Hoofdstuk 41

514 43 3
                                    

POV Alena
Vrolijk klopte ik op de deur van Ray's kantoor met een chagrijnige Jack achter me. 'Binnen' klonk het, en ik opende de deur. Ray zat achter zijn bureau voor een stapel papier en met een pen in zijn hand. 'Stoor ik?' Vroeg ik. 'We' gromde Jack. 'Ik ben er ook nog'. Ik grinnikte en schudde mijn hoofd. 'Nee hoor, kom verder' zei Ray terwijl hij uitnodigend naar de twee stoelen die voor zijn bureau stonden wees. Ik nam plaats en nadat Jack de deur dicht had gedaan kwam hij naast me zitten. 'Vertel. Wat willen jullie kwijt' zei Ray, waarna hij afwachtend achterover ging leunen. 'Het is meer een soort vraag' zei ik twijfelend. Jack knikte 'klopt. We zouden graag de laatste tovenaar op gaan zoeken,'vertelde hij. 'Om hem te vragen of hij ons wat kan leren. We hebben namelijk geen idee hoe we onze Tovergave moeten gebruiken' legde hij uit. Ik knikte 'daar komt het wel op neer, ja'.

Ray leunde naar voren en vouwde zijn handen in elkaar terwijl hij ons aandachtig bestudeerde. 'Ik weet het nog niet hoor...' zei hij nadenkend. 'Ik bedoel, jullie lopen veel gevaar als jullie het hoofdkwartier verlaten'. Ik knikte 'dat weten we, maar ooit zullen we hier toch weg moeten. Vandaag of morgen stormt Alexander hier binnen, hij zal niet eeuwig naar me blijven zoeken in Nederland. Dat weet jij ook'. Ray zuchtte even. 'Oke, ik zal er over nadenken. Áls jullie gaan, en ik zeg als, gaan jullie dan met zijn tweeën of met die hele club vrienden van jullie?' Vroeg Ray. 'We gaan met zijn tweeën dan' zei ik voordat Jack überhaupt zijn mond open had gedaan om antwoord te geven. Ik zag hem verbaasd naar me kijken, maar negeerde hem. Ray knikte 'ik zal er over nadenken' beloofde hij. 'Oke. Dan gaan wij maar weer is' zei ik, en ik stond op. 'Oh, enne... ik zou het erg waarderen als je niks hierover tegen mijn moeder zegt' zei ik voordat ik de deur opende. Jack stond op uit de stoel, zei Ray gedag en trok me mee de gang op. Ik had net nog de tijd om de deur dicht te doen, voordat ik verder meegesleurd werd aan mijn arm.

'Zo jemig, ik kan zelf wel lopen hoor' zei ik lichtelijk geïrriteerd. 'Ja, zat zei ik ook' zei Jack met een scheve grijns op zijn gezicht. Oke, ik snap nu waarom hij me zo chagrijnig aankeek, daarnet. Het is best irritant om meegesleurd te worden aan je arm. 'Waar gaan we heen?' Besloot ik te vragen. 'De bibliotheek' antwoordde Jack. De bibliotheek? Wat gaan we nou weer doen? We hebben dat boek met spreuken en dingen en alles al bestudeerd. 'Wil je dat ik je een verhaaltje voorlees voor het slapengaan?' Vroeg ik plagend. Het leverde me een dodelijke, kille blik op. Oke, die optie is dus doorgestreept.

'Wat zoeken we nou precies?' Vroeg ik nog een keer. 'Een dik, oud met leer gebonden boek waar "De Gaven" op staat' zei Jack. Verbaasd keek ik hem aan 'huh? Maar net zei je nog da-' 'ik was sarcastisch! Ik weet het toch ook niet! We zoeken een boek, en ik weet niet hoe het er uit ziet. Alleen dat het oud is' zei Jack geïrriteerd. 'Waarom zoeken we dit boek in hemelsnaam?' 'Omdat ik er een plaatje van heb zien staan in dat boek met spreuken, er volgens dat boek zou er in dit boek de geschiedenis van de Gaven staan'. 'En waarom zoeken we die dan?' Vroeg ik. 'Omdat daar waarschijnlijk ook iets in staat over Tovergaven. En daar weten we dus niks vanaf' legde Jack ongeduldig uit. Hij zal wel denken dat ik dom ben ofzo... na ja, ik ben niet blond. Ik heb rood, krullend haar, waar veel mensen een moord zouden willen doen, maar ik niet. Ik vind het verschrikkelijk...

Na bijna twee uur te hebben gezicht naar een stom boek waarvan we niet eens weten of het überhaupt wel bestaat, zijn we gestopt. Ik was het zat, en Jack had er ook wel genoeg van. Nu zaten we samen voor de ingang van het gebouw, niks te doen. 'Denk je dat het mag?' Vroeg Jack. Ik knikte 'waarschijnlijk wel. Ray weet dat we die tovenaar eigenlijk we op moeten zoeken, dus ja... we moeten het even afwachten'. Jack knikte en met een zucht ging hij op zijn rug liggen. 'Weetje, ik mis Nederland wel. Ondanks dat het hier veel lekkerder weer is en het landschap ook veel mooier is, mis ik thuis. Ik denk omdat het, nou ja... het is thuis' zei hij een beetje nadenkend. Ik knikte 'ik snap je wel. Ik mis het ook' zuchtte ik.

Dierenfluisteraar 2: Nieuwe Gaves (voltooid)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu