Hoofdstuk 5

35 4 2
                                    

Echt alles was in rep en roer. Alles draaide om Annabelle iedereen had problemen, wat moesten ze nou zonder haar? Niemand kon elkaar helpen, omdat niemand het antwoord wist op de vragen die de mensen hadden. Iedereen was in paniek ze zouden aldoor met problemen blijven zitten, want niemand was slim genoeg om oplossingen te vinden voor de problemen die ze hadden. Maar gelukkig konden Mandy en Janet de meeste problemen wel oplossen, alleen voor sommige problemen hadden ze echt geen oplossingen. Het was echt een groot probleem dat Annabelle nu niet in staat was mensen te helpen, want daardoor kwamen er alleen nog maar meer problemen. De mensen zouden heel blij zijn als Annabelle weer beter was, want dan waren niet alleen de problemen in een oogwenk opgelost maar dan zouden al haar kennissen, vrienden en familie zich geen zorgen meer te maken. Of het wel met haar goed zou komen.

Een week later was Niek nog steeds bij Annabelle en wou er nog steeds niet weg gaan. Hoe meer dagen er verstreken hoe bezorgder Niek werd over of zijn kleine zusje nog wel weer wakker zou worden. Die avond toen Niek was ingedommeld op de borstkas van zijn kleine zusje werd hij weer wakker van gekreun. Niek ging omhoog en zag dat zijn kleine zusje bijkwam, gelukkig dacht hij mijn zusje gaat niet dood. Niek was echt opgelucht. Annabelle deed haar ogen open en zag haar grote broer Niek naast haar zitten. Annabelle probeerde gelijk om rechtop te gaan zitten, maar Niek hield haar tegen. 'Nog niet gaan zitten daar ben je nog niet klaar voor, je bent nog zwak,' zei Niek. Annabelle was dankbaar voor wat haar broer voor haar deed. Haar keel was te droog om iets te kunnen zeggen dus glimlachte ze naar haar broer om te laten merken dat ze hem dankbaar was. Niek begreep het en hij glimlachte terug 'wacht even dan haal ik wat water voor je op,' zei Niek, En Niek liep weg om een glas water te halen. Niek kwam weer terug met een glas water en liet haar rustig drinken. Annabelle dronk al het water op en ze voelde zich weer een stuk beter 'dankjewel, ik vind het fijn dat je bij me bent Niek,' zei Annabelle. Ze wist wel dat hij aldoor bij haar was gebleven. 'Hoe lang ben ik buiten westen geweest?' vroeg Annabelle. 'Een week heb je hier gelegen zonder een kik te geven en ik vond het doodeng, want ik was bang dat je niet meer wakker zou worden,' zei Niek. Annabelle begreep haar broer, hij gaf zich zelf de schuld dacht Annabelle. 'Je hoefde je echt geen zorgen te maken hoor ik wordt hier toch goed behandeld en je weet dat ik altijd weer wakker word als ik maar adem,' zei Annabelle. 'En toch maakte ik me zorgen om jou, je weet maar nooit, je had ook wel in coma kunnen liggen en sterven van honger en dorst,' zei Niek. Daar had hij een punt dacht Annabelle. Annabelle dacht nooit over zulke dingen na. Niek dacht aldoor het ergste, nooit eens wat er goed kon gaan, dat had Annabelle altijd al irritant gevonden. 'Je moet nooit van het ergste uit gaan, dan ga je toch helemaal kapot?' zei Annabelle, maar voor Niek leek het juist simpel om van het ergste uit te gaan. 'Dan ga ik niet kapot als er iets ergs gebeurt omdat ik me al op het ergste heb voorbereid dan kan het altijd meevallen,' Dat had Niek gezegd. Toen Annabelle dat hoorde begreep ze het ook wel dat hij dat deed, dan zou hij nooit een hele grote klap krijgen, natuurlijk wel een klap maar niet een hele grote klap. Toen Niek nou echt werd weggestuurd uit de ziekentent, omdat Annabelle moest uitrusten viel Annabelle in een onrustige slaap.

De Memorabele strijd (gestopt)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu