Hoofdstuk 1

14 1 3
                                    

Pov. Rolff

Ik ren zo hard het school plein op. Ik ben te laat als gebruikelijk, dit was al mijn derde keer deze week en het is nog maar woensdag. De eerste week na de vakantie gaat nu al verschrikkelijk , elke keer te laat komen, alle leraren hebben een hekel aan me en ik heb niet kunnen ontbijten. Ik wou dit jaar nog wel zo goed beginnen. Ik ren het schoolplein op ik spring met twee trede te gelijk de trap op gooi de deur open en ren veder. Ik ren naar mijn lokaal en kijk door het raam. Iedereen zit al in de les behalve ik natuurlijk, ik kijk verder en probeer de leraar te vinden, hij zit achter in de klas een kind te helpen. Dit is mijn kans dacht ik. Ik deed de deur zachtjes open zodat niemand het merkt ik kroop over de grond en deed de deur zachtjes achter me dicht met mijn voet. Tik! Ik hield mijn adem in en mijn ogen gesloten ik wachten tot iemand zou vragen wat ik deed maar het gebeurde niet, niemand zei iets over mij dus ik opende langzaam mijn ogen. Schuifelend kroop ik veder over de houten vloer naar mijn plek, langs al die reien kruipen straks ziet iemand me dacht ik. Want mijn plek was de een na laatste tafel aan de rechter kant, gelukkig zat ik naast Silvan dat is mijn beste vriend, meestal draagt hij een bloesje met een spijker broek en de nieuwste schoenen. Hij heeft ook blonde haren met blauwe ogen en een klein neusje wat een beetje omhoog staat. Hij is de populaire jongen van de klas in tegenstelling tot mij, mij vinden ze maar raar, misschien omdat ik er niet van hou om met andere mensen te praten of het is mijn uiterlijk. Maar zelf vindt ik me anders best normaal uit zien, ik draag gewoon normale schoenen een blauwe spijker broek en een vest met dieren er op daar is toch niks mis mee? Of ligt het aan mijn hoofd, ik heb gewoon bruine haren een kleine neus die juist naar beneden wijst, ik heb kuiltjes in mijn wangen en gewone oren. Maar toch denk ik dat het komt door mijn ogen. Want elke keer als iemand naar mij kijkt kijken ze naar mijn ogen, ze zijn ook wel anders dan die van andere maar er is niets mis mee ze hebben allen alle bij een andere kleur, de rechter is licht blauw en de linker is donker groen. Maar gelukkig heeft Silvan daar geen last van. Hij vind het er wel cool uit zien. Maar ik heb nu geen tijd om daar over na te denken want volgens mij is de leraar bijna klaar met het uitleggen van de som. Ik kroop snel verder naar mijn plek. Ik ben wel blij dat de andere kinderen niets hadden gezegd tegen de leraar want sommige blijven me maar aan staren, maar het kan ook mijn verbeelding zijn. snel ging ik op mijn plek zitten en deed alsof ik er de hele tijd al was en pakte snel mijn spullen. 'He waar bleef je nou.' Vroeg Silvan aan mij. 'Mijn wekker ging weer is niet af, en heeft de leraar nog gekeken als er iemand niet was.' 'nee volgens mij nog niet ,en trouwens het zag er echt geniaal uit hoe je over de grond kroop Rolff.' 'Zag het er gek uit dan, ik merkte namelijk wel dat de grootste deel van de klas mij zat aan te staren.' 'Een beetje, maar pak snel je  boeken de leraar komt.' 'Waar zijn we dan?' Vroeg ik terwijl ik mijn boeken pakte. 'We zijn op bladzijde 36.' fluistert  Silvan. Precies op het moment dat ik klaar was met mijn boeken pakken en de bladzijde vinden kwam de leraar naast me staan. 'snap je het Rolff?' 'Ja hoor het is wel moeilijk maar het lukt wel.' Zei ik snel. De leraar liep gelukkig weer weg. Met mijn hart twee keer zo snel kloppen zei ik tegen Silvan. 'Ik dacht even dat hij me had gezien, ik schok me namelijk dood toen hij naast me stond.' 'ik zit hier echt te huilen van het lagen weet je dat?' 'Het was anders hele maal niet grappig hoor.' 'Nou voor mij in ieder geval wel.' 'Kan je nu dan tenminste stoppen met lachen ik moet mijn werk maken.' Beëindigde ik het gesprek.


HomelandWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu