Hoofdstuk 30

186 29 48
                                    

Jaa, we zijn al bij hoofdstuk 30! xD

Craig

Felle autolichten verlichten de weg. Er komt een auto aan. Best bijzonder, aangezien hier bijna niemand komt. De taxi stopt voor onze voeten. Daar zal je Elynne hebben. Het portier zwaait open en met een sierlijke pas stapt ze uit de auto. Haar mascara is een beetje uitgelopen en in haar hand klemt ze naast haar gewone tas een boodschappentas. De inhoud is niet goed te zien. Mijn spieren spannen zich meteen aan. Wat als ze straks weer iets probeert? Het lijkt me sterk dat ze alles van vanmiddag zomaar over zich heen laat rollen. Ik zie ook de anderen bedenkelijk kijken. Ze gaat bij de groep staan en zegt geen woord. Haar blik is neutraal en lijkt bijna zenuwachtig. Nu ze dichterbij staat, kan ik zien wat er in de tas zit. Afbakbroodjes. Waar heeft ze die voor nodig?

De deuren van het winkeltje schuiven open. Samen met de garagehouder komt Mike naar buiten strompelen. De man praat luidruchtig over zijn katten. Hij heeft een fors postuur en een grijze baard die doet denken aan de Kerstman. Op zijn hoofd zelf zit geen haar meer. Ik ben zijn naam vergeten. Volgens mij is zijn naam Heijn of iets met een H.

'Hoi, Heinz', begroet Nico hem kortaf. Dat was zijn naam dus. Heinz zwaait joviaal naar ons groepje. In zijn hand heeft hij een autosleutel. Die is vast van het busje waar Clayton het over had.

'Hey, Nico.' Hij geeft hem een vriendschappelijk klopje op zijn schouder. 'Ik heb nog een mooi busje achterin de garage staan. Hij is wel een beetje stoffig.' Heinz gaat ons voor de garage in. De lichten knipperen aan en een rij met voertuigen wordt zichtbaar. Hij heeft van alles. Van auto's, tot boten en busjes, alleen niks ziet er nog mooi uit. De meeste vierwielers zitten onder de roest en zijn maar half gewassen. Waarschijnlijk heeft hij geen zin om moeite te doen voor afdankertjes die alleen worden gebruikt door een 'bende' met geldproblemen. Ik zou niet weten wat voor woord ik anders moet gebruiken voor ons groepje. Voor nu zeg ik gewoon 'groepje', maar dat klinkt wat te gewoontjes. Bende vind ik ook niks, want dat zijn we niet. Niemand van ons rent zomaar als een mongool naar een juwelier met een pistool en eist geld. Op het stelen na doen we niemand kwaad. Behalve als het moet, zoals nu.

Ineens verspert Elynne de weg voor Mike. Uit mijn ooghoek zie ik Nico haar alweer bijna aanvliegen. Kut, niet weer. Maar het enige wat ze doet is haar boodschappentas met afbakbroodjes in Mike's handen duwen. Ze mompelt wat onverstaanbaars en peilt zijn reactie. 'Wat is dit? Ik wil niks van jou. Hou je zooi bij je', snauwt hij haar af. Een snelle blik in de tas en daarna worden de afbakbroodjes op de grond gesmeten. 'Hé, dat is eten!' roept ze beledigd. 'Nou en? Ik zei toch dat ik niks van jou hoef? Tyf op.'

Danielle komt tussenbeiden. 'Doe eens rustig. Misschien bedoelt ze het goed. Broodjes kunnen we goed gebruiken.' Een tijdje later zitten de broodjes in de tas met de rest van de spullen

Danielle slingert de bigshopper om haar schouder en kijkt streng toe of de twee kemphanen niet nog een keer beginnen. Dat gebeurt niet. Heinz kijkt ons raar aan. 'Zeg het is toch altijd gezellig bij jullie?' vraagt hij dan. 'Niet altijd', zucht Danielle.

Waarom geeft Elynne die broodjes aan Mike? Wil ze haar excuses aanbieden? En zo ja, waarom? Ze heeft tot nu toe nog geen enkele keer laten blijken dat ze aardig tegen ons wil doen.

De Kerstman-baard wijst naar een oud Mercedes busje. Het grijze ding lijkt uit de vorige eeuw te komen. Er zijn twee achterbanken waar plek is voor zes personen. In totaal kun je er met acht man in.

Michiel loopt met een slome pas naar de bestuurdersstoel. Heinz doet het portier voor hem open en drukt de sleutel in zijn handen. Uiterst traag doet hij hem in het sleutelgat. Michiels ogen staan dof en somber. Zijn vingers omklemmen het stuur stevig, totdat zijn knokkels wit worden. Ik weet dat hij echt niet wil rijden, maar het zal wel moeten nu. De reden waarom heeft hij ooit een keer verteld. Dat is zo lang geleden dat ik het niet meer precies weet.

'Michiel?' vraagt Elynne opeens. 'Ik kan ook wel rijden. Laat mij maar', stelt ze voor. Hij weet niet hoe snel hij van de stoel af moet komen. Bijna struikelt hij uit het voertuig. 'D-Dankjewel!' zegt hij opgelucht. 'Graag gedaan.' Ze schenkt hem een kleine glimlach. Een echte glimlach. Ik trek mijn wenkbrauw op. Sinds wanneer doet zij iets goeds voor anderen? Dit is al de tweede keer vandaag.

Een beetje ongemakkelijk stappen we in. Danielle legt de tas in het midden, en zet het eten en drinken ernaast. Nico vist nog een klein boekje uit de tas.

'Wat gaan we doen qua indeling?' vraagt Amila, terwijl ze Danielle aankijkt. Ik zie haar even bedenkelijk kijken en dan vertelt ze wat het beste is. Elynne gaat sturen, Michiel zit naast haar. Op de eerste achterbank settelen Amila, Nico en Danielle. Dat hebben we zo besloten, omdat Nico ze dan verder kan uitleggen wat een missie inhoudt en welk gedrag gepast is. Er blijken een hoop ongeschreven regels te bestaan. Zelfs Nico weet ze niet allemaal uit het hoofd. Verder wil hij ze ook uitleggen hoe een wapen werkt.

Op de laatste achterbank ga ik met Catrice en Mike zitten. Ik neem plaats in het midden en Catrice komt links van me zitten. Zodra Mike naast me zit en zijn gordel om heeft, legt hij zijn rechterbeen op mijn schoot. 'Van Catrice moet ik mijn knie laten rusten. Je vindt het toch niet erg als ik mijn been op jouw schoot leg?' vraagt hij met een sarcastische ondertoon. 'Nee, is niet erg.' 'Mooi.'

Zijn been voelt warm en zweterig aan. Het voelt echt beklemmend. Je zit opeens nog meer op elkaars lip. In het pand heb je al weinig ruimte, maar in dit busje kun je echt nergens heen. Een zweterig been op mijn schoot helpt daar niet echt bij. Maar goed, het is wel belangrijk dat hij rust krijgt. Anders kunnen we echt wel fluiten naar deze missie.

Elynne start de auto en rijdt de garage uit. Heinz zwaait ons uit alsof hij een ouder is die zijn kinderen uitzwaait. We draaien de weg op. Ze gooit de snelheid omhoog en al snel rijden we 80 kilometer per uur. 'Je rijdt toch wel normaal, hè?' hoor ik Michiel vragen. 'Tuurlijk rijd ik normaal', antwoordt ze zelfverzekerd.

Zwijgend luisteren we naar Nico's uitleg over semi-automatische pistolen. Hij heeft het over de veiligheidsregels en wijst onderdelen aan in een klein boekje. Zoals hij daar uitlegt, lijkt hij net een leraar. 'Denk erom, de slider klapt altijd naar achter als je schiet. Het is niet de bedoeling dat je je vinger erop legt of zo. Als we straks ergens zijn waar niemand is doe ik het wel voor.' Amila knikt, net als Danielle. 'Dus hij herlaadt automatisch als je geschoten hebt?' 'Ja.'

Misschien moet ik wat bijslapen, nu het nog kan. Die gedachte had ik een paar uur geleden ook en dat liep verkeerd af. De nachtmerrie geeft me nog steeds de rillingen, ook al is het niet echt. Daarom besluit ik gewoon wat weg te dommelen. M'n hoofd leg ik op Catrice haar schouder, terwijl ik me probeer te ontspannen.

Als jullie aan een verhaal schrijven en al een tijdje bezig zijn, hebben jullie er ooit aan gedacht dat het allemaal anders had kunnen lopen? Dat je personages helemaal andere namen hadden en andere dingen meemaken? Het is zo raar als je er over na denkt xD

Ik heb nog steeds niks om jullie te laten zien :(

Wat vinden jullie van mijn nieuwe flaptekst? Klopt ie? Zie je nog fouten? (Beloning: lolly deluxe)

Wreder #Netties2017Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu