Zes jaar geleden (Ruby is dertien)
'Goedemorgen,' mompel ik zacht naar mevrouw Schreuder. Ze glimlacht en begroet me met een hoofdknikje terug. Ik ben niet in de stemming om iets te leren vandaag. Ik heb slecht geslapen en heb geen zin om op te moeten letten. Daar ben ik veel te moe voor.
'We gaan vandaag aardrijkskunde en een beetje topo doen. Je kent al alle grote steden in Aqua Aura en die van het continent Oceanië en je weet alle grotere landen al, maar nu krijg je van de hele wereld. Weet je al een paar wereldsteden?'
'New York, Londen, Los Angeles, Tokyo, Madrid, Toronto-.'
'Heel goed. Ik zal je even de kaart laten zien. Weet je ook waar deze steden liggen? Wijs ze maar aan.'
'New York.' Ik wijs naar een plaats in de Verenigde Staten. Ik doe hetzelfde bij de andere steden.
'Goed zo. Ik wil dat je elke dag vijf nieuwe steden leert. Dan ben je over een week of twee zo ver om de toets te maken.' Ze pakt een boek uit haar bureaulade en slaat hem open. Ik pak mijn aardrijkskundeboek ook op tafel en ga naar de pagina waar we de vorige keer zijn gebleven.
'Klimaatsfactoren. Wat weet je nog van de vorige les?'
'Klimaatsfactoren zijn factoren die aangeven welk klimaat er op welke plaats zal zijn. Bijvoorbeeld breedteligging en hoogteligging, aanvoer van elders en invloed van water.'
'Goed. Vandaag gaan we verder met winden. Je hebt vast wel eens op het journaal gehoord dat er aanlandige en aflandige wind bestaat.'
'Ja, maar wat is dat precies?'
'Zoals de naam al zegt, is aanlandige wind, wind die van zee naar land gaat. Aanlandige wind zorgt in de zomer voor afkoeling en in de winter voor opwarming. Aflandige wind gaat van land de zee op. In de zomer zorgt dat voor opwarming en in de winter voor afkoeling.'
Mevrouw Schreuder praat nog veertig minuten verder en dan heb ik eindelijk pauze. Zuchtend pak ik mijn lunch. Ik zit alleen in het lokaal. Zouden kinderen van mijn leeftijd ook alleen zijn in de pauzes?
Nee, zij hebben vrienden en klasgenoten met wie ze kunnen praten. Ik heb niemand. Soms zou ik gewoon een normaal meisje willen zijn. Het lijkt me eigenlijk heel leuk om op een normale school te zitten. Klasgenoten, meerdere docenten in plaats van maar één docent, vrienden.
Ik pak mijn telefoon uit mijn zak. Ik heb vorige maand eindelijk een telefoon gekregen van mijn ouders. Wel na maanden zeuren en strenge regels waar ik me aan móet houden, maar ik heb een telefoon. Ik open Instagram en kijk door de foto's.
Ik heb sociale media, maar wel met valse namen en er mogen geen foto's van mij op komen te staan. Ik kan dus alleen naar anderen kijken en niks over mezelf plaatsen. Ik vind het niet zo erg, omdat ik niet echt iets heb om te delen met de wereld. Ik maak geen uitstapjes met vrienden, ik ga niet naar concerten, ik maak alleen af en toe een wandeling door de paleistuinen. Dat is niet echt leuk om te delen.
Ik kom bij een foto van een meisje dat ik niet ken en haar vriendinnen. Ze staan er lachend op en kijken niet allemaal in de camera. De foto is spontaan gemaakt en totaal niet geforceerd, maar toch super mooi. Ik zou willen dat ik ook zulke foto's kan maken met vriendinnen.
Al snel begint de les weer en moet ik me weer concentreren op aardrijkskunde. De les gaat gelukkig snel voorbij en dan mag ik weer naar mijn kamer. Ik ga aan mijn tekenbureau zitten en draai rond op de kruk. Na een tijdje ga ik verder met mijn tekening en kom ik weer een beetje tot rust. Het vele nadenken over een normaal leven put me uit en maakt me verdrietig.
Ruby, kom op. Ben dankbaar voor wat je hebt, want er zijn genoeg mensen in de wereld die in armoede leven en jij hebt elke dag genoeg te eten, spreek ik mezelf toe. Ik zucht diep. Wat maak ik mezelf wijs? Ik wil helemaal niet in een paleis leven. Ik wil in een normaal huis wonen, lieve vriendinnen hebben, naar een normale school gaan, leren over dingen die ik interessant vind voor later, lachen over grapjes, geen zorgen over later hebben, zonder grote druk leven.
Ik zet mijn potlood opnieuw op papier en trek lijnen zonder dat ik doorheb wat ik teken. Ik leeg mijn gedachten vaak door ze te tekenen. Al snel staat een ruwe schets van meisjes lopend op het strand op papier. Ik trek de goede lijnen nog eens over, alleen nu met een zwarte fineliner en uiteindelijk gum ik alle potloodlijnen uit. Ik twijfel of ik het zo moet laten of in moet kleuren en besluit al snel dat inkleuren met waterverf het mooist is bij het water van de zee.
Ik pak mijn waterverf uit de la en begin met verven. Na een tijd is de tekening volledig gekleurd. Ik leg het blad in het droogrek en staar naar de muur naast me. Ik ben een tijd geleden met een grote mandala, maar heb het werk nooit meer afgemaakt. Zal ik dat nu doen? Ik ben nu toch in de stemming om te tekenen.
Ik heb lang bij mijn ouders moeten smeken om een tekenmuur te mogen beginnen, maar uiteindelijk hebben ze het toegestaan. Hun argumenten om het niet toe te staan, waren dat het niet bij het paleis paste en dat het niet koninklijk was, maar ik heb gezegd dat er geen koninklijk bezoek komt in mijn slaapkamer, dus dat het geen bal uitmaakt hoe mijn kamer eruitziet. Na een maand hebben ze hun mening opgegeven, vanwege mijn protesten en mijn passie voor tekenen.
Ik teken al sinds ik een potlood kan vasthouden, dus mijn ouders moesten wel toegeven. Ik ben er al best goed in geworden, al zeg ik het zelf, maar dat kan ook niet anders. Een van de weinige dingen die ik kan doen om de tijd te doden, is tekenen.
Na een half uur kijk ik tevreden naar mijn vooruitgang. Het ziet er al een stuk mooier uit nu de mandala groter is.

JE LEEST
Ruby's Crown
Teen FictionDe negentienjarige Ruby is de troonopvolgster van het kleine land Aqua Aura, ergens in de oceaan tussen Australië en Nieuw-Zeeland. Alles loopt normaal, voor zover dat kan voor een prinses. Er is geen enkele burger die ook maar íets te klagen heeft...