Hoofdstuk 4

267 57 31
                                    

Het gaat zo snel dat hij geen tijd heeft om weg te duiken

Deze afbeelding leeft onze inhoudsrichtlijnen niet na. Verwijder de afbeelding of upload een andere om verder te gaan met publiceren.

Het gaat zo snel dat hij geen tijd heeft om weg te duiken. Nog net voordat haar nagels in zijn vel boren, sla ik mijn hand op haar armen. Wat te hard voor mijn gevoel, maar het is niet de bedoeling dat we elkaar aanvliegen.
Ze kijkt me geïrriteerd aan. Ik schud mijn hoofd en gebaar dat ze normaal moet doen.
'Verdomme!' vloekt ze.
Michiel slaakt een opgeluchte zucht en schuift voor de zekerheid zijn krat wat verder naar achter.
'Waarom zo agressief?' lacht Mike. 'Ze is er nog niet eens en jij wordt al boos.'
Catrice schenkt hem ook een dodelijke blik. Even denk ik dat ze gaat voor een nieuwe wurgpoging, maar ze houdt zich met moeite in. Hierdoor moet Mike nog harder lachen.
'Nou, klaar maar weer', zegt Danielle. Ondanks haar poging om de boel te sussen, blijft Mike haar uitlachen. Hij ligt nog net niet op de grond van het lachen.
Als door een wesp gestoken staat Catrice op van haar kratje en trekt me zo hard mee aan mijn pols dat ik bijna omval. De ferme passen die ze altijd zet als ze ergens vastbesloten over is, leiden ons dit keer naar het bos dat achter het pand ligt. Wordt dit onze boswandeling?
Voorzichtig trek ik mijn hand terug. Die aanraking was veel te ruw voor Catrice om het over koetjes en kalfjes te willen hebben. Het gaat vast over onze aanstaande huisgenote.
Ze pakt mijn hand opnieuw vast en begint te rennen. Hevig protesterend dragen mijn blote voeten mijn gewicht, met takken en bladeren als onprettige ondergrond. Een takje schaaft langs mijn voet en dan weet ik dat ik niet zo door kan blijven rennen.
'Wacht, ik heb mijn schoenen nog niet aan!'
'Waar zijn die?'
'Nog in het pand. Ik was er niet op bedacht dat je nu meteen een boswandeling wilde maken.'
'Ga ze halen dan', antwoordt ze geïrriteerd.
Ik verbaas me over de kattigheid in haar stem.
'Schiet op, please. En neem niemand mee terug. Ik wil je graag alleen spreken.'
Het klinkt bijna als een commando.
Met mijn blik gericht op het bospad, loop ik half op mijn tenen terug naar het pand.
'Was ze je al zat?' grinnikt Mike.
'Nee, ik heb mijn schoenen nodig.' Aardig als Amila is, pakt de Turkse mijn schoenen en geeft ze aan mij.
'Dankjewel. In alle haast was ik het vergeten', zeg ik knullig.
'Graag gedaan, hoor. Doen je voeten pijn?'
'Valt mee,' zeg ik terwijl ik mijn schoenen aantrek.
Ik zwaai nog wat onhandig naar de groep en ren terug het bos in.
'Moest dat zo lang duren?' klaagt ze.
'Is dat erg? Ik ben er nu. En ik heb geen zin in die wandeling als het zo de hele tijd gaat. Waarom trok je me eigenlijk zo hard mee? Dat vond ik niet zo fijn, trouwens.'
'Het gaat over dat wijf. Ik mag haar niet!'
Ruiger dan ooit slaat ze haar armen om me heen, alsof ik haar knuffel ben die ze stevig omklemt om zichzelf te beschermen tegen het aankomende monster onder haar bed. Wat aarzelend laat ik het toe hoe ze door mijn haar woelt en haar hoofd op mijn schouder legt.
'Ik snap dat je het vervelend vindt, maar reageer het niet op ons af, Catrice.'
'Craig, ben jij het dan eens met Michiel en Danielle?'
'Niet per se."
'Hoezo niet per se?!'
Met een vastberaden blik in haar ogen kijkt ze me aan. Ze verwacht het goede antwoord van me. Althans, het antwoord wat volgens haar goed is. Op dit moment is Catrice niet te harden. Een boswandeling vind ik altijd gezellig, maar niet op een gespannen en onprettige manier zoals deze.
'Ik kan de situatie nog niet goed inschatten, dus ik trek geen conclusies. Ik ben het eens met de mening van Danielle en Michiel, maar ik begrijp jouw standpunt ook', leg ik geduldig uit.
'Dus je bent het niet helemaal met me eens?'
'Nee, voor nu nog niet.'
Haar wangen kleuren rood en haar blik wordt duister. Ik kan wel tegen haar gaan liegen, maar dat vind ik oneerlijk. De waarheid kunnen spreken is een van de belangrijkste dingen in een relatie. Misschien overdrijf ik, misschien kan ik het nu beter met haar eens zijn.
Ik wil net mijn mening intrekken, als Catrice zich omdraait.
'Prima, dan niet. Ga maar weer terug naar de rest. Ik ga lekker alleen een wandeling maken.'
Ze slaat zichzelf uit mijn greep. Weg is ze.
'Catrice!'
Mijn vriendin negeert me compleet. Vastberaden manouvreet ze zich tussen de laaghangende takken en modderige bospaden om alleen te willen zijn.
Verdomme, dat wilde ik niet bereiken. Eerlijkheid, dat was mijn streven, niet verlatenheid.
Pissig als ze nu is, zal ze niet meer naar me luisteren, daar ken ik haar te goed voor.
Het voelt naar om te weten dat ze nu geen behoefte aan me heeft, alleen maar omdat we een meningsverschil hebben.
Maar er is niks meer aan te doen. Ik kan beter teruggaan.
Met slome tred loop ik terug. Vanaf deze hoogte kan ik mijn woonplek goed zien. Het grijze vierkante gebouw met een inkeping aan de rechterkant en een uitbreiding in het midden. Het is een relatief kleine ruimte zonder bovenverdieping. Misschien net de lengte van een grote woonkamer waard.
Ik zou het eigenlijk mijn thuis moeten noemen, maar dat doe ik niet. Het is niet mijn thuis. Het voelt niet als de plek waar ik hoor te zijn. Ik vraag me af of het huis nog bestaat die ik wel zo noem. Wonen mijn ouders daar nog?
Een diepe zucht verlaat mijn mond. Vandaag is zo onstuimig begonnen. Alsof er storm op komst is. Eerst die grap met het pistool, dan de aankondiging van een nieuwe huisgenoot en ook nog Catrice die me vandaag niet meer wil zien.
Zou er echt hevig weer voor ons voorspeld zijn? Door wat voor soort storm zouden we getroffen worden? Worden we vandaag ontdekt?
Voor de derde keer vandaag denk ik dat we binnenkort gepakt worden. Het zit gewoon vastgespijkerd in mijn hoofd om er elke dag wat aandacht aan te besteden.
Zwijgend ga ik aan tafel zitten. De vrouwen zitten te kaarten met het spel van Amila, dat aansluit bij haar levensbeschouwing. Ze doet het elke dinsdag, stipt om 2 uur.
Volgens de alternatieve natuurregels zou dit het tijdstip waar de geest het helderst is. Ik geloof hier niet echt in, maar volgens Amila is het gewoon bedoeld om geluk te stimuleren en doelen te stellen.
Normaalgesproken speel ik graag mee, alleen dit keer ben ik te laat. Door middel van eigenschapkaarten, verzamel je een grote kaart die het portret draagt van een natuurgod. De grote kaart staat symbool voor je wens of verlangen voor de week waarin je het spel speelt.
Catrice vergeeft me, dat zou mijn wens zijn. Naast dat ik graag vrij wil zijn is dat mijn wens.
Op mijn bed ligt mijn boek nog steeds onaangeroerd. Ik zou bijna vergeten dat ik het wilde lezen. Met een glimlach haal ik het op en strijk ik over de gehavende kaft. Het geeft me warmte. De danseres op de omslag is vergeeld, maar straalt nog steeds dezelfde passie uit toen mijn zus en ik het kochten in de boekenhandel. Het was zomer en mijn ouders vonden dat we een boek mochten uitkiezen voor in de vakantie. We zijn meteen gegaan. Terwijl mijn zus me meetrok door de winkel, viel mijn blik op dit boek. Ik heb het voorzichtig aangekaart, omdat ik bang was dat ze het af zou wijzen. Ze was namelijk op zoek naar een boek met dieettips. Haar gezicht toen ze het boek kocht dat ik haar aanraadde was onvergetelijk. We waren zo gelukkig die dag.
Een eenzame traan valt op de betonnen grond. Ik veeg hem snel weg en zoek een rustig plekje om te gaan zitten. De bank is in beslag genomen door Mike en Nico. Het bierkrat van Heineken staat naast ze. Mike haalt voor zichzelf en voor zijn broer twee flessen uit het krat. Daarna zet hij de tv aan op een erotische zender. Een walm van drank kringelt om hen heen. Die geur dragen ze altijd bij zich. Op sommige dagen drinken ze meer dan goed voor hen is. Het is niet erg gezond, maar het lijkt geen probleem voor ze te vormen. Ik ga maar naast ze zitten, in de hoop om me niet zo alleen te voelen.
Nico merkt me op.
'Hey Craig, kom je ook porno kijken?' vraagt hij verveeld.
'Nee', zeg ik verlegen en ik laat mijn boek aan hem zien.
'Alweer dat muffe ding? Leg dat nou een keer weg.' Hij kijkt ernaar met afgrijzen.
'Ja. Is dat erg?' vraag ik voorzichtig. Nico lacht even.
'Doe niet zo gespannen. Pak een biertje.'
Aarzelend pak ik ook een flesje bier uit het krat en haal ik de dop eraf. Ik zet de fles aan mijn lippen. Na drie slokjes vind ik het mooi geweest.
Het bier zet ik terug op tafel en ik ga in de hoek van de bank zitten. Met mijn knieën opgetrokken begin ik met lezen.

| | | | | | |

Rond 5 uur wordt het langzaam donker in het bos. Ik kan alleen nog een paar silhouetten van de bomen zien. Mijn boek ligt te verkleumen op mijn schoot en mijn broodje met kaas ligt er half aangevreten naast op een oud bord. Ikzelf begin het ook koud te krijgen, alleen ik wil wachten tot Catrice komt. Sinds vanmiddag heeft niemand haar nog gezien. Ze is vast de hele dag aan het wandelen. Dat doet ze wel vaker als we een onenigheid hebben. Ik baal daar altijd ontzettend van, maar soms vraagt ze teveel van me. Laatst wilde ze met me naar bed. Het is het puurste wat een relatie kan hebben, vindt zij. Ik ben het met haar eens, maar ik wil het niet zolang ik hier verblijf, hoelang dat ook mag duren. Er is nergens privacy en er is een grote kans dat we gestoord worden.
Ik sta net op als ik Catrice in de verte zie aankomen. Haar rode haar is warrig en ze sloft naar voren, terwijl haar hakken half wegzakken in het gras. Tussen haar lippen heeft ze een sigaret geklemd.
'Catrice, je bent terug!' zeg ik opgelucht.
Ze loopt me straal voorbij en blaast de rook van de sigaret in mijn gezicht. Ik kuch als het mijn luchtpijp binnendringt.
'Wacht even, asjeblieft.'
Snel pak ik mijn broodje van de grond. Catrice is al door de verroeste deur heen en zwaait hem afstandelijk achter haar dicht. De scharnieren in het hout bevestigen haar afwijzing nog eens.
Zuchtend loop ik achter haar aan. Als ze nu nog steeds boos is heb ik het echt goed verpest. Het was toch maar een meningsverschil? Ze is boos op me omdat we discussie hadden over iemand die hier nog niet eens is. Ik ben bang dat er meer achter haar driftbui zit. Straks vindt ze me niet leuk meer en reageert ze daarom zo bits op me. Straks is er iemand anders die wel aan haar eisen voldoet. Straks heeft ze een ander, denk ik onzeker. Ik moet ophouden met zo denken. Ze houdt nog van me. Toch?
Lamgeslagen door mijn twijfels loop ik houterig naar de bank en plof neer. Gek genoeg staat mijn flesje, die ik vanmiddag niet meer heb opgedronken, er nog. Uit frustratie drink ik de rest van de inhoud in één teug leeg. Het voelt alsof ik het nodig heb.

Yay, het klopt weer :)

Heb je van een hoofdstuk genoten of wil je iets kwijt, een stem en een comment mag altijd!

Wreder #Netties2017Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu