me nog niet genoeg pijn gedaan'
Hij trekt wit weg en kijkt naar beneden. 'Het spijt me Mare, ik wilde dit niet zo!'

Ik onderbreek hem.
'Je wilde dit niet zo? Jíj was degene die míj zoende hoor. Niet. Mijn. Fout. Laat me nou maar met rust, na dat bericht van gister heb ik echt wel begrepen dat ik niet genoeg ben voor je, Rein.'
Hij kijkt me geschrokken aan. 'Ma-maar ik wilde dat helemaal niet zeggen. Ik wilde je vertellen dat ik mijn vriendin, nou ja ex-vriendin eigenlijk, de waarheid vertelt heb. Ik heb het uitgemaakt Mare.'

Ik kijk hem geschokt aan. Het blijft even stil. Uit, door mij?
'Waarom verzon je dan eerst zoiets stoms Rein? En waar zijn de mensen waar je altijd mee fietst?'
Hij kijkt me recht aan terwijl er een traan over z'n wang stroomt. Hij huilt, alweer.
'I-ik was te laf. Maar ik wilde het niet meer zo. Ik wilde haar helemaal niet, maar ik moest. Ik vond haar niet leuk. Ik vond iemand leuk die niet goed zou zijn geweest voor mijn reputatie. Je hebt gelijk. Ik snap het als je me hierdoor haat. Ik gaf inderdaad teveel om m'n reputatie. Maar ik kan het niet langer aan. Ik.. Nee laat maar, ik kan het beter niet zeggen. En de groep, die heb ik afgezegd. Ik wilde even met je praten. Ik wilde sorry zeggen. Je verdient dit niet.'
Ik voel een brok in mijn keel. Antwoorden lukt me niet. Mijn ogen vullen zich met tranen. Word het dan toch weer zoals vroeger? Zullen de kansen dit keer dan wél in míjn voordeel zijn?

Als we op school aankomen fietsen we beide snel een andere kant op. Rein loopt naar z'n vrienden en zwaait nog even naar mij. Ik loop snel door naar binnen, naar mijn kluis. Ik dump de boeken erin en ga zo snel als ik kan naar de les. Ik probeer iedereen te ontwijken zodat ik geen nare dingen naar mijn hoofd geslingerd zal krijgen.

_______________

Mweh minder woorden dan normaal, 1460! Volgende keer zijn het er weer meer.
- Kus M.

Different than Expected [rewriting]Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu