Hoofdstuk 35

122 24 25
                                    

Nico

Maar wat maakt het ook uit, ik sterf toch binnenkort. Het is gewoon zo overduidelijk dat deze missie onze dood wordt. Als we dan toch doodgaan, hoop ik dat Clayton samen met ons het graf instapt. Als er iemand de hel verdient, is hij het wel.
 Nogmaals laat ik de koude stralen langs mijn huid gaan. Hoe langer ik mijn gezicht onder de kraan hou, hoe groter mijn schuld lijkt. Ik heb het verpest, we gaan allemaal dood en Mike is woedend op me, herhaal ik voor mezelf. Dat laatste vind ik eigenlijk nog het ergst van allemaal. Zijn teleurstellende blik en dan zijn woorden. Hij heeft niet eens gevraagd of het goed met me gaat.
 Mijn broer was nooit zo boos geworden als ik gewoon normaal deed. Als ik nou gewoon hun zieke spel meespeel, zoals altijd, was er niks aan de hand geweest. Genoeg gepiekerd. Ik mag de rest niet ophouden. We hebben al zo weinig tijd.
 Terug in de menigte kan ik niemand vinden. De vloer is helemaal gevuld met mensen en lichten, dat je maar een paar meter voor je uit kan kijken.
 Damnnit, waar zijn ze? Na een paar minuten zoeken, wat voor mij uren leken te zijn, spot ik Danielle's roze haar vlakbij de uitgang.
 'Waar was je?' vraagt ze bezorgd. 'Ik moest pissen', zeg ik.
Ze kijkt me hoofdschuddend aan en doet de deur voor me open. Alleen Danielle en Amila staan hier, de rest is nergens te bekennen.
 'Waar zijn de anderen?'
 'Al naar het busje. Elynne vond het onbenullig om op jou te wachten en toen is de rest er achteraan gedraven', zegt Danielle. 'Maar wij vonden het wel netjes om te wachten', voegt Amila er glimlachend aan toe.
 Waarom lacht ze nog steeds? Denkt ze dat dit een grap is?
 Ik knik kort als bedankje.
 'Hoe is het met Mike?'
 'Catrice en Craig hebben hem ondersteund tijdens het lopen, dus ik denk dat dat goed gekomen is.'
 'Beter.'
 'Je maakt je echt zorgen om hem, hè?' Ze legt haar hand op mijn schouder en kijkt me meelevend aan. Acuut blijf ik stilstaan. Haar koude vingers voelen vreemd aan, maar het gevoel is vertrouwd. Te vertrouwd.
 Wat onwennig haal ik Amila's hand van mijn schouder.
 'Blijf van me af', zeg ik bot, '...Asjeblieft', voeg ik er snel aan toe. 'Sorry.' Amila slaat haar ogen neer. Ik steek mijn handen in mijn zakken, zodat ik niet ga piekeren over vroeger, want aan het verleden terugdenken geeft op dit moment alleen maar gedoe. Als ik alleen was zou ik het misschien fijn vinden. Dan zou ik terugdenken aan alle mooie zomers die ik met mijn broer doorbracht op het strand, toen alles nog vredig en normaal was. Daarna betrap ik mezelf erop dat ik toch écht even terugdacht aan het verleden.
 'Waarom denk je eigenlijk dat alles goed gaat komen? We spelen niet in een slechte B-film. Niks komt goed', zeg ik dan om van onderwerp te veranderen en omdat ik wil weten hoe ze zo vrolijk kan doen. Is dat haar manier van accepteren dat ze dood gaat?
 'Hoezo? Jullie kunnen het toch proberen?'
 'Jullie?'
 'Ja, toch? Ik en Danielle... we hoeven toch ook niet mensen neer te schieten of zo?' Haar ogen beginnen een beetje waterig te worden.
 'Wel als het moet. Clayton heeft deze missie aan ons allemaal gegeven. Dus ja, ook aan jou. Sorry, maar we zitten allemaal in deze stronthoop.' Dat excuus meen ik oprecht. Niemand hoort te moorden op commando.
 Mijn woorden komen hard aan bij Amila. Ze slaat haar hand voor haar mond, begint zachtjes te snikken en knijpt Danielle's hand bijna fijn. Zijzelf lijkt ook van haar stuk gebracht te zijn.
 'Moest je dat nou zo zeggen?' fluistert ze me toe. 'Ja, dat is de waarheid.'
 Inmiddels zijn we de parkeerplaats opgelopen. Tussen de andere auto's kun je het busje duidelijk onderscheiden. Geen enkele vierwieler ziet er zo afgetrapt uit. Weer een punt dat bewijst dat deze missie niks wordt. Volgens mij kan die rammelbak maar 140 kilometer per uur. Een snelheid die zelfs een bejaarde nog traag zou vinden.
 De deuren staan open en de achterklep ook. Craig houdt een praatje met Michiel in de hoge laadbak. Hij speelt met de donkerrode pet, terwijl hij naar Michiel luistert. Tijdens het stelen zag ik hem ook al zo close zijn met dat ding. Ik vind Craig wat vreemd. Met zijn lange haar wil hij het feit verdoezelen dat hij nog maar één oog heeft. Zoveel drama hebben we daar van gekregen. Nooit ben ik erachter gekomen hoe hij aan dat litteken komt. Zelfs Catrice, die hem per slot van rekening binnenbracht, weet het niet. Elke keer als iemand erover begint ontwijkt hij alle vragen die we op hem afvuren en loopt gewoon weg. Ik vind het onzin dat hij er zo moeilijk over doet. Waarom zou je ervoor wegrennen?
 Mijn docent van de lerarenopleiding, een kleine man van middelbare leeftijd die naast onze lesstof de wildste verhalen vertelde, zei altijd dat het verleden je vroeg of laat inhaalt, als een sprinter die je midden in de race voorbijloopt en er met de winst vandoor gaat. Toentertijd heb ik niet veel aandacht geschonken aan die spreuk, maar misschien heeft hij gelijk.
 Als Catrice me in het gareel krijgt, wijst ze naar een boom verderop die de sombere parkeerplaats hoort op te vrolijken.
 Ruw pakt ze mijn pols vast en trekt me mee. Geïrriteerd sla ik mijn hand weg.
Met dezelfde irritatie op haar gezicht, begint ze tegen me te foeteren.
 'Luister, ik wenkte je omdat ik iets met je wil bespreken.'
 'Wat? Ik ben Craig niet.'
 'Niet op zo'n manier, gek. Laat me uitpraten.'
 'Oké.'
 'Toen jij er nog niet was heb ik alvast naar Mike's knie gekeken. Geloof me, daar kan hij de rest van zijn leven niet meer mee lopen, echt niet.'
 'Hoezo? Hij kan toch een operatie ondergaan?' Domste wat ik ooit gezegd heb. Tuurlijk kan dat niet. Niet na deze missie. Nooit niet.
 'Zijn knie is een hopeloos geval door de vele passen die hij gezet heeft. De brokstukken zijn te ver verschoven. Zoiets is onherstelbaar.'
 Ik denk dat ik nog nooit zo hard geslikt heb in m'n leven. Verwoed zoek ik naar argumenten tegen haar conclusie, maar die zijn er niet. Tranen prikken achter mijn ogen en ik voel een plotselinge misselijkheid opkomen. Er is geen speld tussen te krijgen; Mike's knie is voor altijd kapot. Kapot getrapt door een kutwijf, die van onze kutbaas bij ons moet blijven. Helemaal verwoest door zijn trots die boven alles gaat.
 Om het niet uit te schreeuwen van frustratie, woede, haat en weet ik veel allemaal, ram ik mijn vuist tegen de boom naast de parkeerplaats. Mijn huid schaaft zich pijnlijk aan het reliëf van het hout. Ondanks dat sla ik nog een keer tegen de stam. En nog een keer. Ik stop pas als mijn knokkels helemaal onder het bloed zitten en ik geen gevoel meer in mijn handen heb. Het geeft geen verlichting, zelfs geen voldaan gevoel. Nog steeds voel ik me rot. Gewoon door alle ellende van de afgelopen dag, de ellende van nu, de ellende die al vijf jaar lang een plek in mijn leven heeft opgeëist​.
 Snel veeg ik het bloed af aan mijn broek en stap naar binnen. Mike ligt op de voorste achterbank. Hij heeft de slaapzak die we meegenomen hebben om zich heen geslagen. Zachtjes kreunend doet hij een poging om comfortabel te gaan liggen. Het is nog minstens vier uur rijden naar Duitsland, dus ik hoop dat hij nog even kan slapen. Opnieuw worden mijn ogen vochtig. Sinds wanneer zijn we zo kwetsbaar geworden?
 Eerst was mijn plan om naast Mike te gaan zitten, maar ineens lijkt hij dan nog verder van me verwijderd te zijn. Alsof de plek naast hem taboe is, alsof hij me dan voor altijd vervloekt.
Met waterige ogen laat ik me op de achterste bank vallen.
 'Gaat het? Sorry, als ik het verkeerd bracht. Maar je moet het gewoon weten', zucht Catrice, die een bezorgde blik op mij werpt. Ik kijk haar aan, maar negeer haar excuus. De enige persoon waarvan ik iets wil horen is mijn broer. Iets wat laat zien dat hij me niet haat.
 'Mike?' vraag ik aarzelend.
 'Hou je bek. Ik probeer te slapen', reageert hij schor. Vanbinnen baal ik opnieuw van zijn botte antwoord. Kan hij niet wat sympathie tonen? Is Clayton nou zo belangrijk voor hem geworden? Zelfs belangrijker dan zijn eigen broer?
 'Hé... slaap lekker', probeer ik nog. Geen reactie.
 Ik steun met mijn handen op mijn hoofd, terwijl ik naar buiten staar. Elynne is met een landkaart in de weer. Dom wijf. Achter haar lopen twee mannen die druk pratend in hun telefoon naar een glanzende bolide lopen. Damnn, hadden wij maar zo'n chique bak. Zuchtend wend ik mijn blik af. Wat Mongolisch dat ik daar jaloers op ben. Honderd andere dingen aan mijn kop en ik loop naar dure auto's te kijken. Wat is het plan voor deze missie eigenlijk?
 Op dat moment stapt Elynne de bus in en start de motor. Langzamerhand neemt iedereen weer plaats in de roestbak, zachtjes in discussie over de missie. De woorden vliegen zo langs me heen. Ik kan echt niks meer opnemen, daar ben ik gewoon te moe voor. Amila komt naast me zitten en Danielle links van de bank.
 'We hebben drie dagen de tijd toch? Volgens mij kunnen we beter gaan rijden. Iedereen in de gordels', roept Elynne ons tot de orde. Ik kan haar wel wurgen nu, maar ze heeft wel gelijk. Om niet op straat te belanden moeten we nu gaan. Nog een keer word ik er aan herinnerd hoe afhankelijk we van Clayton zijn.
 In een rustig tempo rijden we de weg weer op. Langzaam voel ik mezelf een klein beetje ontspannen als de club, met het kantoor van onze opdrachtgever, uit het zicht verdwijnt.
 Ik graai naar de verbandtrommel om mijn hand te verbinden. Ineens schiet er een helse pijn door mijn borst. Ik negeer de pijn en haal de trommel uit de tas. Wat slordig wind ik wat verband om mijn hand, doe de doos weer dicht en smijt hem terug in de tas. Mijn gooi-beweging levert ook weer protest van mijn ribben op. Jezus, hoe lang ga ik hier nog last van krijgen?! Zelfs m'n ademhaling brengt wat pijn met zich mee. Lekker dan. Hierdoor mag ik me niet laten stoppen. Door niks en niemand, ook al zou ik halfdood op de grond liggen. De missie, lijkt het, ligt nu in mijn handen. Elynne is veel te onbetrouwbaar en Mike kan gewoon niet meer. Ik moet ervoor zorgen dat dit zo snel mogelijk voorbij is.

Jaa eindelijk weer een nieuw hoofdstuk :D (volgens mij weet niemand meer waar het over gaat ahaha). Dankjewel als je mijn verhaal nog volgt dat waardeer ik heel erg ^^

Ik ga nu officieel herschrijven dus het gaat erg lang duren voordat er weer een update gaat komen.

Hebben jullie al vakantie? Ik nog niet :( #teveelzelfmedelijden xD

Wreder #Netties2017Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu