Hoofdstuk 9

1 1 0
                                    

Pov. Rolff

Toen ik waker werd zat Silvan bezorgt naast me. Ik ging overeind zitten en greep naar mijn hoofd omdat er een pijnscheut doorheen ging. 'Hoe lang lig ik hier al op de grond?' Vroeg ik Silvan met nog steeds mijn hand tegen mijn hoofd aan gedrukt. 'Ongeveer een kwartiertje. Maar gaat het wel?' Vroeg Silvan bezorgd. 'Ik heb ontzettende hoofdpijn en voel me hartstikke smerig Maar voor de rest gaat het goed.' Zei ik tegen Silvan. 'Maar is er nog iets gebeurd terwijl ik weg was?' Vroeg ik Silvan. 'Er is niet echt iets gebeurd, die vrouw is alleen weer naar de andere kant van de deur gegaan en heeft gezegd dat ik haar weer kon ophalen als jij waker bent geworden.' 'Waar wacht je dan op hal die vrouw hier heen dan.' Zei ik sacherijnig door de hoofdpijn. Een paar seconde later kwam de vrouw weer terug. 'Wat liet je me net drinken?!' Zei ik boos. 'Als ik dat zeg dan word je waarschijnlijk nog bozer dan je al bent. Dus gaan we veder met die zoektocht van jullie?' Zei de oude vrouw met een grijns op haar gezicht waarna ze een paar spullen pakte en naar de ander kant van de deur liep en ons zei om haar te volgen. 'kom je' Zei Silvan. 'Nee ik wil niet meer!' 'We moeten.' 'Ga jij dan maar ik blijf hier wel.' 'Nee je gaat mee.' Zei Silvan waarna hij me naar de deur duwde. Ik probeerde tegen te stribbelen maar was er te uitgeput voor door dat drankje. Alsnog koste het hem moeite om me door de deur te krijgen, maar het lukte hem jammer genoeg.

In de ander kamer aangekomen zagen we dat het geen gewone kamer was, want er waren allemaal buisjes en flessen met buisjes er aan. En aan de andere kant van de kamer was een grote haard met een ketel er op. en in het midden een grote ronde tafel met vier stoelen er aan. En er was nog een deur naar een andere kamer. Maar wat me het meest op viel was dat hier geen potten stonden met enge dingen er in zoals in de voor ge kamer, en het was hier niet stoffig en vies. Daarom stonden Silvan en ik even versteld te staren naar de kamer waar we nu in stonden. Maar we hadden niet echt veel tijd om te kijken want de oude vrouw stond al weer naar ons te krijsen dat we op moesten schieten. 'Mevrouw het spijt me dat ik dit nog niet eerder heb gevraagd, maar wat is uw naam? En trouwens ik ben Rolff en dit is Silvan' Zei ik tegen haar terwijl ik achter haar aan liep. 'Dat is een goeie vraag. De meeste noemen me mevrouw maar je kunt me ook de oude wijze noemen of madam, meid, heilige en wat de jeugd me volgens nu noemen is heks of was het nou schoonheid, ja volgens mij was het schoonheid. Dus kies maar uit.' Zei de vrouw zonder om te kijken. Ze ging naar de ronde tafel en ging aan één van de stoelen zitten en gebaarde dat wij dat ook moesten doen. 'Ik bedoelde niet een bij naam of zo maar uw echte naam, want ik heb geen zin om u de helle tijd mevrouw te noemen.' Zei ik serieus. 'Ik mag jouw wel jochie. In al die tijd dat ik hier werk ben jij de eerste die mijn naam vraagt. Ik had niet verwacht dat iemand het nog zou vragen wel gehoopt maar niet verwacht. Maar zoals je wou weten mijn naam is Heelde.' Zei ze nu een stuk vrolijker. 'Nu weer naar zaken. Waarom waren jullie hier ook alweer?' Vroeg Ze. 'We zoeken iemand en we willen dat u ons helpt hem te vinden, kan u dat?' Zei ik op serieuze toon. 'Natuurlijk kan ik dat. Wat denken jullie wel niet van me.' Dat zou u niet willen weten dacht ik. Maar na dat Heelde klaar was met pratte stond ze op en liep weer terug naar de andere kamer.'Zullen we dan maar beginnen?!' Schreeuwde ze toen ze terug kwam met haar handen vol potjes.

Heelde legde alle botjes op de tafel die ze had. 'Dit hebben we nodig om dat mens te vinden dat jullie zoeken.' Vertelde heelde. 'En hoe gaan we hem dan vinden met deze spullen.' Vroeg ik terwijl ik vol verbazing naar de potjes keek. 'Ik heb één van jullie nodig om mij te helpen met het maken van de spreuk.' 'Ik wil wel helpen.' Bood ik haar aan. 'neh, jij bent nog uitgeput van dat drankje. Ik heb die verlegen luilak nodig die al de hele tijd in het hoekje van de kamer staat om niet op te vallen.' Kondigde Heelde aan, waarna Silvan vragend naar zich zelf wees. 'Ja Silvan ze bedoeld jou.' Zei ik op plagerige toon. Silvan liep zenuwachtig naar de tafel. 'Ik bijt niet hoor!' 'Ooh, wat een opluchting zeg.' Zei Silvan geïrriteerd. 'Ik verander je hooguit in een slak.' Zei Heelde grinnikend waarna Silvan bang bleef stilstaan.

HomelandWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu