Pov. Silvan
Direct toen we uit de deuropening kwamen zagen wachters de huizen binnen gaan om ze te doorzoeken. We rende meteen het steegje in naast ons hopend dat ze ons niet gezien hadden. 'Denken jullie dat ze ons hebben gezien?' Vroeg Rolff. Lotte keek om het hoekje om te checken als ze onze kant op kwamen. 'Ik denk het niet.' Zei ze toen ze weer terug naar ons. ' kwam. 'Dat is mooi, maar weet iemand de weg naar de poort?' Vroeg ik een beetje bezorgd omdat ik bang was om gepakt te worden. 'Ik heb geen idee. Lotte weet jij de weg?' Vroeg Rolff. 'Ik weet de weg wel, maar het is wel een eindje hier vandaan. Volg mij maar.' Zei ze en liep toen weg, dus wij volgde haar.
Rustig liepen we achter Lotte aan op weg naar de uitgang. 'Hoe zag het er eigenlijk uit?' Vroeg Rolff uit het niets. 'Wil je dat serieus vragen op een moment als dit?' Zei ik een beetje verbaasd. 'Ja, dat wil ik weten op een moment als dit. Jullie zeiden dat ik letterlijk ontplofte. Dus het is niet zo raar als ik een beetje nieuwsgierig ben.' Zei Rolff. 'Ssssssh!' Onderbrak Lotte ons en duwde ons achter een grote ton. Twee bewakers liepen langs ons. 'Niet te geloven dat iemand met krachten zo iets vreselijk zou doen. En ook nog zo jong.' Zei de ene wachter. 'Het is waarschijnlijk iemand die werkt voor de Vervloekten.' Zei de andere wachter voordat ze uit gehoorbereik liepen. 'Vervloekten? Ik?' Zei Rolff gekwetst. 'Vervloekten, wat is dat nou?' Vroeg ik verbaasd. 'De Vervloekten zijn een grote groep mensen die ook krachten hebben net zo als Rolff.' Zei Lotte terwijl ze om het hoekje keek en naar de ander kant van de straat rende en daar in de steeg ging staan wachtend op ons. We rende ook naar de overkant. 'En ze ontvoeren andere met gaven ook al willen ze niet met hun mee en ze doen wat er ook voor nodig is om ze mee te krijgen.' Vulde Rolff aan toen we aan de overkant kwamen. 'Hoe weet jij dat nou?' Zei ik verbaasd. 'Heelde vertelde me dat.' Zei Rolff terwijl hij verder achter Lotte aan rende omdat zij ook verder was gelopen. 'Rolff wacht even. Je zei net dat ze achter mensen gaan met krachten. Maar betekend dat dan dat ze ook achter jou gaan komen?' Zei ik bang. Ik zag dat Rolff stopte met lopen en realiseerde dat ik gelijk had. 'Maak je maar geen zorgen het gebeurd vast niet.' Zei Rolff tegen mij waarna hij snel verder rende. Ik weet dat hij zegt dat ik me geen zorgen moet maken, maar ik zag de blik in zijn ogen. Hij was bang voor wat komen zal net als ik.
Langzaam slopen we door de steegjes richting de poort. Het voelde vreemd omdat we geen inwoners buiten zagen maar alleen wachters in tegenstelling van de vorige dag. 'Ik wil niet moeilijk doen maar de wachters komen deze kant op.' Zei Rolff zenuwachtig. 'Dus wat nu Lotte?' Vroeg ik haar wetend wat ze zou zeggen. Ze keek ons aan en duwde ons het steegje uit en riep. 'Rennen!' Met zen alle rende we zo hard als we konden de straten door. Een handje vol wachters dat bij verschillende huizen aan het controleren was zag ons als gekken voorbij rennen. Ze keken ons verbaasd na tot ze realiseerde wie we waren. De wachters rende achter ons aan terwijl we rende voor ons leven. We zagen de poort in de verten aan het einde van de straat. 'Nog even en we zijn buiten.' Zei Lotte omdat ze zag hoe moe Rolff en ik er uit zagen. Uitgeput rende we door niet aan het opletten wat de wachters achter on aan het roepen waren. Het enige wat ik wel door had was dat we een grootte voorsprong op ze hadden.
Lotte kwam als eerste aan bij de poort, boos was er tegen aan het trappen. 'Wat is er?' Vroeg Rolff. 'Ze hebben die klote poort op slot gedaan.' Zei ze geïrriteerd. Gehaast kwamen we naar de poort toe en duwde wanhopig ertegen aan. 'We zijn zo ver gekomen we kunnen nu niet door een poort tegen gehouden worden toch? Er moet een uitweg zijn?' Zei ik in paniek rakend. De wachters kwamen steeds dichterbij terwijl wij een uitweg zochten. 'Is er geen zei deur of een breuk in de muur, een gleuf zo iets.' Zei Rolff wanhopig zoekend naar oplossingen. 'Alle deuren en andere poorten zitten hoogstwaarschijnlijk ook op slot, maar er is een andere plek.' Mompelde Lotte waarna ze weg rende. Ver een moment dacht ik dat ze ons achter liet ons aan ons lot toe vertrouwen. 'Schiet op!' schreeuwde ze naar ons. we rende achter haar aan langs de muur. Weer rende we voor een lange tijd langs de muur niet wetend waar we heen gingen.
We kwamen aan in een grote bloemen tuin denk ik, overal waar we kenen waren tenminste bloemen. Er was een vijvertje en de hele muur was bedekt met klimplanten en Roosen. 'Wat is dit, waar zijn we?' Vroeg ik verbaasd. 'Het is hier zo vredig.' Zei Rolff terwijl we rustig achter Lotte aan liepen. 'Geniet er maar van want over een paar minuten loopt het hier vol met wachters.' Zei Lotte geconcentreerd zoekend naar iets bij de muur. Op de achtergrond hoorde ik het zachte geluid van een horde wachters. 'Ik wil je niet laten stressen en zo, maar ze zijn dichtbij.' zei ik zenuwachtig. 'Stil!' Zei ze en trok ons mee de klimplanten door.

JE LEEST
Homeland
FantasyHet was een dag als geen ander. Ik was te laat voor school als gewoonlijk, moest in een klas zitten met mensen dat ik niet mag en kom thuis in een leeg huis zonder mensen. Het enige lichtpuntje van de dag als gebruikelijk was Silvan mijn beste vrie...