63. Zoey
Ik heb geen warme band met Duitsland, maar nu ben ik blij om er doorheen te rijden. Volgens mij geldt dat voor iedereen. Elin, die er zo op gebrand is dat we naar Zweden moeten, ligt languit op de achterbank met een kussen tussen haar hoofd en de deur en een deken over haar heen. Haar moeder vond het niet fijn dat we vandaag alweer vertrokken omdat ze dacht dat Elin beter nog wat rust kon hebben, maar de patiënt heeft er zelf op aangedrongen om te gaan. Naast me, achter het stuur, zit Norah. Zij is met haar gedachten duidelijk in de auto die voor ons rijdt. Wat haar betreft kunnen we niet snel genoeg thuis zijn zodat zij en Liam hun plannen om samen te gaan wonen verder kunnen uitwerken.
In de andere auto is Julia op de vlucht voor haar moeder en het ziekenhuis. Ook Rowan en Feline kunnen niet wachten om naar Zweden te gaan, want ze hebben ergens gelezen dat daar de meeste lesbiennes wonen en dat vinden ze wel grappig. En wat mezelf betreft: ik wil alleen maar rustig na kunnen denken. Er zijn nu twee opties. Naar de media stappen of een rechtszaak beginnen. Of allebei. Bruno mag hier sowieso niet zomaar mee wegkomen. Hij moet gestraft worden en flink ook. Ik moet alleen nog bedenken hoe.
Norah draait aan de knop van de radio om een andere zender op te zetten. Ze speelt al de hele morgen voor dj. Iets dat niet aan haar strenge eisen voldoet, wordt meteen weggezapt. Normaal gesproken zou ik me daar dood aan ergeren, maar nu vind ik het wel fijn. Ik wil helemaal niet de muziek horen waar ik tot afgelopen vrijdag zo graag naar luisterde. Niet dat die veel op de radio komt overigens, maar Norah zorgt er wel voor dat het er sowieso niet door komt.
Op de achterbank krabbelt Elin overeind. “Zullen we zo stoppen? Ik heb honger.” Haar eetpatroon is op de één of andere manier aangetast door het ongeluk en nu heeft ze op de raarste tijdstippen wel of juist geen honger. Het is nu half elf. Persoonlijk moet ik op dit moment niet aan eten denken. Het ontbijt is nog maar iets meer dan twee uur geleden.
“Nu niet, El. Er moet nog ergens chips liggen in de kofferbak. Kijk maar of je die kunt vinden.” Norah zet het knipperlicht aan en haalt een langzaam rijdende bestuurder in.
Kreunend laat Elin zich weer tegen de deur aan zakken. “Hebben we geen stokbrood of zo? Chips kan ik nu niet aan.”
“Ja, dat hebben we.” Toevallig heb ik vanmorgen de restjes van het ontbijt in mijn tas gestopt voor onderweg. Tijdens zo’n dag in de auto weet je nooit wanneer je weer wat te eten krijgt. Ik haal de zak met brood uit mijn tas en geef die aan Elin. “Alsjeblieft.”
Dankbaar pakt ze hem aan. Een hoop geritsel volgt.
Ik staar uit het raam. Misschien moet ik gewoon wraak nemen op Bruno, maar hoe? Hij verdient het in ieder geval om flink genaaid te worden. Hij moet zich net zo verschrikkelijk voelen als ik het vorige weekend heb gedaan. De vraag is alleen hoe ik dat voor elkaar kan krijgen.
“Zoey, jij zit ergens op te broeden. Ik zie het aan je ogen.” Norah kijkt me even snel aan en richt haar blik dan weer op de weg. “Waar denk je aan?”
“Wraakplannen.” Het vliegt er zomaar uit, terwijl ik helemaal niet van plan was het daar met Norah over te hebben. Zij is niet het type voor wraak. Volgens haar is alles op te lossen met een goed gesprek.
“Voor Bruno?” Tot mijn verbazing verschijnt er een grijns op haar gezicht. “Waar zat je precies aan te denken?”
“Dat weet ik nog niet.” Ik moet uit zien te vinden waarmee ik hem het hardste kan raken. Dat is waarschijnlijk zijn carrière.
“Ik weet het wel.” De gemene grijns op Norahs gezicht is gewoon eng. “Ik ga de eigenaar van die club in Saint Tropez bellen en ervoor zorgen dat hij daar nooit meer mag draaien.”
JE LEEST
Road trip
Teen FictionVijf meiden besluiten samen een road trip te maken. Elk van hen heeft een eigen reden om mee te gaan. Maar al snel blijkt dat weglopen voor je problemen geen oplossing is. Eerste versie: 2012 Publicatie: 2014