5. Rowan
Nadat ik tijdens het shoppen van Norah het bericht kreeg dat zij en Zoey met de De Jongs een road trip willen maken, ben ik meteen naar huis gegaan. Jammer voor mijn vriendinnen, maar dit is even belangrijker.
“En ik dan?,” vraag ik terwijl ik de woonkamer in loop. Die is door mijn zussen al omgetoverd door een regelrechte puinhoop aan dingen die mee moeten. Het idee van een road trip klinkt fantastisch, maar ik mag dat sowieso niet. “Pap en mam vinden het nooit goed als ik mee ga.”
Zoey snuift. “Ze moeten maar. Bel ze anders even.”
O ja hoor, ik mag de rotklusjes weer opknappen. Met tegenzin pak ik de telefoon van de standaard en klik door naar het nummer van mijn vader. Die is het makkelijkst, hoewel dat nog niet wil zeggen dat hij alles goed vindt. Lang niet.
“Met papa.”
“Hoi pap, met Rowan. Ik ehh… Norah en Zoey willen een road trip maken met Elin en Julia, en ze willen heel graag dat ik ook mee ga. We gaan naar Spanje.”
“Nee, dat gaat niet gebeuren. Absoluut niet.”
“Moet ik dan alleen thuisblijven? Dat durf ik echt niet en ze willen morgen al gaan. Ik wil ook mee, pap. Waarom niet? Ik weet dat jullie altijd zeggen dat ik pas alleen op vakantie mag als ik zestien ben, maar dat duurt nog maar een paar maanden. En Norah en Zoey zijn er toch bij?” Ik druk de hoorn stevig tegen mijn oor aan alsof ik ergens verwacht dat dat geluk zal brengen. Als ik had geweten hoe ik een schietgebedje moest doen dan had ik het nu gedaan. Zoey is niet de meest verantwoordelijke persoon ter wereld, maar ik hoop dat de namen van haar en Norah onze vader wat toeschietelijker zal maken.
“Kunnen ze niet een paar dagen wachten?”
“Nee. We zullen echt heel voorzichtig zijn. Alsjeblieft? Denk eens aan hoe zelfstandig ik hiervan word. Misschien kan ik na de vakantie wel koken, dan hoeven mama en jij dat niet meer altijd te doen.”
Aan de andere kant van de lijn klinkt een zucht. “Waarschijnlijk heb ik hier over een minuut al spijt van, dus geniet er maar van, maar oké. Je mag mee. Natuurlijk wel onder een aantal voorwaarden.”
“Geen probleem. Kom maar op. Ik doe alles. Al moet ik met mijn tandenborstel de auto poetsen voordat we gaan.”
“Nu je het daar toch over hebt, met welke auto gaan jullie eigenlijk?”
“Die van Malin.” Ik word ongeduldig. Kan hij niet gewoon zeggen wat de voorwaarden zijn?
“Oké. Dus, de voorwaarden… Ik wil dat jullie alle drie altijd jullie telefoon aan hebben staan zodat we jullie kunnen bereiken. Daarnaast wil ik dat jullie elke dag bellen en dat jullie alle alarmnummers van de landen waar jullie komen in jullie telefoons zetten. En als er iets gebeurt dat ons niet bevalt, komen jullie meteen weer naar huis. Beloofd?”
Als dat alles is. “Beloofd.”
“Oké dan. We bellen jullie morgen. Hoe laat vertrekken jullie?”
“Tien uur.” Dat heb ik tenminste van Zoey begrepen. Die vindt het veel te vroeg. Ik kan er wel mee leven.
“Dan bellen we om half tien. Doei schat.”
“Doei pap.” Ik hang op en geef de eerste persoon die ik zie – Norah – een knuffel. “Ik mag mee! Wel onder een aantal voorwaarden, maar volgens mij vonden ze het gewoon zielig dat ik anders alleen moest blijven. Pap vroeg nog of jullie niet een paar dagen later konden gaan.”
“Goed dat je hem van dat idee af hebt geholpen,” reageert Norah. “Ga maar gauw je spullen pakken. O, ik ga trouwens zo nog even een nieuw oogpotlood halen. Heb jij nog iets nodig?”
JE LEEST
Road trip
Teen FictionVijf meiden besluiten samen een road trip te maken. Elk van hen heeft een eigen reden om mee te gaan. Maar al snel blijkt dat weglopen voor je problemen geen oplossing is. Eerste versie: 2012 Publicatie: 2014