9.1 papa

192 14 5
                                    

Ik moet een keuze maken en dat moet zo snel mogelijk

Deze afbeelding leeft onze inhoudsrichtlijnen niet na. Verwijder de afbeelding of upload een andere om verder te gaan met publiceren.


Ik moet een keuze maken en dat moet zo snel mogelijk. Ik weeg mijn opties in mijn hoofd af. Ik tel tot drie en begin dan te rennen, hopend dat niemand me ziet.

Ik ren zo snel als mijn energielevel en benen toelaten en kijk niet achterom. Voor mijn gevoel duurt het een eeuwigheid voor ik de andere kant van de akker bereik, maar uiteindelijk bereik ik de overkant. Ik zak hijgend tegen een boom aan en staar naar de lichtblauwe lucht voor me. De lucht die totaal niet past bij de situatie. Een lucht die staat voor een zorgeloze vrijdagmiddag, een middag die zou eindigen zoals elke vrijdagmiddag.

In plaats van die zorgeloze vrijdag is het nu een hel geworden. Ik had nooit gedacht dat ik hier hijgend tegen een boom aan zou zitten, omdat ik op de vlucht ben voor mijn eigen neef die me wil vermoorden en de democratische monarchie wil veranderen in een dictatuur. Hoe heeft dit zo fout kunnen gaan? Hij is een prins en zou moeten weten hoe belangrijk het is om een democratische monarchie te blijven.

Na vijf minuten ga ik weer verder. Ik loop iets meer van de bosrand vandaan en ga dan naar rechts. Ik loop op een langzaam tempo en hou mijn oren en ogen goed open om eventuele gevaren sneller te zien en horen.

Ik denk terug aan de hectische minuut in het paleis, toen ik het mes had afgepakt van Bart en ik mensen heb gered door ze de deur te wijzen. Ik baal nog steeds dat ik niet meer mensen uit de zaal heb kunnen halen. Dan zouden er minder gewonden en doden zijn gevallen. Balen is een te klein woord voor wat ik nu voel.

Ik kom na een klein kwartier aan bij dorpje. Ik verbaas me erover dat er zo veel dorpjes om dit bos liggen en ga de straat in. Er loopt niemand meer over straat, maar het voelt gezellig en vertrouwd aan. Gek dat een plek waar ik nog nooit ben geweest me zo'n vertrouwd gevoel kan geven en al helemaal in deze situatie. Ik ga snel op zoek naar een huis waar mensen thuis zijn en bel aan bij verschillende huizen. Er wordt niet opengedaan en ik zoek snel verder. Iedereen is natuurlijk bang dat er een rebel aan de deur staat en doet alsof hij niet thuis is.

Ik ga elk huis in de straat af, maar er wordt niet opengedaan. In de verte zie ik iemand naar me toe rennen en ik verstop me snel in een steegje. Zodra de persoon voorbij komt, zie ik wie het is.

'Papa.' Ik ren naar mijn vader toe en verbaasd kijkt hij om.

'Ruby, je leeft nog, gelukkig.' Hij slaat zijn armen stevig om me heen.

'Pap, tante Christina-.' Meer woorden komen niet uit mijn keel, omdat ze teveel pijn doen. Mijn vader kijkt me vragend aan. Heeft hij het nog niet gehoord?

'Ze is dood,' fluister ik.

'Wat? Nee. Hoe weet je dat?' Hij kijkt me geschrokken aan.

'Ik heb me verscholen bij mensen thuis. Zij vertelden het me. Ze vertelden ook dat mama gewond is, maar ze is bij een dokter en ze wordt verzorgd.'

'Wat verschrikkelijk,' fluistert mijn vader meer naar zichzelf dan naar mij. Hij pakt ineens mijn hand en trekt me mee de straat uit, een klein achterafweggetje in. Door zijn onverwachte actie, struikel ik over mijn eigen voeten. 'Sorry, ik hoor geschreeuw en ik wilde op een veiligere plek staan dan midden op straat.'

'Papa, ik ben zo bang. Wat als Bart ons vindt?'

'Dat gebeurt niet. De politie is al druk bezig en er zijn al rebellen opgepakt, dat heb ik gezien. Voor nu moeten we zorgen dat we niet gezien worden. Dan komt alles goed. Bart wordt opgepakt en wij kunnen weer verder gaan met ons leven.' Mijn vader hijgt lichtjes van het vele rennen en hij ziet er wat bleekjes uit voor zijn doen.

'Heb je wat gegeten of gedronken nadat je op de vlucht bent geslagen?'

'Nee.' Meteen haal ik de rugzak van mijn rug. Ik heb er als het goed is energierepen in gedaan en die heeft mijn vader nu hard nodig. Ik duw drie repen in zijn handen en hij bedankt me met een hoofdknik.

'Koning, prinses?' hoor ik ineens een mannenstem fluisteren. Geschrokken draai ik me om. 'Kom mee naar binnen. Hier buiten is het niet veilig.' De man duwt een deur open en gebaart dat we naar binnen moeten komen. We gaan het huis binnen en wachten in de hal op wat de man doet. Hij opent een deur links van ons en gebaart naar ons dat we verder kunnen lopen. 'Ga zitten. Zal ik wat thee zetten? U zal vast uitgeput zijn.'

We knikken en de man gaat de open keuken in. Ik maak gebruik van de gelegenheid en kijk de kamer rond. De woonkamer en keuken zijn niet gescheiden. De woonkamer heeft een gezellige sfeer waar ik me meteen thuis zou voelen. Dit huis is precies wat ik ook zou willen als ik niet in een paleis zou hoeven wonen. De lichtbruine muur achter ons zorgt voor een rustige sfeer, die opgevrolijkt wordt door lichtslingers die aan de plafondranden hangen. Voor ons staat een televisie in een klassiek houten kast. Op de planken ernaast staan boeken, beeldjes, fotolijstjes en bloemen. De  zwarte bank waar we op zitten past bij de stoel die ernaast staat. De televisie staat aan op het nieuws van het paleis. Ik slik als ik de beelden zie. Nog geen drie kwartier geleden heb ik het ook gezien, maar het blijft moeilijk.

Mijn blik valt op de man in de keuken. Ik weet niet wat het is, maar hij ziet er vertrouwd uit, alsof ik hem ergens van ken. Dat is natuurlijk belachelijk, want ik heb hem nog nooit gezien, maar toch is er iets aparts. Ik kan mijn vinger er alleen niet op leggen. Ik blijf naar de rug van de man staren in de hoop dat er iets binnen schiet, maar er komt niks.

'Marcus? Hoe staat het er nu voor?'

Ruby's CrownWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu