Zijn broer had hem kennis laten maken met drugs, eerst waren het jointjes, toen paddo's of truffels waar ze mee gingen "experimenteren". Joël was zestien en zijn broer, Rick, was achttien. Rick had Joël nooit verteld over zijn problemen en zijn foute vrienden. Hij had Joël nooit verteld hoe vreselijk hij het vond dat hij zo geworden was, hij haatte het maar kon zich niet meer uit de onderwereld helpen. Hij had hulp moeten zoeken voor het fout was gegaan, voordat Shawn Brown Rick door zijn hoofd schoot om een stom foutje, hij had zijn broertje nooit moeten meenemen. Shawn Brown, de beruchte naam in de wereld van drugs. Shawn Brown had een hekel aan Joël in het begin omdat hij het kleine, irritante broertje was van Rick. Nadat Joël zich vaak genoeg bewezen had in de handel werd hij gewaardeerd. Joël was bang voor Shawn, hij haatte hem maar van hem moest wel zijn geld vandaan komen. Hij had ook gewoon werk kunnen zoeken dacht hij soms. Was het genetisch bepaald, automatisch in de wereld van drugs belanden of was het dat ze zo opgevoed waren door hun vader? Het was de normaalste zaak van de wereld voor de jongens, niet voor hun moeder, helaas had ze er niks aan kunnen doen. Hoe erg ze haar best deed, niks bleek te helpen.
'Joël, we gaan zo eten,' zei een stem achter de deur vandaan, het was Mason. Had hij hier zolang gelegen en nagedacht? Hij verlangde naar heroïne, het plafond van zijn kamer leek zo laag en de pijn van zijn leven leek zo echt. Zo hard en naar dat hij dacht dat hij het niet zou volhouden als hij niks binnen kreeg. Hij glimlachte toen hij zich realiseerde dat hij nog een noodvoorraad in zijn tas had gestopt. Hij stapte van het bed waar hij al die tijd op gelegen had en pakte zijn tas. Hij had twee dagen nu niks gebruikt, plus de drie weken in de kliniek, daar zat hij onder andere medicijnen dus telde het niet vond hij. Als hij zou doorzetten zou hij eraf zijn. Dan zouden alle problemen vervagen en weg gaan, toch is het lastig. Joël voelde zich een zwakkeling, hij kon geen nee zeggen. Het was iets waar hij van hield, waar hij dankbaar voor was. Het liet alle pijn wat zachter worden en verdriet vergeten. Het maakte hem de jongen die hij zou willen zijn.
De vloeistof drong zijn aderen in en het vermengde zich in zijn bloed. Het voelde goed en een glimlach kwam tevoorschijn op zijn gezicht. Hij haalde de naald uit zijn arm en keek om zich heen. Hij legde het eerst terug in zijn tas, hij zou het later wel weggooien. 'Joël! Eten,' hoorde hij nog een keer. Hij zuchtte en stond op de wereld leek een stukje mooier. De wereld was wel goed en alles zag er mooi uit, het uitzicht vanaf zijn raam was adembenemend. De landerijen strekten zich uit tot aan de horizon.
Het eten smaakte hem niet goed, het lag aan hem aangezien de rest genoot van de salades en vlees. 'Wanneer ga je naar school?' vroeg Mason. Joël haalde zijn schouders op en keek naar tante Jenny. 'Maandag begin je, ik heb geregeld dat je in dezelfde klas komt als Mason.' Zei tante Jenny. Joël knikte en keek naar zijn bord. Het leek alsof het eten zijn eigen leven leidde. Net als alles om hem heen, ze praatten maar zeiden niks, ze lachten en aten. Joël stond op, hij moest hier weg. De stoel kletterde achter hem op de grond. 'Sorry,' zei hij zacht en liep weg. Hij voelde de ogen van tante Jenny in zijn rug prikken toen hij tegen de deurpost liep. Hij schudde zijn hoofd en begon de trap op te lopen. Zijn benen voelden zo zwaar en werkten niet zoals ze zouden moeten. Na twee treden gleed hij uit en verloor zijn evenwicht. Hij was te langzaam om zichzelf op te vangen. Waar had hij last van? Had hij teveel gespoten of kon zijn lichaam het niet meer aan? Zijn hoofd raakte de traptrede en hij kreunde. Oom Phillip en tante Jenny hoorden hoe hij van de trap viel. Oom Phillip liep snel naar Joël toe. Joël lag erbij als een wrak; zijn lichaam lag laveloos op de grond met zijn hoofd nog op de trap en een halve glimlach op zijn gezicht. Joël wist niet wat hij moest, zijn lichaam werkte niet meer, hij had geen energie om zichzelf omhoog te krijgen, hij lachte zichzelf uit. Tranen van de pijn en verdriet stroomden over zijn wangen, onbewust. Phillip tilde de jongen op, hij lag als een kind in zijn armen, en liep met hem naar de kamer. De jongen mompelde wat onverstaanbaars toen hij op de bank gelegd werd. Oom Phillip legde zijn armen op zijn buik en legde een kussen onder zijn hoofd. Hij hoorde tante Jenny praatten, oom Phillip liep de trap op hoorde hij. Jenny hurkte naast hem neer en stroopte zijn mouwen omhoog. Een paarse plek in zijn elleboogholte kwam tevoorschijn. Ze opende een van zijn ogen, zijn pupillen leken klein. Ze haalde haar hand door haar haar en liep naar de keuken om wat suiker te halen. 'Even meewerken,' zei ze tegen Joël. Hij reageerde niet en voelde hoe Jenny zijn mond open deed. Een zoete smaak verspreidde zich in zijn mond, suiker. Tante Jenny gaf hem een kus op zijn voorhoofd en ging op de bankleuning zitten, Joël kon hem zien als hij omhoog keek. Ze glimlachte, Joël wist niet wat hij moest zeggen, hij hoefde ook niks te zeggen, toch?
JE LEEST
Peace River
Teen FictionHet leven is niet altijd makkelijk, en dat van Joël zeker niet. Hij is achttien jaar wanneer hij naar de boerderij van zijn tante gestuurd wordt om zijn leven te verbeteren. Helaas lijkt het verleden hem overal te achtervolgen. Zelfs wanneer hij...