Hoofdstuk 31

136 25 26
                                    

Craig

Catrice’ schouder schiet weg onder mijn hoofd. Heb ik geslapen? Geen nachtmerrie, in ieder geval.

Mijn besef van tijd ben ik helemaal kwijt. ‘Hoe laat is het?’ vraag ik slaperig. ‘Twintig voor 11. Nog een paar minuten en dan zijn we er’, zegt Mike. 'Sorry, ik moet even zijn knie intapen’, verontschuldigt Catrice zich.

Ze rolt zijn broekspijp opnieuw op en haalt wat tape uit de verbandtrommel. Met het werpmes van Michiel snijdt mijn vriendin de gewenste lengte af. Zorgvuldig begint ze het om Mike’s knie te wikkelen. Als ik naar hem kijk heeft hij zijn ogen dichtgeknepen, alsof hij de pijn probeert af te sluiten. ‘Zo, klaar. Nu kun je met gerust hart je knie slopen’, zegt Catrice sarcastisch. Hij knikt even en trekt zijn broekspijp gauw weer naar beneden.

Ik snap wel een beetje waarom hij er zo'n punt van maakt. Als je een teken van zwakte toont tegenover de rest kan dat fataal zijn. Talloze keren heb ik verhalen gehoord van hem over mensen die het loodje moesten leggen omdat ze niet sterk genoeg in hun schoenen stonden. Logisch dat hij niet wil dat wij zijn handje vasthouden.

Het meurt nog steeds in de bus. God, wat zou ik nu graag onder de koude douche staan. Dit zweterige gedoe is echt niet te doen. Gelukkig hoef ik nog maar een paar minuten in deze sauna. En daarna, wat gebeurt er daarna eigenlijk?

Ik probeer me de vorige keer te herinneren. Onze opdracht kregen we op die ontmoetingsplek. Officieel is het een discobar en een Casino in één gebouw. Eigenlijk is het een plaats vol met bendeleden, prostitutes, moordenaars en andere schimmige figuren. Daar horen wij officieel bij, ook al wil ik het niet. Maar het is mijn eigen schuld. Had ik toen maar niet uitgehaald, dan zat ik nu nog thuis. Of misschien niet? Misschien was alles dan hélemaal verkeerd afgelopen en lag mijn lichaam naast die van haar, zoals in mijn droom.

‘Wat gaan we doen als we daar zijn?’ vraagt Danielle aan Nico. ‘Gewoon wachten totdat we onze missie krijgen’, antwoordt hij. ‘En dan?’ ‘Wat denk je zelf?’ onderbreekt Mike hen. 'Op missie?’ ‘Uhu. Goed geraden, slimmerik.’ Danielle werpt hem een vuile blik toe en draait zich dan weer om.

'We zijn er bijna’, kondigt Elynne vanachter het stuur aan. In de laatste minuten bereiden we ons voor op de ontmoeting met Clayton, die onze missie gaat overhandigen. Om een goede indruk achter te laten bij hem, proberen we ons zo goed mogelijk te kleden. Ik zet één van de petten op en doe mijn haar in een staart. Volgens Mike moet ik ook nog mijn litteken zichtbaar maken, maar dat wil ik niet. Echt, niemand hoeft te zien wat er met me gebeurd is. Het voelt veel te kwetsbaar.

‘Hé Craig, vergeet niet om even je haar naar achteren te doen en zo. Dat litteken ziet er echt gevaarlijk uit, weet je’, herinnert Nico me, terwijl hij zijn beanie afklopt. Gaat hij zich er nou ook nog mee bemoeien? Een geërgerde zucht verlaat mijn lippen. ‘Het kan toch ook gewoon zo?’ ‘Nee’, zegt hij resoluut. Met tegenzin doe ik wat er van me gevraagd wordt. Het haar wat nog voor mijn litteken hangt prop ik onder de pet. Ineens schiet het me te binnen dat Elynne nog niks weet over mijn ‘geheim’. Houden zo. Ze heeft nog niks doorgehad over onze kleine discussie.

Catrice tikt tegen mijn pet aan. ‘Het staat je best cool’, glimlacht ze. ‘Helemaal niet’, antwoord ik fel. ‘Ach, het is maar voor eventjes. Dat valt toch wel mee?’ Ik schud van nee. ‘Je stelt je aan. Waarom is het erg als mensen het zien?’ ‘Omdat…’ Verder kom ik niet. Omdat ik niet trots ben op mijn litteken. Omdat dit het rasechte bewijs is dat ik een moordenaar ben. En dat ik nu eigenlijk in de gevangenis hoor te zitten. Maar die woorden durf ik niet hardop te zeggen. ‘Omdat wat? Zie je mij soms janken als ik mijn brandwonden laat zien aan jou?’ Mike's opmerking komt aan als een stomp in mijn maag. Alsof ik me niet zou mogen schamen voor wat ik heb gedaan. Denkt hij daar zelf weleens over na? Heeft hij ooit spijt gehad?

Ik weet geen zinnig woord meer uit te brengen, dus blijf ik de rest van de rit stil naar de grond staren. Verdomme, ik haat dit. Mike en Nico kunnen helemaal de pot op met hun ‘gedragscodes’. Laat me gewoon naar huis gaan, mijn echte huis. Bijna rolt er weer een traan over mijn wang, maar ik hou hem net op tijd tegen. Misschien hebben ze wel een beetje gelijk. Misschien stel ik me echt aan.

Catrice doet een poging om haar woorden van zonet weer goed te maken door me een kus op mijn wang te geven, maar ik druk haar weg. Verbaasd deinst ze achteruit. Breng me naar huis, of tenminste naar het kraakpand. Dat is het enige waar ik op dit moment aan kan denken.

De bus komt tot stilstand. We zijn er. Geweldig. Net wat te ruw gooi ik Mike's been van mijn schoot. 'Au! Doe maar rustig, hoor’, moppert hij. Ik negeer zijn opmerking en ga er via Catrice’ kant uit.

Binnen no-time staan we met z'n achten op een drukke parkeerplaats. Uit het gebouw een paar meters verderop komt neonlicht en luide muziek. Dat is waar we moeten zijn. Ik ben best zenuwachtig. Wat voor vuile opdracht geeft hij ons nu weer?

Een kwartier later heeft iedereen de ingang bereikt. Er staan twee forse mannen voor de deur. Ze controleren de bezoekers. De blikken van Mike en een van de bewakers kruisen even. De man moet lachen om zijn gestrompel. Hij krijgt een dozijn scheldwoorden en een middelvinger terug.

Binnen is het ontiegelijk druk. Het gebouw is helemaal ondergedompeld in felle verlichting en dronken mensen. Het plafond wordt ondersteund door pilaren met banken eromheen, waar je je kunt nestelen als je het even zat bent.

Op de dansvloer is het echt een zooi. Overal waar je kijkt botsen mensen tegen elkaar op, gooien ze hun drankje omver of dansen ze compleet uit de maat op het ritme van de muziek. De klanken zijn niet te harden. Wat een hels kabaal. Om doof van te worden. Alles bij elkaar lijkt meer op een beestenboel​ dan een club.

Aan weerszijden van de rotzooi kan ik een paar extra verlichte plekken ontwaren. Geen fel gekleurd licht, maar gewoon een uv-lamp. Dan zie ik waar de lichten op schijnen. Het zijn rijen met goktafels. Even gaat er een steek door me heen. De gokverslaving van mijn broer maakte hem helemaal gek.

Snel wend ik mijn blik af van de tafels. Naast de dansvloer en de gokmogelijkheid vind ik ook nog de bar, die druk bezocht wordt. De rest van de ruimte is gewoon niet te zien door de chaos.

Iedereen staart een beetje voor zich uit, alsof ze niet weten waar ze moeten beginnen. Ik weet het eigenlijk ook niet. Wat moet ik hier nou gaan doen? Ook gaan dansen tussen al die dronkenlappen? Dacht het niet.

Ik slof naar de bank die het meest in de schaduw zit. Met een zucht plof ik neer in de kussens. Zo, hier blijf ik gewoon zitten totdat we onze missie krijgen toegewezen. Catrice volgt mijn voorbeeld. De rest ploft een bank eerder neer. Behalve Elynne, die
naar de bar loopt.

Een ongemakkelijke stilte valt tussen ons. Het voelde goed toen ik haar wegduwde zonet. Nu voelt het zo ontzettend stom van me. Ik wilde alleen zijn, maar nu wil ik niks minder dan haar aanraking. ‘Catrice? Sorry van zonet. Ik stel me misschien wel een beetje aan.’ De laatste zin rolt al over mijn lippen voordat ik het doorheb. Tijd om daarover na te denken heb ik niet. Ze kust me vol op mijn lippen. Innig beantwoord ik haar kus. Meteen daarna druk ik mijn vriendin stevig tegen me aan. Ineens lijkt mijn excuus bestaand uit een paar woorden overbodig om aan te geven dat het me spijt. Ik laat me helemaal meeslepen, alsof onze knuffel alles is wat ik heb.

De rest van de tijd voeren Catrice en ik een gesprek over van alles en nog wat, terwijl we dicht tegen elkaar aan zitten. Wanneer Nico ons toeseint dat we op moeten houden, negeren we hem volledig. ‘Jezus, hou eens op met dat kleffe gedoe’, zegt hij geïrriteerd. Hij kan het echt niet hebben. Zou hij jaloers op ons zijn? Aan zijn blik te zien niet.

'Ik word echt helemaal gek van jullie’, klaagt hij. ‘Dan kijk je toch niet naar ons?’ werpt Catrice hem toe. Nico rolt even met zijn ogen en zegt dan dat we binnen vijf minuten moeten verzamelen bij de andere bank.

Soms vraag ik me wel eens af waarom ik een verhaal met allemaal illegale shit schrijf terwijl ik zelf niet eens door rood durf te lopen :') Mijn leven is ook helemaal niet dramatisch of zo. Ik ben echt een heilig boontje xD Het ergste wat me is overkomen is dat ik mijn enkel gekneusd heb :'D En daar was helemaal niks stoers aan, want de reden voor mijn kneuzing was dat ik bij een pretpark van zo'n hoge glijbaan ging. Zo'n ding met zes banen waar je met een matje vanaf moet. Nou ik met drie anderen daar af gaan en het liep verkeerd af xD
Moraal van dit verhaal: ik ben misschien wel de meest ongeschikte persoon om dit verhaal te schrijven en je moet nooit met vier mensen op één matje van een grote glijbaan!

En o, ja: mijn volgende hoofdstuk wordt in iemands anders perspectief geschreven! :D

Wreder #Netties2017Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu