'Ky, ik hoor iets.' De stem klinkt als een fluisterend geluid en is bijna niet te horen, maar toch slaat de angst weer volop toe. Ik begin te rennen en hoor twee keer een zachte plof en daarna twee paar voetstappen die me achtervolgen. Ik kijk achterom, maar kan niet goed zien wie er achter me aan rennen.Ineens lig ik op de grond. Mijn enkel doet zeer en mijn hoofd bonkt. Met moeite sta ik op, maar het is al te laat. Er staan twee mensen voor me. Een jongen met blond haar en blauwe ogen kijkt me nadenkend aan. Het meisje naast hem heeft bruine krullen en blauw met groene ogen, die me sceptisch aankijken. 'Wat doe je hier in óns bos? Ga weg van ons terrein,' snauwt het meisje boos.
'S-sorry,' stamel ik geschrokken. 'Ik was-.' Het meisje kijkt de jongen aan en begint dan te lachen. De jongen doet met haar mee en verward kijk ik naar de twee. Wat is dit nou weer?
'Je had je eigen gezicht moeten zien. Hilarisch!' Het meisje komt bijna niet uit haar woorden door haar gelach. Na een paar minuten van verwarring voor mij en gelach voor hen, worden ze weer stil.
'Ik ben Kyana. Geen commentaar, mijn ouders verwachtten een jongen en wilde hem Kyan noemen. Maar toen kregen ze een meisje en hebben ze er maar gewoon een a achter geplakt.'
'Ky, je ratelt tegen een wildvreemde.'
'Wat maakt het uit.' Ze rolt haar ogen en geeft de jongen een elleboogstoot in zijn zij. 'Dit is mijn o zo geliefde broer Raphael. Noem hem maar gewoon Raph. En jij bent?'
'Ik ben Ruby.'
'Shit, waarom zag ik dat niet eerder? Je kwam me al zo bekend voor,' mompelt Raphael.
'Ze komt je bekend voor?' mompelt Kyana terug.
'Zij is de prinses,' fluistert hij terug.
'O,' is het enige wat Kyana zegt, waarna ze haar hoofd naar mij draait en me vragend aankijkt. 'Wat doet een prinses in dit bos, als ik dat vragen mag?'
'Ik ben op de vlucht voor mijn eigen neef die de kroon wil stelen en koning wil worden om van dit land een dictatuur te maken.'
'En waarom ben je dan niet op een veilige plek, zoals in het paleis?'
'Omdat het daar allemaal begon en daar veel rebellen waren. Ik ben gevlucht en ben al bij verschillende mensen thuis geweest, maar daar was het steeds niet veilig. Toen had een vrouw me verwezen naar een huisje bij de bosrand. Kunnen jullie me helpen zoeken?'
'Jeetje, wat een heftig verhaal. Loop maar mee. Wij brengen je wel naar het cafeetje. Eigenlijk is het een omgebouwd café dat nu een klein boerderijtje is. Een vriend van ons woont daar nu. Je zat trouwens nog veel te ver weg van het café om al het bos in te lopen. Ben je hier nog nooit geweest? Als prinses moet je toch wel je hele land kennen? Waarom ken je dit stuk dan niet?'
Ik ben een beetje overrompeld door Kyana's vragen en weet niet zo goed wat ik erop moet antwoorden. Gelukkig geeft haar broer haar een duwtje tegen haar schouder. 'Ky, je mag geen brutale vragen stellen aan een prinses.'
'Hoezo niet, zij is toch ook gewoon een mens?'
'Ja, dat klopt, maar ze is wel iemand met hoog aanzien. Het kan problemen opleveren als je zo brutaal doet.'
Ik kuch een keer ongemakkelijk om te laten merken dat ik er nog gewoon bij ben en hen kan horen. Meteen stoppen ze met hun gekibbel. 'Juist, sorry,' mompelt Kyana zacht.
'Het is goed als je vragen stelt. Ik ben dan wel een prinses, maar ik ben net als ieder ander mens. Je hoeft mij echt niet anders te behandelen dan de rest.'
'Gelukkig, want ik denk niet dat ik daar heel goed in ben.' Kyana lacht kort en begint dan te lopen. Raphael blijft staan en kijkt mij kort aan met een verontschuldigende blik.
'Het is oké,' fluister ik zacht naar hem. Zodra Kyana door heeft dat wij haar niet volgen, draait ze zich om en kijkt ze ons afwachtend aan.
'Komen jullie nog?' Ze trekt haar wenkbrauwen op en kijkt ons een voor een aan.
'Ky, je weet dat je de verkeerde kant op gaat, toch?' zegt Raphael dan ineens. Kyana's gezicht vertrekt en ze loopt eigenwijs de andere kant op. Raphael en ik volgen haar.
'Sorry van mijn zusje. Ze is een apart geval en luistert naar niets of niemand.'
'Het geeft niets. Ik vind het wel gezellig zo. Ik ben jullie niet tot last toch?'
'Nee, helemaal niet. Het is ons een eer om je te mogen helpen. Bovendien waren we toch net op weg naar onze vriend.'
'Gelukkig. Bedankt voor de hulp.' De rest van de wandeling verloopt in stilte en een half uur later staan we voor een klein houten hutje dat er eigenlijk best gezellig uitziet. Kyana loopt meteen om het huisje heen en verbaasd kijken haar na. Moeten we niet even aanbellen?
Het lijkt alsof Raphael mijn gedachten kan lezen, want hij geen een antwoord op mijn vraag. 'De achterdeur is altijd open als hij weet dat we eraan komen. Dan hoeven we niet aan te bellen. Kom je?'
Ondanks dat ik Kyana en Raphael nog niet zo lang ken, voelt het wel vertrouwd om bij hen te zijn. Kyana heeft een uitgesproken karakter en verrassend genoeg vind ik dat fijn om om me heen te hebben. Ze zit bomvol energie en ik vraag me echt af of zij teveel suiker heeft gehad vanochtend, maar haar vrolijke gedrag is wel ontzettend aanstekelijk. Ik word er zelf bíjna vrolijk van. Raphael is heel vriendelijk en terughoudend, maar hij straalt een soort vertrouwen uit. Het is gek om te bedenken dat ze broer en zus zijn, zo verschillend zijn ze, qua uiterlijk en innerlijk.
Raphael houdt de piepende deur voor me open en ik stap naar binnen. We staan in kleine, maar knusse keuken. 'We zijn er!' roept hij door het huis heen. Het blijft stil. 'Hij zal zo wel komen. Lust je iets te drinken?'
'Doe maar wat water.'
Sorry voor de late update. Life is stressing me out lately. Ik heb nog een aantal hoofdstukken op voorraad, dus ik kan voorlopig nog wel wat updaten, maar ik laat er wat meer tijd tussen zitten omdat ik geen idee heb wanneer ik weer kan schrijven... dus alvast sorry.
JE LEEST
Ruby's Crown
Teen FictionDe negentienjarige Ruby is de troonopvolgster van het kleine land Aqua Aura, ergens in de oceaan tussen Australië en Nieuw-Zeeland. Alles loopt normaal, voor zover dat kan voor een prinses. Er is geen enkele burger die ook maar íets te klagen heeft...