Hoofdstuk 4

2K 32 4
                                    


De bel klinkt luid door de school. Leerlingen komen een voor een het lokaal binnen. De meeste kijken niet op of om naar mij. Ik ben het wel gewend. Ze beschouwen me als lucht en als ze dat niet doen dan ben ik het pispaaltje.

Ik staar wezenloos naar de deur, iets anders heb ik niet echt te doen. Ik kan alleen maar wachten op de docent, als die er is naar zijn uitleg luisteren en daarna mijn werk maken. Praten met anderen klasgenoten doe ik niet aan.

Ik zit nog steeds in dezelfde houding en kijk naar mijn klasgenoten die een voor een binnen komen druppelen. Een docent? Die is er nog niet. Meneer Stals is eigenlijk altijd later. Niet heel onlogisch als je weet dat hij vanuit Valkenswaard naar Eindhoven moet komen.

Rein stapt het lokaal binnen en kijkt met een zoekende blik de klas door. Zijn blik blijft bij mij hangen. Vervolgens zwaait hij en vormt er een lach op zijn gezicht. Het bloed stroomt naar mijn wangen, die voelen aan alsof ze ieder moment uit elkaar kunnen spatten. Ik schenk hem een zwakke glimlach en wend mijn hoofd af naar mijn tafeltje. Wat gebeurt er? Hoezo worden mijn wangen opeens zo rood?

Ik focus me op de kleine geschriften op mijn tafel. Er staan allemaal kleine hartjes en woordjes in gekerfd of op geschreven. Diep in gedachten verzonken staar ik naar een klein hartje.
Een hand op mijn schouder brengt me weer bij bewustzijn. Een vrolijk gezicht kijkt me aan. Als ze doorheeft dat ik haar gezien heb begint ze te praten
'Hey! Mag ik er misschien bij komen zitten.' Ik kan er niets aan doen, ik weet mijn glimlach gewoon niet te onderdrukken.
Het komt echt goed, schiet meteen door mijn hoofd. Het komt gewoon goed! Het meisje -Demi- hupst van haar ene op haar andere been en kijkt me ongeduldig aan. Iets wat op een ja hoort te lijken komt met moeite uit mijn mond. Ze grinnikt en gaat zitten op de lege plek naast mij.

Normaal komen er alleen mensen naast me zitten als er geen andere plekken meer over zijn of als ze worden gedwongen door de docent. Demi koos er zelf voor. Nogmaals vormt er zich een glimlach op mijn gezicht. Waarna ik hard gelach hoor naast me.
'Hoor je me wel' klinkt er vervolgens. Demi's stem brengt me opnieuw terug bij de werkelijkheid.
'Sorry wat zei je' vraag ik.
Ik zie dat ze met moeite haar lach onderdrukt. Vervolgens stelt ze opnieuw haar vraag. Eentje die ik liever niet had willen horen eigenlijk.
'Vind je Rein leuk?' De vraag tolt enkele seconden door mijn hoofd, voordat ik me besef wat ze zojuist zei.
Ik kijk haar geschokt aan 'Vind ik wat?' Ze giechelt.
'Vind je Rein leuk' fluistert ze nu in mijn oor. Mijn wangen kleuren weer lichtrood. Ik kan het niet zien, maar ik voel het. Ze lacht tevreden.
'Ja dus' zegt ze zonder geluid. Moeizaam haal ik mijn schouders op. Is het dat? Vind ik Rein leuk? Op zich zou het best logisch zijn. Dat verklaart dan hoogstwaarschijnlijk mijn verdriet. Ik kijk naar voor en zie dat Rein daar zit. Waarom had ik dat nog niet gemerkt? Oh ja. Ik was te druk bezig met Demi.

Hij kijkt net achterom en tovert een glimlach op zijn gezicht.
'Hey daar' fluistert hij. Ik pers er een klein lachje uit. Ik voel een kleine tinteling in mijn onderbuik. Demi heeft gelijk. Ze heeft gelijk! Ik vind Rein leuk. Mijn gevoelens voor hem heb ik al die tijd, zo ver als dat mogelijk was weg gestopt. Een paar seconden staren we elkaar aan. Totdat zijn buurman op zijn schouder tikt en hij zich tot hem richt. Ik ben volledig in trans door mijn ontdekking. Ik vind Rein leuk. IK VIND REIN VAN DUIVENBOVEN LEUK.

Er klinkt een zware stem door de klas die aankondigt dat de les gaat beginnen. Ik pak mijn spullen op tafel en kijk opzij. Een vrolijke Demi kijkt me ondeugend aan.
'Rein ziet jou wel zitten, ik weet het zeker. Vertrouw mij maar,' ze kijkt even om zich heen om te zien of niemand ons hoort en gaat dan verder 'en zo onlogisch is dat niet. Je bent een knappe meid en je kleding is altijd leuk. Hoe doe je dat eigenlijk?' Ik kijk haar verward aan vanwege het compliment wat ik zojuist heb gekregen van haar. 'Dank je, denk ik.'
Ze kijkt me medelevend aan
'Rustig maar, ik meen het. Ik vind het zo knap dat je, je zo sterk houd! Stijn moet gewoon ophouden jou als pispaal te gebruiken. Als dat niet meer gebeurt zou je hartstikke populair zijn.'
Ik begin hakkelend te praten
'M-meen j-je dat?'
Ze knikt opgewonden 'Stijn kan er gewoon niet tegen dat hij je niet kan krijgen. En trouwens zó veel meisjes zijn jaloers op je.'
Ik kijk haar met grote ogen aan.
'Haha, laten we nu maar even opletten anders hebben we straks nog problemen.' fluistert ze. Vervolgens zijn we beide muisstil en letten op meneer Stals, die aan het uitleggen is over de Franse Revolutie. Hier en daar hoor je wat geroezemoes en af en toe hoor je iemand lachen.

Different than Expected [rewriting]Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu