20

57 9 1
                                    

Pov Jade.

"Jade!" Hoor ik Perrie gillen.

Ik sla mijn armen meteen om haar heen als ze voor me zit op haar knieën. Ik begin weer te huilen.

"Hoe gaat het? Waar was je? Heb je Zoe gezien?" Vraagt ze huilend.

Ik laat haar los en veeg haar tranen weg, maar het heeft geen zin, want ze komen meteen weer terug. "Zoe is in het gebouw naast school!" Zeg ik stotterend en huilend. Ik val weer huilend in haar armen. "Ze is er heel slecht aan toe."

"Jade?" Vraagt een zware, maar zachte stem.

Ik draai me om en zie Twan staan. Ik sta meteen op en loop verzwakt naar hem toe. Ik sla mijn armen om zijn middel en huil tegen zijn borst. Ik snuif zijn geur op en laat hem dan los.

"Ik heb je gemist." Fluistert Twan. Hij veegt zijn tranen weg en pakt mijn hand stevig vast.

"Hier, een broodje." Zegt een meisje uit mijn klas.

Ik kijk haar dankbaar aan en neem een grote hap. "We moeten de politie bellen en ze moeten Zoe ophalen!" Zeg ik gestrest.

"De politie is al gebeld, kom rustig zitten." Zegt de docent die een stoel bij me neerzet. "Klas, jullie mogen wel even een tussenuur houden."

De klas loopt in stilte weg.

Ik eet het broodje op en drink wat water uit het flesje dat Perrie me heeft gegeven. "Zoe.. Ze is ondervoed.. ze is gewond.." Stotter ik.

"Vertel meer." Zegt de docent.

"Ze wilde al het eten aan mij geven, maar ik zei dat ze dat niet moet doen.. En we wilden net ontsnappen, maar ze viel op de grond en de mannen pakten haar op en ze zei dat ik door moest rennen.. dus ik deed dat en misschien is ze nu wel in elkaar geslagen.. misschien is ze dood.." Zeg ik en ik barst in huilen uit.

"Sssh.." Sust Perrie en ze slaat haar arm om me heen.

"Je moeder moet gebeld worden. Wil je haar zelf bellen?" Vraagt Twan en hij heeft zijn mobiel vast.

"Ja." Zeg ik en ik pak meteen zijn mobiel en ik bel mama. Ik wil haar stem horen. Nu meteen.

"Hey Twan, met Norma." Zegt mam gebroken.

"Mama." Zeg ik huilend. Ik leg mijn hoofd op tafel en houd de telefoon tegen mijn oor.

"Jade?" Fluistert ze.

Ik begin harder te huilen. "Mama, ik mis je." Zeg ik.

"Liefje, ik mis jou ook! Waar ben je? Ben je bij Twan? Ben je oké?" Vraagt mam huilend.

"I-Ik ben op school.." Stotter ik snikkend. Ik schud mijn hoofd en kijk Twan aan. Ik geef zijn mobiel weer aan hem en huil verder.

Twan loopt een stukje verderop en praat tegen mijn moeder.

Ik kruip in Perrie's armen en probeer rustig te worden. "Waar gaat de politie nu heen?" Vraag ik zacht.

"De politie ging naar het gebouw. Ze zijn daar nu waarschijnlijk al." Zegt de docent.

"We moeten er heen! We moeten Zoe opvangen!" Zeg ik gehaast. Ik sta meteen op en wil lopen, maar ga door mijn enkel. "Auwh, shit." Kreun ik.

"Kom op mijn rug!" Zegt Perrie en ze bukt voor me.

Ik ga op haar rug zitten en Twan hangt op dat moment op.

"Je moeder komt eraan." Zegt hij. "En wat gaan jullie doen?"

"We gaan naar Zoe! De politie is daar en we moeten Zoe opvangen!" Zegt Perrie.

"Laat Jade maar op mijn rug." Zegt Twan en even later zit ik op zijn rug. Hij rent naar buiten toe, naar het gebouw. Er zijn allemaal kinderen en docenten op het schoolplein. Het is een grote choas. Als ze bij het gebouw aankomen is alles afgezet en er staat veel politie. Er staat zelfs camera mannen en vrouwen voor het nieuws, gok ik.

Ik ga van Twan's rug en loop voorzichtig naar de politie. "Hebben jullie Zoe?" Vraag ik zacht.

"Ben jij Jade?" Vraagt de man.

Ik knik.

"Ik mag niks vertellen over Zoe." Zegt de man.

"Maar ik zat met haar opgesloten? Vertel me alsjeblief wat er met haar gebeurd is! Leeft ze nog? Is ze in elkaar geslagen?" Vraag ik en ik krijg weer tranen in mijn ogen.

"Ze zijn nog binnen aan het kijken. Ik weet verder niks." Zegt de man.

"Net zei u nog dat u niks mocht vertellen! U weet dus wel wat!" Zegt Perrie boos. "Het is onze beste vriendin! Vertel wat je weet, eikel!"

"Perrie." Zeg ik met grote ogen. "Sorry voor haar gedrag, maar het is wel de waarheid.."

De man kijkt ons allebei even aan. "Het spijt me echt, ik mag nu nog niks zeggen. Jullie krijgen het zo snel mogelijk te horen. Ik beloof het jullie." Zegt hij.

"Ben jij Jade Thirlwall?" Vraagt een vrouw in een ambulance uniform.

"Ja." Zeg ik en ik knik.

"We willen je graag even controleren. Gewoon de kleine dingen enzo." Zegt ze vriendelijk. "Het kan gewoon in de ambulance zelf."

Ik knik en kijk op als ik mijn naam hoor.

"Jade! Hier!" Gilt ze weer.

Ik draai me om en voordat ik het weet knuffel ik met mam. Ik ben alweer aan het huilen.

"Gaat alles goed?" Vraagt ze huilend.

"Goedemiddag mevrouw. Ik ben van de ambulance en we wilden u dochter net controleren. Dan weten we of alles goed is. U mag mee." Zegt de vrouw van de ambulance.

Mam knikt meteen.

Nadat ik wat simpele controles heb gehad sta ik weer voor een lint voor het huis. Ik ben aan het wachten tot Zoe buiten komt.

De ambulance staat al klaar voor haar, iedereen wacht. Er komen een heleboel politiemannen naar buiten, maar niet met Zoe of iemand anders. "Niemand is binnen." Hoor ik iemand zeggen.

Mijn mond valt open en ik val op mijn knieën. Ik leg mijn handen voor mijn gezicht en gil erin. Ik trek aan mijn haren en huil hard. Het kan me niet schelen dat iedereen me nu kan zien en horen. Zoe is weg, alweer. Ik ben ontsnapt en Zoe niet.

Believe In My WordsWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu