33. Zoey
“Oké, nu is het niet meer grappig. Waar hangt die trut verdomme uit?” Kwaad trap ik tegen een steentje. We zijn nu al een uur op zoek naar Norah, maar hebben haar nog steeds niet gevonden. Deze tijd had ik heel anders kunnen gebruiken als zij niet zo bang was geworden voor haar eigen vriendje. Hij is zo lief om half Europa door te rijden op zoek naar haar en wat doet zij? Wegrennen. Ondankbaar kreng.
Ik kijk achterom, waar de rest rustig door dit Franse straatje slentert. Volgens mij kan het alleen Elin en Liam echt iets schelen waar Norah uithangt. Rowan loopt met Liams zusje Feline, die haar broer heeft geholpen hier te komen, te praten over de uitverkoop bij H&M en Julia staart naar de grond met een gezicht alsof ze drie jaar niet geslapen heeft.
Wat zou het ook. Norah kan me de pot op. Ik heb andere plannen en die ga ik nu uitvoeren. Daarom sla ik rechtsaf, de straat in waar we al een paar keer voorbij zijn gelopen. Het is niet zomaar één van die straten met crèmekleurige gepleisterde huizen en krakkemikkige auto’s met een Frans nummerbord voor de deur. Nee, dit is de straat waar Bruno woont. Dat weet ik dankzij uitvoerige research via onder andere Twitter, Facebook en Google Maps. Misschien moet ik maar een carrière als detective overwegen voor het geval dat ik een slechte dj ben. Zou daar een opleiding voor zijn? Vast niet.
“Misschien is ze wel weer teruggegaan naar de camping,” oppert Julia. “We kunnen beter doorheen gaan.”
“Ja, zo meteen.” Ik blijf stilstaan voor nummer elf. Hier moet het zijn. Ik herken de voordeur van een foto die hij vorig jaar op Facebook heeft gezet. Het is een witte voordeur met matglazen ruitjes in een al even wit huis.
“Krijg verdomme de tering, daar zit ze!” Liam rent naar de voordeur en begint verwoed op de bel te drukken.
Nieuwsgierig werp ik een blik door het grote raam aan de voorkant van het huis. Mijn mond valt open van verbazing. Daar, op een lange witte bank, zit Norah met haar hoofd tussen haar handen. Wat doet zij bij Bruno thuis? De smiecht!
De deur gaat open en even sta ik als aan de grond genageld. Daar is hij. Ongeschoren, een bril op zijn neus en zijn haren in de war, maar het is hem echt. Een lach verspreidt zich van oor tot oor over mijn gezicht. Bijna heb ik mijn doel bereikt. Ik haast me naar de voordeur voordat Liam iets kan zeggen dat mijn carrièrekansen verpest. “Hallo, ik ben Zoey. Kan het kloppen dat mijn zus hier binnen zit?” Het is maar goed dat al zijn nummers in het Engels zijn, want ik spreek nauwelijks Frans.
“Dat kan. Ik heb inderdaad een meisje binnen zitten. Ze komt uit Nederland. Is dat jouw zus?”
Ik knik en steek mijn hand uit om die van hem te schudden. “Aangenaam kennis te maken. Ik wil ook graag dj worden. Wat een toeval dat we elkaar op deze manier ontmoeten.”
Zo te zien is hij net zo overdonderd als ik, maar toch schudt hij mijn hand. “Hoi Zoey. Ik ben Bruno, maar ik neem aan dat je dat al wist. Kom maar even mee naar binnen. Je zus is behoorlijk van slag en ik begrijp niet waarom.” Hij kijkt over mijn schouder heen naar de rest. “En wie zijn jullie allemaal? Ook familie?”
“Soort van,” antwoordt Elin om hem een lang verhaal te besparen. “Beste vriendinnen, zusjes, vriendje, dat soort dingen.”
Bruno knikt begrijpend, al is duidelijk in zijn ogen te zien dat hij een beetje in de war is door de vreemde situatie. Toch gaat hij ons voor naar de ruime woonkamer, waar Norah op de bank naar de televisie zit te kijken.
Zodra wij binnenkomen, schiet haar hoofd omhoog. “Wat doen jullie hier?”
“Dat kunnen we beter aan jou vagen,” snuif ik terwijl ik naast haar neer plof. “Waarom zit je hier? Bij hem? Waarom rende je überhaupt weg?”
JE LEEST
Road trip
Teen FictionVijf meiden besluiten samen een road trip te maken. Elk van hen heeft een eigen reden om mee te gaan. Maar al snel blijkt dat weglopen voor je problemen geen oplossing is. Eerste versie: 2012 Publicatie: 2014