Hoofdstuk 6

2K 36 10
                                    

Wanneer ik in de fietsenstalling kom staan er geen fietsen meer in mijn zicht.
'Rein, waar staan onze fietsen.' Hij haalt zijn schouders op en lacht. Gestrest loop ik op en neer door de stalling.
'De mijne staat hier, stresskipje' hoor ik van achter me. Ik draai me om en zie Rein lachend op zijn fiets zitten.
'Ja hallo. Daar heb ik nog niets aan.'
Hij schud zijn hoofd en wijst naar een paar rijen verderop. Ik zie mijn fiets. Stond hij echt daar? Ik loop er snel heen en bind mijn tas achterop mijn fiets.
'Nu al klaar?' Rein kijkt me verveelt aan wanneer ik eindelijk naast hem sta.
'Ja nú al Rein.'

Reins gezicht licht op.
'Zullen we naar Starbucks gaan?' Vraagt hij me. Een sprankje hoop in zijn stem is te horen. Dat is eigenlijk niet zo heel verkeerd. Dan heb ik nog even wat langer geen last van mijn ouders.

'Wie er als eerste is!' Roep ik en ik rijd zo snel ik kan Rein voorbij.
'He dat is niet eerlijk,' roept hij me na en dan zet hij hem ook op het racen. Hij is alleen véél sneller dan ik ben, want na nog geen honderd meter haalt hij me al in. Hij fiets een meter of tien door en zet dan opeens z'n fiets midden over het fietspad. Hierdoor vlieg ik bijna over hem heen.
'Re-hein, kijk uit gek.'
Mensen die ons passeren kijken vreemd op als ze Rein z'n bulderende lach horen.
'Sukkel.' Ik heef hem een stomp tegen zijn schouder en wring me langs hem heen. Snel fiets ik weer verder.
'Mare, wacht nou even! Niet boos zijn.'
Boos? Ik was helemaal niet boos, maar als hij dat toch al denkt. Dan kan ik daar mooi even gebruik van maken natuurlijk! Ik fiets stug door en draai me niet om.
Hijgend komt hij weer naast me fietsen. Ik kan alleen mijn lach niet meer inhouden. Die zielige ogen en dat pruillipje maken me gewoon meteen weer vrolijk.
'Hé je lacht, was dit n grap?'
'Haha-euh-ha- ja- ha.'
Hij trapt abrupt op zijn rem. Ik stap op de rem en draai me naar hem om.
'Rei-' verder kom ik niet. Hij staat al achter me en trekt me van m'n fiets. Dan begint hij me te kietelen.
'Sto-hoop, please.'
'No, eerst sorry zeggen.' Hij kijkt me met n grijs aan.
'So-haha-rry.' Goed uitspreken lukt niet helemaal. Ik hik van het lachen en val bijna op de grond.
'Wat zei je?' Hij kijkt me duivels aan.
'S-sorry'
Hij grijst. 'Mooi, dan weten we weer dat we niet met Rein moeten sollen hé.'
Ik kijk 'm quasi boos aan en stap weer op m'n fiets.
'Kom anders duurt het nog wel heel lang. We doen nu al 20 minuten over dit kleine stukje.'
Hij stapt ook weer op z'n fiets en samen rijden we richting de Starbucks.

'Kom,' Rein trekt me aan mijn mouw naar voren wanneer het station eindelijk in zicht is. We droppen onze fietsen in een van de vele stallingen en lopen naar de Starbucks.

Maar we blijven buiten staan. Alle kleur trekt opeens uit m'n gezicht. Ik kan niet meer bewegen. Mijn spieren spannen zich aan en mijn adem stokt in m'n keel wanneer ik hém zie. Waarom moet net hij hier zijn?
Stijn, staat daar. Doodsbang ben ik voor die jongen. Waar was hij vandaag eigenlijk? Niet op school in ieder geval. De jongens die bij hem staan zien er niet zo vriendelijk uit. Net als Stijn zelf eigenlijk. Hij heeft een sigaret in zijn hand, al vraag ik me af of het wel een gewone sigaret is.
Wanneer hij ons in het vizier krijgt roept hij Rein. Met een doodsbenauwde blik kijk ik Rein aan -die stug voor zich uit kijkt-. Hij trekt me mee naar de plek waar Stijn en zijn vrienden staan. Waar is hij mee bezig? Hij weet toch hoe bang ik voor Stijn ben?

Wanneer we bij het groepje jongens staan kijkt Stijn me met een vuile grijns aan.
'Lekker bezig Rein,' hij geeft hem een klap op zijn schouder 'bedankt.'

Een rilling loopt over mijn hele lijf wanneer Stijn een stap dichter bij mij zet. Het liefst ren ik nu als een speer weg, maar dan zouden er wel eens dingen kunnen gebeuren. Dingen die ik liever niet heb dat ze gebeuren.
'Dag schoonheid' fluistert hij wanneer hij recht voor me staat. Weer een rilling.
'Kom' hij trekt aan mijn schouder.
'Waarheen?' Verbaast kijk ik hem aan. Wat wil hij van me?
Als ik niet snel genoeg doe wat hij wil, trekt hij ruw aan mijn arm richting het steegje vlak achter ons.
Tegenstribbelen gaat hem niet worden. Hoe snel ik ook zou rennen. Ze vinden me uiteindelijk toch wel. Ik kan beter nu mee gaan, dan zien we wel wat er gebeuren gaat.

Als we ver genoeg in het steegje zijn, op een plek waar je ons niet kunt zien staan, stopt Stijn.
Ik kijk om me heen en zie muren, Stijn een jongen waar ik de naam niet van weet en Rein. Hij word ruw vastgehouden door de naamloze jongen. De andere jongens zijn spoorloos verdwenen. Opgegaan in rook.
'Wessel, zorg ervoor dat hij hier blijft.' Stijn wenkt met zijn hoofd naar Rein. Wat gaat er gebeuren? Waarom moet Rein erbij blijven?

Stijn komt naar me toe en duwt me tegen de muur. Mijn armen worden strak vastgehouden. Door? Ik kijk om me heen naar mijn handen. Rein en de andere jongen hebben ze vast. Weet Rein wat er gebeurt? Ik kijk hem smekend aan maar er komt geen reactie. Alleen een doodse blik. Hij staart maar wat voor zich uit. Er is echt geen enkele emotie in zijn gezicht te vinden.
Mijn polsen worden in een soort boeien gedaan. Ijzeren armbanden aan een kabel.
'Als je gaat gillen doe ik je wat.' Stijn z'n stem maakt me bang.
Dan loopt hij weg. Ik draai mijn hoofd naar het geluid en zie hem staan bij de jongen die dus waarschijnlijk Wessel heet. Ze fluisteren wat.
Waar is Rein? Ik kijk om me heen en zie hem zitten naast een grote container. Hij heeft zijn knieën opgetrokken en zijn handen voor zijn gezicht. Ik hoor hem zachtjes vloeken en zijn hoofd gaat op en neer.
WAT gebeurt er toch?
De jongen genaamd Wessel loopt naar Rein toe en geeft hem een trap.
'Opstaan.' Hij trekt Rein ruw omhoog en houd hem stevig vast.
Stijn komt kort daarna, naar me toe lopen en gaat vlak voor me staan.
'Ga je doen wat ik zeg?' Vraagt hij bot. Ik probeer mijn schouders op te halen maar daar geeft Stijn me niet eens de tijd voor. Pats. Een harde klap in mijn gezicht.
'Ga je doen wat ik zeg, vroeg ik je.' Dit keer klinkt hij boos. Ik knik langzaam mijn hoofd.
'Mooi.' Hij trekt mijn heupen tegen hem aan. Zijn hoofd komt naar voren. Gaat hij? Dat kan toch niet? Laat Rein dit zomaar toe?
Stijn duwt zijn lippen tegen de mijne. Je kunt niet echt zeggen dat dit fijn voelt.
Achter Stijn hoor ik opeens Rein helemaal flippen. Ik kijk langs Stijn en zie Rein -met een rood hoofd van woede, en tranen in zijn ogen- onze kant op kijken. Waarschijnlijk was hij Stijn zo aangevlogen als die kerel hem niet in de houdgreep had. Beteken ik dan toch meer voor hem?
Stijns hand glijd naar mijn kont waar hij vervolgens in knijpt. Ik trek mijn hoofd weg, maar doordat er niet zoveel plek is knal ik met mijn achterhoofd keihard tegen de muur aan.
'Je blijft doen wat ik wil hoor. Of je het nu leuk vind of niet,' hij lacht vals 'en ik heb de perfecte manier.' Hij draait zich om naar Wessel en Rein. Eén stap dichterbij en ik had hem een trap tegen zijn achterwerk verkocht. Wat de gevolgen dan ook zouden zijn.
'Rein zou jij even haar blouse voor me willen uittrekken?' Hoor ik dat nou goed? Laat hij Rein, MIJ uitkleden? Waarom Rein, weet hij dat ik Rein niet kan weerstaan? Waarom gebeurt dit überhaupt?
Stijn stapt opzij en laat Rein voor me staan. Zijn ogen staan vol pijn.
'Sorry.' Zegt hij zonder geluid.
Wat heb ik godverdomme aan sorry. Híj heeft me in deze problemen geholpen en dan zegt hij doodleuk sorry.

Wanneer Rein mijn onderbuik aanraakt voel ik een vreemde tinteling en vergeet ik alles om me heen. Ik laat me over aan Rein. Bij ieder knoopje voel ik meer kriebels. Totdat hij ze allemaal heeft gehad. Ik besef me wat Stijn van me wil. Nou ja, wat hij met me gaat doen. Rein komt dichterbij staan en zijn handen glijden over mijn armen, naar de sloten.
Hij duwt zijn lippen tegen de mijne. Waarschijnlijk om Stijn af te leiden. Het werkt, ik hoor Stijn en die andere jongen wat fluisteren en ik zie dat ze niet meer op ons letten. Ik knik heel kort en Rein klikt zo mijn "handboeien" los. Auw, die dingen doen pijn zeg. Ik wrijf even over mijn polsen en voel overal kapot geschuurde huid. Rein knoopt voorzichtig mijn bloes weer dicht, op de bovenste 2 knopen na. Hij schuift de bloes over mijn schouder heen zodat je alleen m'n bh bandje daar nog ziet.
Hij geeft me op die plek een kusje, en laat vervolgens in mijn nek een spoor van kusjes achter, tot hij bij mijn oor is.
'Als ik zometeen ja zeg ren alsjeblieft zo snel je kan weg hier? Maak je geen zorgen om mij oké, ik vind je wel weer. Maar zorg ervoor dat je niet vindbaar bent voor Stijn. Echt, beloof me dat je zo ver mogelijk van t centrum weg gaat.'
Een brok komt in mijn keel. Rein gaat zo'n harde klappen krijgen straks en dat doet hij gewoon om míj te beschermen.
Ik slik een keer en knik langzaam. Ik kan dit niet, maar het móét.

____________

Hello guys, next part rewritten! What do you think? Is 't nie té heftig?

- x M.

Different than Expected [rewriting]Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu