Pov. Rolff
'Het was ongeveer zo'n vijf jaar geleden toen er een man langs kwam. Het was een jonge man ongeveer 26 jaar met blonde haren en bruinen ogen. En had kleren aan die ik nog nooit gezien had, een beetje te vergelijken met wat jullie aan hebben. Maar toen hij binnen kwam keek hij alsof hij een geest had gezien. Hij ging snel in een hoekje zitten met opengesperde ogen. Toen ik naar hem toe ging met een glas water wat ik aan hem gaf omdat hij er zo geschrokken uit zag vroeg ik of het ging. Zei hij alleen maar. "Dit is niet echt, het is allen een droom toch?" Ik stond verbaast naar hem te kijken, het was bijna beangstigend. Ik gaf hem het water waarna ik snel weg liep. Toen ik om keek zag ik hem het glas vast houden, hij zat helemaal te trillen. Hij kreeg volgens mijn maar een slok naar binnen voordat al het water er uit was gevallen. Ik werd geroepen door andere mensen om hun beker te vullen. En wanneer iedereen weg was was de enige die er nog was de gestoorde man. Ik liep naar hem toe en vroeg hoe die hete. "Ik ben Isuma." Zei hij met een wazige blik waarmee hij in zijn glas zat te staren. "Ik ben Mila en ik moet je vragen om hier te vertrekken of om een kamer te huren, dus wat zal het zijn?" Zei ik zo lief mogelijk zonder te laten merken dat ik het dood eng vond. "Ik wil wel een kamer huren maar ik heb geen geld." Zei hij nog steeds in zijn glas starend. "Het spijt me maar dan moet je gaan. Ik heb een drukke dag achter de rug en wil slapen dus ga." Zei ik nog steeds met een zo'n lieve glimlach als ik maar kon. " Ik heb geen plek om naartoe te gaan en ik weet nog niet eens waar ik ben, dus alstublieft help me." Begon hij te smeken. "Dat kan ik niet doen, want als ik dat doe dan verdien ik niks en als andere er achter komen dan voelen ze zich bedrogen." Zei ik terwijl ik mijn geduld begon te verliezen. "Ik wil er voor werken, maar zet me niet op straat. Alstublieft." Smeekte hij verder. "Alleen voor deze ene keer. Maar je moet me nu wel helpen afsluiten en ik maak je morgen vroeg waker om te werken." Zei ik met minachting in mijn stem. "Dankjewel ik zal je niet teleurstellen, dat beloof ik." Zij hij nu wat vrolijker. "Dat is je geraden!" Zei ik nu met een glimlach. Na dat hij me had geholpen met het afsluiten van de herberg liet ik hem zien waar hij kon slapen waarna ik naar mijn eigen kamer ging om ook te slapen.
In de volgende ochtend maakte ik hem waker waarna hij naar beneden kwam om me te helpen in de keuken. "Isuma ik kon het gister niet vragen maar wat is er gebeurt met je dat je zo bang was?" Vroeg ik aan hem terwijl ik het ontbijt klaar ging maken. "Het is misschien een raar verhaal, en je gelooft me waarschijnlijk niet maar oké." Zei hij nu weer met een verdrietig gezicht en een zucht aan het eind. Het was een lang verhaal en wanneer hij klaar was stond ik vol verbazing en ongeloof te luisteren. "Is dit echt waar of verzin je dit nu alleen maar?" Zij ik terwijl ik stopte met werken en omkeek. "Ik zou willen dat ik het had verzonnen maar het is echt waar jammer genoeg." Zij Isuma met tranen in zijn ogen. "Oké ik denk dat ik het begrijp. Je kan de komende tijd hier blijven, tenminste als je help werken in ieder geval dan." Zei ik waarna ik weer aan het werk ging. En zo ging het ook, hij bleef bij me en hielp me met werken. Het was altijd heel gezellig. En wanneer er geen klanten waren gingen we dan ook meestal op stap. We dronken dan ergens en gingen spulletjes kopen wat hij dan minder vond. Maar altijd kwamen we uit op het bankje in het park bij het vijvertje waarbij we naar de zonsondergang keken. En sinds dat ene moment wist ik dat ik iets voor hem voelde. We werden dan ook steeds meer aan elkaar gehecht tot hij na twee jaar vertrok zonder ook maar iets te zeggen. Ik was kapot van binnen waardoor ik een hele maand gesloten bleef. tot ik er weer boven op kwam, een beetje dan. Ik ben er dan ook nooit helemaal er over heen gekomen. Maar wel genoeg om weer te gaan werken. Zelf nu heb ik er nog last van, want elke dag denk ik nog aan hem. Elke dag denk ik aan zijn diepe bruine ogen en elke dag denk ik aan zijn warrige blonde haren en elke dag denk ik aan zijn liefde volle lag die je laat voelen alsof er niks mis kan gaan en dat we alles aan kunnen als we maar samen zijn, zelfs als we alles verliezen wat we hadden we zouden er door heen komen met elkaar. Maar toch vertrok hij en liet mij achter met een gebroken hart. Maar toch denk ik dat hij is weggegaan om een goeie reden. Daarom had ik besloten om niet achter hem aan te gaan en hem te gaan zoeken. Hij had dat denk ik ook niet op prijs gesteld, want het is best wel gevaarlijk buiten de stads muren. Maar toch mis ik hem.'

JE LEEST
Homeland
FantasyHet was een dag als geen ander. Ik was te laat voor school als gewoonlijk, moest in een klas zitten met mensen dat ik niet mag en kom thuis in een leeg huis zonder mensen. Het enige lichtpuntje van de dag als gebruikelijk was Silvan mijn beste vrie...