67. Norah
Het is heerlijk om zo met z’n allen bij een vuurtje te zitten. Zeker nu we allemaal kunnen zien hoe Julia een heel bord voedsel naar binnen werkt. De combinatie van het veganisme en haar middag met prinses Victoria zijn zo te zien haar redding geweest.
Ondertussen lig ik lekker in de armen van mijn vriendje. Romantisch als hij is schenkt hij steeds mijn wijnglas bij en plant hij af en toe een kus op een willekeurige plek op mijn gezicht. Ik kan hier wel de rest van het weekend zo blijven zitten. Het is dan ook ontzettend jammer om te constateren dat mijn blaas vol begint te raken van al die wijn en ik dus wel op moet staan om naar de wc te lopen.
Maar goed, ik kan het moeilijk in mijn broek laten lopen. Daarom laat ik Liams arm van me af glijden en sta op. “Ben zo terug.” Vervolgens loop ik het huis in, dat net als de tuin naar eten en vuur ruikt. Dat is ook niet gek, want we zitten al de hele avond rond de vuurkorf en er is het nodige voedsel doorheen gegaan.
Ik doe mijn behoefte zo snel mogelijk en ga weer terug naar de tuin om in de warme armen van mijn vriendje te kruipen. “Je moet me niet meer zoveel wijn voeren, want dan moet ik steeds plassen.”
“Sorry.” Hij kust me. Daarna laat hij zijn blik over groep rondgaan, alsof hij ergens naar op zoek is, en staat op.
“Wat ga je doen?” Moet hij nu ook naar de wc? Ach ja, dan kan hij het beter nu doen dan dat hij over een kwartier weer bij me weg moet.
Maar Liam gaat niet naar binnen. Hij komt voor me zitten, met één knie in het gras en de andere omhoog. Zijn bruine haar is dringend aan een knipbeurt toe, want het hangt bijna voor zijn ogen en daar wordt hij minder sexy van. Niet dat het nu wat uitmaakt. Onder zijn hemelsblauwe shirt zit namelijk een beginnend sixpack dat vanavond of morgen op een rustig plekje weer grondig aan de inspectie van mijn vingers onderworpen zal worden. Hij is absoluut sexy genoeg om mee in Zweden te zitten.
Toch vraag ik me nog steeds af wat hij van plan is. “Wat is er?”
“Lieve Norah,” begint hij. Ondanks het vuur kruipen de rillingen over mijn rug. Is dit echt? “We hebben het er al de hele week over dat we nooit meer zonder elkaar willen. Toen jij me vroeg om met je samen te wonen, wist ik meteen dat het zo hoorde te zijn. Wij horen bij elkaar. Daar kan niks of niemand meer tussen komen. En daarom wil ik je wat vragen, iets dat misschien nog op de lange termijnplanning staat maar waarvan ik gewoon alvast wil weten of je het ziet zitten.” Plotseling heeft hij een klein, kubusvormig zwart doosje in zijn hand. Waar komt dat nou ineens vandaan? “Lieve Norah, wil je met me trouwen?”
Hoewel ik het aan heb zien komen vanaf de eerste ‘lieve Norah’ ben ik verbijsterd. “Hebben wij daar geld voor als jij je al zorgen maakt over de huur?”
“Zoals ik al zei, het staat op de planning voor de lange termijn. Als jij het wilt, tenminste. Ik wilde je gewoon vast gevraagd hebben, zodat dat gedeelte in ieder geval geregeld is. Ga je nog antwoord geven op mijn vraag?” Zijn groene ogen kijken me doordringend aan. We hebben precies dezelfde kleur ogen. Het was Zoey die dat als eerste opviel. Ik vraag me af of hij mijn ogen net zo mooi vindt als ik de zijne.
Even overweeg ik om net te doen alsof ik hem teleur ga stellen, gewoon voor de grap, maar dat verkrijg ik niet over mijn hart. Et staat sowieso al een te brede grijns op mijn gezicht om te ontkennen welk antwoord ik ga geven. “Ja. Ik wil heel graag ooit op een dag, als we geld hebben voor een groot feest, met je trouwen. Kom maar op met die ring.”
Uit ons publiek stijgt een applaus op. De Zweedse familie van De Jong heeft de toespraak van Liam dan misschien niet kunnen verstaan, maar ze hebben prima door wat hier gebeurt.
Caroline staat dan ook meteen op en zwaait met haar portemonnee. “Ik ga champagne halen!”
We moeten allemaal lachen om haar enthousiasme. Daarna eindigt mijn aanzoek in een lange, intense zoen. Deze road trip is zeker geslaagd.
Epiloog
68. Zoey
Trillend van de zenuwen laat ik me op een bankje zakken. Ik kan dit niet. Maandenlang heb ik stoer gedaan, maar dit kan ik niet.
“Zoey!” Julia komt het gebouw uit gerend. Natuurlijk is zij met me mee gegaan naar Marseille. Zonder haar zou ik dit al helemaal niet kunnen. Ze komt naast me zitten. “Wat is er?”
“Ik kan het gewoon niet.”
Ze slaat een arm om me heen. Een nog steeds veel te dunne arm, maar haar eetgewoonten gaan de goede kant op. “Het is het allerlaatste dat je hoeft te doen om hem in de bak te krijgen.”
Ik vind het fijn dat ze eerlijk is. Dat ze niet zogenaamd om me te helpen zegt dat ik het wel kan. Maar tegelijk ben ik ook bang. Bang om afgeluisterd te worden door de media tijdens dit gesprek. Je weet nooit wat die er voor verhaal van maken.
De afgelopen maanden waren een circus. Nadat we thuiskwamen van de road trip heeft mijn vader meteen de politie van Saint Tropez opgebeld om te vragen hoe ver ze waren met het onderzoek naar mijn aangifte tegen Bruno. Toen bleek dat ze de zaak wilden sluiten wegens gebrek aan bewijs, is Norah in actie gekomen. Daar kreeg de media lucht van en dus stonden er wekenlang dagelijks journalisten bij ons voor de deur die me wilden interviewen. Ik heb er eentje toestemming gegeven omdat ik hoopte dat de rest dan zou opdonderen, maar zo werkte het niet helemaal. De rest van de journalisten schreef gewoon maar wat over me, zonder precies te weten wie ik ben of wat er is gebeurd. En alle stress komt nu tot een hoogtepunt, want vandaag is de rechtszaak.
“Zoey.” Als ik opkijk zie ik Norah, die aan de andere kant naast me komt zitten. Haar gouden verlovingsring schittert in de zon. “Je moet zo naar binnen. Het gaat beginnen. Nog heel even doorbijten, dan ben je ervan af.”
“Dit zal zijn carrière echt flink om zeep helpen,” brengt Julia me in herinnering. Dat is de laatste motivatie om op te staan en met haar en Norah mee naar binnen te gaan. Laat ik die gast maar eens even de gevangenis in sturen.
-
Anderhalf jaar. Ik had gehoopt dat het veel langer zou zijn, maar anderhalf jaar in de gevangenis is geen slecht begin om zijn leven net zo te ruïneren als hij met dat van mij heeft gedaan. Ik voel dan ook een zekere opluchting als ik de deur van het rechtsgebouw achter me dicht laat vallen.
Norah geeft me een knuffel. “Goed gedaan. Hij zal je voortaan niet meer lastig vallen.”
Dat zal hij wel, maar dat kan zij niet begrijpen. Er zijn nachten dat ik in mijn slaap steeds weer dat ene moment opnieuw beleef. Als ik dan wakker word, wil ik het liefst meteen onder de douche springen. Na zo’n nacht voel ik me ook de hele dag smerig. Maar er zijn gelukkig ook goede dagen. Dagen waarop ik even aan iets anders kan denken, als ik met Julia praat over scholen in Zweden of samen met Rowan ga winkelen. En er zijn momenten waarop ik me voel alsof ik de wereld kan redden. Dat komt door mijn opleiding. Na thuiskomst van de road trip heb ik mezelf ingeschreven voor maatschappelijk werk en dienstverlening. Het gaat hartstikke goed. Volgens mij heb ik helemaal zelf de juiste studiekeuze gemaakt.
Rowan pakt mijn hand vast. Dit keer moest ze wel mee op reis, want mijn ouders wilden ook mee naar Marseille. “We zijn er voor je, Zoey. Volgend jaar weer een road trip?”
“Misschien.” Ik lach. “Jullie zijn de beste.” En dan is het tijd voor een groepsknuffel.
- - -
Afgelopen! Ik hoop dat ik alle verhaallijnen goed af heb gesloten en niemand met vragen achter heb gelaten. Mocht dat wel zo zijn, stel ze gerust (voor degenen die TFIOS hebben gelezen: ik ben geen Peter van Houten!). Ik hoop dat jullie dit verhaal leuk vonden. Komende woensdag zal ik beginnen met het posten van mijn nieuwe verhaal, getiteld 'Liefde in de tent'. Dit zal een humoristisch verhaal over liefde en vriendschap worden. Tot dan!
Edit: even nog wat aanvulling omdat ik hier heel veel vragen over krijg. Op het moment dat dit einde zich afspeelt, zijn Elin en Siem nog aan het daten. Het gaat goed tussen die twee en Elin is blij dat ze zo stalkerig is geweest om hem achterna te reizen. Of ze nog lang en gelukkig leven weet ik niet, maar voor nu zijn ze in ieder geval gelukkig.
JE LEEST
Road trip
Teen FictionVijf meiden besluiten samen een road trip te maken. Elk van hen heeft een eigen reden om mee te gaan. Maar al snel blijkt dat weglopen voor je problemen geen oplossing is. Eerste versie: 2012 Publicatie: 2014