3. Zoey
Een road trip is precies wat deze vakantie nodig heeft. Even zorgeloos uitwaaien op de snelweg met mijn zusjes. Het zal vast niet moeilijk zijn om Elin te overtuigen dat we ook echt even langs Saint Tropez moeten zodat ik kan zien waar mijn held woont. Al een tijdje loop ik met het idee rond om dj te worden en er is eigenlijk maar één persoon van wie ik de kneepjes van het vak wil leren: Bruno Voclain. De afgelopen twee jaar heeft hij zes hits gescoord en het zijn stuk voor stuk juweeltjes van beats.
“Met welke auto gaan we?,” vraag ik dus meteen nadat Norah met het plan ingestemd heeft. Deze zomer gaan we niet op vakantie omdat onze vader net een nieuwe baan heeft en nog niet meteen zoveel vakantiedagen op kan nemen. Onze ouders hebben beloofd dat ze ons aan het eind van de zomer of in de herfstvakantie een weekendje mee naar Londen nemen en daar moeten we het dit jaar mee doen. Nog een reden te meer om met de zusjes De Jong naar het zuiden te rijden.
“Die van mam,” antwoordt Julia. “Nou ja, we hebben het haar nog niet gevraagd, maar wat voor bezwaren kan ze maken? Die auto staat daar maar te staan en we zijn echt niet van plan er wilde dingen mee te doen. Als we beloven dat we hem heel terugbrengen, mag het vast wel.”
Mooi zo. Nu kan de lol beginnen. “Dus we vertrekken morgen? Hoe laat?”
“Uur of tien?” Elin kijkt rond om te zien of iedereen het ermee eens is. “Dan kunnen we tenminste nog een beetje uitslapen. Ik was vanmorgen ook al zo vroeg wakker en om moe in de auto te gaan zitten vind ik niet zo’n heel aantrekkelijk idee.”
Norah staat op en loopt naar binne. Als ze weer buiten komt, heeft ze paps wegenboek van Europa bij zich. Ze slaat het open op de eerste bladzijde, waar een kaar van het hele continent staat. “Ik denk dat dit wel handig is om mee te nemen. Waar willen jullie precies heen in Spanje?”
“Laten we naar Lloret gaan,” oppert Elin. “Daar gaat iedereen heen, toch? Kunnen we lekker een paar dagen feesten en aan het strand liggen, en daarna nog eventueel ergens anders heen.”
“Oké.” Norah bladert verder door de atlas, naar de bladzijde waar Lloret op staat.
Ik kijk over haar schouder mee. Lloret de Mar ligt in het noorden van Spanje, nog boven Barcelona. Zo ver zal het dus wel niet zijn van daar naar Saint Tropez. Mooi zo. We kunnen naar twee hemelse vakantiebestemmingen in één week tijd en dan terug zijn voordat onze ouders boos worden omdat we die o zo jonge en kwetsbare Rowan onverantwoordelijk lang van huis mee hebben genomen. Belachelijk ook eigenlijk dat ze er zo over denken. Van zoiets als een road trip word je juist volwassen, want dan moet je een paar dagen voor jezelf zorgen. Dat brengt me wel op een punt. “Waar gaan we trouwens slapen?”
“We kunnen tenten meenemen.” Elin buigt zich iets verder naar de tafel toe om de kaart beter te kunnen bekijken. “Wij hebben er nog minstens één op zolder ligge, hè Juul?” Ze kijkt haar biologische zusje aan en grinnikt.
O ja, dat is waar ook. De familie De Jong heeft jaren gekampeerd. Onze ouders houden daar absoluut niet van. We gaan wel regelmatig naar campings, maar dan verblijven we altijd in een stacaravan. Ik vind tentjes ook niet bepaald het paradijs, maar voor deze ene keer ben ik bereid het wel als avontuurlijk te beschouwen. Nu zullen er in ieder geval geen zeurende ouders bij zijn, maar alleen goede vriendinnen.
“Laten we eerst aan Rowan vragen wat zij ervan vindt. We kunnen niet zomaar voor haar beslissen.” Norah klapt het wegenboek weer dicht en zakt achterover in haar stoel. “Het lijkt me heerlijk om er even tussenuit te gaan. Binnen een paar uur zit je al in een ander land. Geweldig, toch?”
Dat ben ik volledig met haar eens. Vanaf waar wij wonen duurt het een uur voordat je in België bent en naar Duitsland is het misschien net een kwartier. In een paar uur kunnen we dus heel ver komen.
4. Julia
Eenmaal terug thuis begin ik meteen met inpakken. Elin mag van mij het zwarte werk, zoals het sjouwen met de tenten, doen. Zij heeft tenslotte het hele plan bedacht en bovendien ben ik daar veel te zwak voor. Ik trek me dus terug op mijn kamer met een kleine weekendtas die ik op zolder heb gevonden.
Een week lang genieten kan ik nu zeker goed gebruiken. De laatste keer dat ik me echt helemaal nergens druk over maakte moet al minstens drie jaar geleden zijn. Ik kan het me niet eens meer precies herinneren. Er is teveel veranderd in de jaren ertussen.
Met een ruk trek ik de deur van mijn kast open, wat me meteen een lichte duizeling bezorgt. Rustig doorademen; in, uit, in uit. Oké, goed. Wat moet er allemaal mee op een road trip door Europa? De korte spijkerbroek die ik laatst nog bij de H&M heb gekocht kan in ieder geval niet ontbreken in mijn bagage. Een seconde lang vliegt de broek door de lucht voordat hij met een klap bovenop de tas op mijn bed belandt.
Mijn favoriete shirt moet ook zeker mee. Eén voor één pak ik kledingstukken uit mijn kast en gooi ze in de richting van mijn bed. Zo, dat is wel genoeg voor een tripje dat misschien maar een week duurt. Daar had Elin het in ieder geval over terwijl we terug naar huis reden.
Op het moment dat ik de kastdeur dicht wil doen, valt mijn blik op de stapels kleren die ik helemaal naar achteren heb geschoven. Nu de helft van mijn garderobe niet meer in de kast ligt, zijn die stapels achterin extra goed zichtbaar. Meestal doe ik de grootste moeite om er niet naar te kijken. Het zijn namelijk mijn oude kleren. Stuk voor stuk zijn het maatjes zesendertig en vierendertig. Over een tijdje pas ik daar weer in. Nu nog niet. De broek die ik momenteel aanheb zit al losjes en dat is maat tweeëndertig.
De deur van mijn kamer gaat open en Elin steekt haar hoofd door de opening. “Heb jij mijn bruine slippers gezien?”
“Op de badkamer.” Dat slordige zit in de familie. We zijn allebei niet goed in het opruimen van onze spullen, een talent waarover ons broertje ook beschikt.
“Oké dankjewel!,” klinkt het inmiddels vanuit de badkamer.
Ik negeer de starende blikken van de stapels oude kleren achterin mijn kast en gooi de deur dicht. Tijd om mijn toilettas te controleren. Volgens mij heb ik dan verder alles. Eens kijken waar mijn zus mee bezig is.
-
Elin heeft de woonkamer en de keuken tot haar territorium gemaakt. Overal liggen spullen verspreid, iets dat zijzelf een ‘georganiseerde puinhoop’ noemt. De slippers waar ze net nog naar op zoek was, liggen nu bovenop de tent. Daarlangs bevindt zich een openstaande rugzak vol kleren en boeken. Op het aanrecht staan allerlei etenswaren.
“Wat is daar de bedoeling van?”
“Voor onderweg,” verklaart Elin. “Dit zijn allemaal dingen die bijna over de datum gaan. Dat zouden we kunnen laten staan tot pap en mam thuiskomen en het hen weg laten gooien, maar we kunnen het ook gebruiken om in onze eigen eerste levensbehoeften te voorzien. Zijn er nog dingen die jij mee wilt nemen? Ik kan zo wel even boodschappen gaan doen.”
“Nee, hoeft niet. Ik eet de aardbeien wel op.” Aardbeien zijn mijn lievelingsfruit. Wat zeg ik, mijn lievelingseten. Zonder aardbeien had ik nu waarschijnlijk niet eens meer geleefd. Op het dieptepunt van mijn eetstoornis waren aardbeien de enige dingen die ik nog at. Ze hadden me gered van de ondergang.
“Als je van gedachten verandert, moet je het maar zeggen.” Na die woorden duikt Elin weer een keukenkastje in om er een pak koekjes uit te halen dat bijna over de datum is.
Ik ben blij met een zus als zij. Toen ik zes weken geleden flauwviel op school en naar de dokter werd gebracht, wilde die me meteen op laten nemen in het ziekenhuis. Elin was er toen voor me. Ze steunde me en begreep dat ik niet naar het ziekenhuis wilde. Ik wilde alles zelf onder controle hebben. Samen voerden we een strijd tegen al het medisch personeel dat op mijn weg kwam en die strijd is nog steeds niet afgelopen. Alleen zou ik het nooit kunnen. Onze ouders zijn er nog steeds niet blij mee dat ze het zo voor me opneemt, dat we in opstand zijn gekomen. Ze zeuren steeds weer dat ik professionele hulp nodig. Dat heb ik niet. Elin is voor mij professioneel genoeg.
-
A/N: Bedankt voor de votes tot nu toe! Betekent dit dat het leuk is? Hopelijk is het ook een beetje realistisch geschreven. Ik doe in ieder geval mijn best. Tot gauw bij het volgende stukje!
JE LEEST
Road trip
Teen FictionVijf meiden besluiten samen een road trip te maken. Elk van hen heeft een eigen reden om mee te gaan. Maar al snel blijkt dat weglopen voor je problemen geen oplossing is. Eerste versie: 2012 Publicatie: 2014